130 Kruisridder

KRUISRIDDER


Zie, daar lag hij, wijdbeens,

wachtend, klaar voor

‘t splijtende oordeel.

Al die paarden waren

- links twee, rechts twee -

niet in zijn voordeel.

Hem als slotheer, hertog,

nobel landvorst,

zo te berechten,

zonder enk’le waarde

aan zijn stand, positie

of herkomst te hechten!

Ach, daar klonk ‘t geschal reeds!

Touwen spanden,

kraakbeend’ren kraakten,

ligamenten rekten,

spieren spleten,

pezen verzaakten.

Men binde simpel twee stuks ros

aan elk der enkels

der te straffen criminelen,

en zo,

beginnend bij zijn -,

kan men zelfs een

edele delen.

© Vin 2009