243 Een hartig woordje

EEN HARTIG WOORDJE


Nee, ik hou niet van zoetjes,

van taartjes met room,

niet van pudding met vruchtjes en sausje.

Een cake is voor doetjes,

van pap word ik sloom.

Oh? U vraagt naar de naad van het kousje?

Wel, die geef ik u gaarne,

ik ben niet zo flauw

mijn voorkeur aan u te onthouden.

Slap softijs? Bespaar me!

Nee, geef mij maar gauw

iets hartigs, en’k ben weer de oude.

Een scheut in mijn soepje -

maggi? Hij mag!

Niet best voor de bloeddruk,

dat goedje, maar ach.

Een frietboer met strooibus -

ja, doet u maar, graag!

Ik heb het wel zouter gegeten.

Ik pekel - een zonde? -

mijn lichaam, mijn vlees

met kilo’s aan jozo.

Geheel zonder vrees

bedelf ik mijn spijzen

- en daarmee mijn maag -

met ziltheid, dat mag u best weten.

Dus: zout in mijn koffie

en zout in mijn thee,

zout op mijn brood -

is’t gezond? Geen idee.

Het zal me ook wrst zijn -

gezouten, dat spreekt.

Nog geen peer die ik zoutloos verstouw - knud!

Ik sprenkel dus door,

hoe mijn lijfarts ook preekt.

Goed, ik eet dan wat zout, maar wat zou ‘t?

© Vin 2018