190 Lekker!

LEKKER!


De hamer op de nagel

- maar helaas die van je hand.

n onvoorzichtig vuurtje,

en je kapsel staat in brand.

Je voet onder het voorwiel

van de bus van kwart voor tien.

Een glazen deur aan diggels

- had je éven niet gezien.

Van driehoog van’t balkon gelazerd

- ook al niet zo kits.

Gemorst met kokend water,

of je zak tussen de rits.

Een bloempot op je kanis,

door een boemeltrein geschept.

Een vinger meegesneden,

of met syfilis behept.

Het zou niet moeten mogen!

Een schande! Niet normaal!

Geen greintje meededogen

met ongeluk noch kwaal

- geen snars, geen gram, geen fractie -

van’t Hemelse Gezag.

Zijn enige reactie:

een honend, hard gelach,

om dan vervolgens toe te slaan

met - uit een keur aan plagen -

een zondvloedoverstroming

(een gesprongen leiding - fijn!).

En is het dweilen net gedaan,

de bliksem ingeslagen!

De brandweer blust je woning

met… Kom, laat ons vrolijk zijn!

Zo’n ploertenstreek! Het geeft je

krommetenenkramp, schandalig!

Behalve dan de masochist,

die vindt zo’n ramp zalig.

© Vin 2015