DE SMOOR IN
Na jaren van gevangenschap
nu eindelijk weer buiten.
Een binnenplaatsje weliswaar,
maar toch, de frisse lucht.
Hoe prettig, het besef
dat men hem niet meer op zou sluiten -
de keerzij, echter,
(peilloos diepe zucht)
was dat zijn uur geslagen had,
éen wens nog, dan was’t over.
Hij snakte naar een sigaret,
al sinds zijn eerste dag.
Een typisch norcliché,
een tikje afgezaagd en pover,
en niet gezond ook bovendien,
maar ach,
dat deed er nu niet veel meer toe.
Hij zou het laten smaken, hoe
hij uitgezien had naar’t moment!
Met gretig rappe vingers
bediende hij zich. Heerlijk. Fijn.
Dit ogenblik zou prettig zijn
Nu enkel nog… “Ach, commandant,
hebt u voor mij ook… dinges?”
Een ongemak van korte duur;
daar klonk reeds het commando ‘Vuur!’.
© Vin 2021