HOLLANDSE NIEUWE
Ik vond haar op vakantie,
mijn eigen zeemeermin,
en nam haar zonder omhaal met me mee,
zó uit de zilv’ren golven,
als verse fruit de mer,
een Aphrodite mediterrannée.
Een glimlach als een parel,
haar schubben glanzend chroom,
bevallig als een gratie,
een muze zonder schroom,
de droom der zeven zeeën,
gevangen in mijn net,
m’n levenslange wonderwaterfee.
Nu zit ik, jaren wijzer later,
in m’n nederlandse kot
met de graten in m’n strot
en vloek ik al wat los zit stijf.
De bekoring lang vervlogen,
zwem ik rond in zelfbeklag;
waar ik eens een meermin zag,
zie ik nu enkel nog een viswijf.
© Vin 2004