ETENSTIJD
Hé, wat komt daar aangerammeld?
In de nauwe drukte van de soeks,
naar een olielamp op gas op zoek,
sloeg ik steegjes in en koopjes af,
en nu sta ik hier, Allah mag weten
of ik ooit weer mijn hotel bereik;
‘k ben verdwaald in een bazarre wijk.
Blinde muren, zwijgend als het graf.
En geen djinn die antwoordt op mijn kreten.
‘K moet de weg maar eens gaan vragen, lijkt me,
maar eens kloppen op zo’n dichte poort…
Maar hé, wat komt daar aangerammeld?
Toch nog enig leven?
Gauw maar eens gaan kijken, bij de baard van de profeet!
Vast en zeker kan men mij
de exitroute geven
(en een olielamp op gas wellicht, wie weet).
Ach, zie aan, da’s geinig zeg,
een heus arabisch wonder!
Dat die nog bestaan in deze hoogstmoderne tijd!
Wat daar zo lawaait
doet voor geen vliegend vloerkleed onder.
Vlug nu, anders raak ik ‘m nog kwijt!
Een schaal van glanzend koper
hobbelt, leviteert.
Een spoor van witte korreltjes
door’t oude hart van Sousse…
Kijk, daar staat het vrouwtje,
hoogst geconcentreerd.
Hoor het mensje roepen:
“Couuuus, cous, cous, cous, cous!”.
© Vin 2016