VALS ADRES
Mijn huis heeft geen muren,
meer gaten dan dak,
een oud stukkie trijp voor de ramen.
De vloer is aan’t rotten,
de zoldering zwak,
meubilair om je dood voor te schamen.
Ik kom er niet graag,
dus ben er maar zelden,
en als, dan voor pakweg een kwart,
verblijf met het kleinst mooglijk part
van lichaam en geest
in’t betrekbaar gestelde.
Ik waar er vaag rond
en slaap er halfslachtig.
Geen mens die met zekerheid weet
of’k er ben of wel, deels of compleet,
eerovervandaag, up to date,
figuurlijk, abstract of concreet.
Ik woon dan ook niet,
ik ben slechts woonachtig.
© Vin 2011