27 In het zwembad

IN HET ZWEMBAD


Hij is een grote, ferme jongen,

en hij heeft een stoere knaap,

maar zijn trekkracht is voldoende voor ‘t monster.

Als de badjuffrouw nu langsloopt,

heeft hij alles in de hand,

want zijn paal staat boven water, klopt en bonst er.

Kijk! Daar komt ze aangewandeld,

in haar natte badstafpak,

werpt een blik op alle zwemmers en - zowaar! -

laat hem rusten op zijn Nessie,

waar hij prompt op reageert;

hij is een grote, ferme jongen,

en hij komt van zessen klaar!

© Vin 2002