DE ECHOPUT
(‘De put is hier gebouwd omstreeks het jaar zeventienhonderd’,
zo las met interesse de toerist, ‘rondom een wel,
en heeft sindsdien al menig argloos puttersoor verwonderd
met antwoorden - in echovorm -, ad rem, sonoor en snel,
op woorden die men nonchalant de diepte in liet vallen,
zodat de put de naam kreeg met een geest bezield te zijn.
Zo werd zij in de loop der tijd attractiepunt voor allen,
men kan haar zelfs bezoeken nu per dagtocht met de trein.’
Gezeten op de stenen rand
- zo keek hij in de diepte neer -
las de toerist luid verder, want
zowaar, zijn reisgids zei nog meer:
‘De put behoudt het hele jaar haar werking en haar water,
doordat zij wordt gevoed door onophoudelijke kwel’,
las hardop de toerist en dacht: het zal wel, want het staat er,
maar horen doe ik niks, verdraaid!
Droog echode de put:)
‘wel, wel!’
(Het gedeelte tussen haakjes kan naar believen worden overgeslagen.)
© Vin 2000