70 Diagnose II

DIAGNOSE II


Ze had wat last van pus en bultjes, dus daar lag ze nu,

en het jeukte als hij zelfs maar naar haar kéek.

Ach, het jeukte eig’lijk wekenlang al continu,

dus wellicht was ‘t nog erger dan ‘t leek.

Veel minder vlot dan doorgaans spreidde ze haar benen wijd,

stelde zich open voor de gynaecologie,

in haar gedachten op de ergste uitslag voorbereid,

maar die had ze feit’lijk al een week of drie.

Daar kwam de arts reeds met zijn oordeel,

sprak met afkeer in zijn blik:

“Ik heb al heel wat fraais behandeld,

maar van dit hier schrik zelfs ík.

Het zal het uiterste verlangen van mijn kundigheid -

en alle middelen waarover ik beschik.

Om te beginnen tel ik negen nesten schaamluis,

in de volksmond ook wel platjes ‘hoerenlopertjes’ genoemd,

vervolgens hebt u bijna elke soort van soa,

te weten gonorrroe, chlamydia, dus cru en onverbloemd:

u hebt u aardig laten naaien door… zegt ú maar wíe.

Ik doe een gok: ze heten Jan en Alleman.

Als ik het red u te genezen

- laat ons bidden dat ik ‘t kan -,

blijft er de vrees nog voor herhaling,

dus heb ik het volgend plan:

ik stuur u door naar iemand die u dat besparen kan,

en daarvoor ken ik nu precíes de juiste man.

Ik geef u hierbij een verwijsbrief,

aan een specialist gericht,

in grote letters; hij is goed, maar ook wat kippig.

Het is een vakbekwaam chirurg,

hij naait u óok, maar dan wel dícht,

want naar mijn mening bent u ietwat te loslippig.”

© Vin 2006