133 Burengerucht

BURENGERUCHT

Een kraai met angina zingt mooier dan ik,

of een grijsaard met pijnlijke kwaal.

‘K ben allergisch voor noten, vleugellam, ongeschikt

voor’t gehoor - ik ben a-muzikaal.

Maar sinds kort heb ik eind’lijk een puik instrument,

enkelsnarig, dus simpel als wat,

te bespelen door wíe ook, zelfs zónder talent.

Nou, dat treft; als ik íets mis, dan dát!

Geen stemvork, geen fretten, geen blad partituur,

slechts éen vinger en íets fantasie,

en ik speel in een paar uur - zeer luid en vol vuur -

een pracht van een solo-fonie!

De rest van de flat

- helaas - oordeelt anders;

men bonkt op de muren

en stampt op de vloer.

‘K ben blijkbaar omringd

door cultuur-tegenstanders.

‘K heb daaglijks een bus vol met klachten

vanwege ‘t langdradig geluid,

daarbij speel ik waarachtig

toch werkelijk prachtig

op mijn turkse éentonige luit!

© Vin 2009