223 Een brok in de keel

EEN BROK IN DE KEEL


Ik had hem gebeld,

al vroeg in de morgen,

Van Steifsten, de taxidermist,

uit voorzorg, opdat de man wist

dat stipt rond de klok

van ergens na enen

ik langskomen zou voor consult.

Hij leek met mijn aanbod verguld,

en zou zich erop prepareren.

Ik stond voor zijn deur

- ‘t was klokslag 12 over -,

met foto’s op zak van mijn boom.

Leuk klusje, voor zo’n anatoom,

iets anders een keer

dan vogels of vissen.

Maar wel dus in goed overleg,

en samen een stevig eind weg

converseren omtrent conserveren.

Doch dit laatste ging moeilijk, zo merkte ik snel.

De man was fideel, weliswaar, en - dat wel -

bijzonder gastvrij voor zijn klanten

- zo stond hij erop dat ik meeëten zou -,

toch zocht ik naar adem en oogde ik grauw.

Ons babbeltje liep van geen kanten.

Ik kreeg nog geen ‘Smaaklijk!’ gezegd;

er zat me iets flink in de weg.

De weeïge geur

van formaldehyde

steeg op uit m’n lijkbleke kom.

M’n kaken blokkeerden, want - stom! -

ik had ‘t geproefd,

dit gruuwlijke goedje,

maar had ‘t meteen moeten weten:

bij preparateurs niet te eten,

want snetverdeget,

daar had dit sujet

direct na mijn bellen

- het viel te voorspellen -

vakkundig, ontsmet,

de soep opgezet!

© Vin 2017