ACHTER HET NET
Hij wilde dolgraag op auditie
bij de blaasband ‘Windkracht tien’,
waarin vrijwel al zijn vlootcollega’s speelden.
niet zozeer vanwege muzikale aandrang,
iets van dien,
maar vooral daar hij zich zondags zo verveelde.
Achttien vissers, dorpsgenoten,
heel de week op zee, op boten,
ieder weekend onverdroten
aan het oef’nen in’t café
op hun tuba’s en trompetten,
hun trombones, klarinetten.
Als hij zich erbij mocht zetten,
blies hij zó een stukkie mee!
Doch slechts éen enkel zeemanslied,
en zijn krachtige première
was meteen einde carrière -
hij kon huiswaarts, liefst subiet.
Overheersend, penetrant,
was de unanieme mening.
Met de band alweer in training
sloop hij kousvoets uit het pand -
een ontgoocheld man die heenging
met z’n misthoorn in de hand.
© Vin 2007