166 Ieder jaar weer!

IEDER JAAR WEER!


Hij zit weer in de cel hoor,

die vieze ouwe man,

die recidive potloodventer

in z’n leipe soepjurk.

Z’n misdaadmaatje naast hem,

mallotenpakkie an.

Perfide pedomanen, alletwee.

Betrapt - en in flagrante! -

gewoon, en plein publique,

die watvindjevanm’nzak-ploert

en die kijkeensnaarm’nsnoep-schurk.

Het maakt een mens verbitterd,

onpasselijk en ziek.

Die kind’ren zo te schokken!

Wanidee!

Schijnheilig, dit soort clericale geilaards,

een toonbeeld van onchristelijk gedrag,

van exhibitionisme zonder schaamte.

Dat zoiets zich op straat vertonen mag!

Gezegend zij dan ook

de sterke arm der wet:

het koppel wordt weldra

de grens over gezet.

Die knuppels zijn - da’s duid’lijk - nog niet jarig,

en krijgen dus hun vetverdiende straf

voor het openbaar vertonen

- de kleutertjes staan paf -

van resperverspectievelijk

een roede en een staf.

© Vin 5 dec. 2011