KNAP KOPPIE
Al bij de eerste schiftingsronde werd het duidelijk, direct,
dat ze weleens hoge ogen kon gaan gooien;
ze had niet enkel haar figuur mee, maar vooral haar intellect,
ze was een soort van doctoranda, maar een móoie.
Het beeld werd snel daarop bevestigd tijdens schiftingsronde twee,
toen ze glansrijk door de tests en vragen gleed.
Dat ze hier en daar wat fout zei, ach, daar zat men niet zo mee,
daar ze dat met zoveel stijl en charme deed.
Ook ronde drie verliep voorspoedig en versterkte slechts de faam
die ze inmiddels bij de jury had verworven
en die door geen van de twee, drie, vier, achttien fouten die ze maakte
in het minst of ook maar even werd bedorven.
Ronde vier was haast een eitje, tot frustratie van de rest
van de toch meer dan goed begaafde kandidaten,
die tot hun afschuw constateerden dat ze - verre van ‘the best’ -
door slechts te búkken heel de jury om kon praten!
Ach, die kerels ook altijd! Wat had zo’n uitslag nou voor waarde
als men enkel kwijlend gaapte naar’t reliëf der buitenkant?
Deze klucht van een verkiezing had verdomd de juiste winnaar;
ze was waarlijk een geweldig ‘Miss Verstand’!
© Vin 2003