KAÄBALEN
Nog nooit was een vakantie zo vermoeiend,
vroeg het zoveel qua alertheid en fatsoen,
als dit weekje in het mekka der bestemmingen.
Bij Mohammed! Gauw vergeten, nóóit meer doen!
Het krioelt hier van de pelgrims - goed, dat moet maar,
daarover stond in de brochure iets vermeld -,
maar over ziektes, hele volksepidemieën,
werd in die folders in geen bijzin iets verteld!
Bij de baard van de profeet! Ik kan geen halve meter lopen
- dus nog vóor ik ook maar íets van deze stad zie -,
of ik moet mijn ondernemingszin onmiddellijk bekopen;
wéer die mensenmassa, snotverkouden, had die
nu niet elders kunnen bedevaren - Kevelaer, Medina? -,
of in elk geval goed ingeënt, zodat nie
een fatsoenlijk mens als ik beleefdheidshalve eender wie dra
‘proost’ moet wensen of een zakdoek aan moet bieden?
Ik word doodziek van’t genies van al die lieden,
van’t ‘gezondheid’ zeggen tegen elke hadji!
© Vin 2013