VROEGE AANLEG
Toen tante Liesbeth vroeg:
“Wat wil je later worden?”,
verscheen in Harmpjes ogen
een vroeg-volwassen blik.
Wat arbeidskeus betreft
was alles al in orde,
zijn aanleg was wel duidelijk,
hij maakte zich niet dik.
Ter illustratie voerde hij zijn zusje ten tonele,
die met haar vijf jaar en met haar gehavend melkgebit
( meer gat dan tand ) bijzonder goed voor proefkonijn kon spelen,
dat dan ook prompt gedaan had, en nu niet meer effen wit,
maar bontgekleurd haar kinderlach tot tante Liesbeth richtte,
die daarop met een mond vol tanden kruisjesslaande zweeg,
daar Harm, de orthodont in spé, elk lege plekje dichtte,
waarmee z’n zus een prachtig setje viltstifttanden kreeg.
© Vin 2001