NAGERIEPEN
Mijn roepnaam was eikel,
verwees naar de vrucht
der edelste boom aller bomen.
De vrucht ook der liefde
- verwekt in een zucht -
van mijn ouders - maar’k voel me genomen!
Bespot en vernederd,
ik werd het alom,
al sinds het begin van mijn kindheid.
Mijn humeur was - is’t gek? -
als een tikkende bom.
Dat gevaar moest ik eind’lijk gezwind kwijt!
Nu heb ik de stap dan tenslotte gezet,
en alles geklaard bij de burg’lijke stand.
Men had er begrip voor, was mild tot en met.
Men achtte hem pest-, plaag- en griepzaam,
die boomvrucht waarnaar’k ben vernoemd.
Geschrapt en voor eeuwig verdoemd,
dat ‘Eikel’. Nu is het mijn riepnaam!
© Vin 2018