STROBREED
Al hoestend, niezend en snotterend
zat Binter van Beel op zijn schelf
met strootjes een beetje te prutsen,
en grijnsde.
Onophoudelijk dacht hij aan Berta,
die hooimeid, die vleesvolle elf,
die haar voorkeur voor al wat pikant was
niet veinsde.
De zon brandde kriekrode billen,
het zweet liep met stralen in’t stro,
allergische koorts deed hem rillen,
maar Binter zag neer en dacht: Zo!
As da nie un knap stukkie werk is!
As da Berta nie hitsig krijt,
dan vrit ik mien eigenste kop op!
Met een mooi soort strip
deed hij fluks toen zijn klak af, zijn kiel uit,
en blakend van mannelijkheid
sprong hij wulps maar kordaat van zijn schelf af
in zijn hooikoordslip.
© Vin 2001