WRAAK!
Als lullig serpentje
was hij geboren,
een soortement addertje onder het gras,
met smart wachtend op
zijn eerste vervelling,
luid sissend van woede om dat wat hij was:
een worm, meer niet, een sliertje
van slechts centimeters groot,
en daarbij ook nog wees dan,
want zijn moeder, die was dood;
door een Mazda overreden
op de ringweg rond Beijing -
ooit een trotse, fiere ringslang,
nu nog enkel een stuk ring.
Maar hij zou ze wel krijgen,
die dodende blikken,
die vijanden van het reptielenbestand!
Hij - HIJ - zou ze stoppen,
en wel aan de lopend-,
of liever gezegd aan de stilstaande band!
Het was een zaak van groeien,
van geduldig, onverstoord
een nieuwe maatstaf zetten
voor zijn speciës, zijn soort,
voor het hele slangengamma,
tot de allergrootste toe;
anaconda, python, boa -
hij zou groter zijn. En hoe!
Een vervellende kwestie,
reusachtig verstrekkend,
maar niettemin, niets bracht hem van zijn besluit.
Nu was hij nog slechts
een nietige ringslang,
maar wacht maar, straks zag hij er eindeloos uit!
De schrik van elke rijder!
De hele zaak ging lam!
Ze zouden bakzeil halen,
en hij - eindelijk! - zijn gram!
Het zou een file worden
van kilometers lang,
door hem, niettegeringslang,
de kilometerslang!
© Vin 2003