176 Herenleven
HERENLEVEN
De garçon keek strak vóor zich bij’t zorgvuldig serveren
van de chateaubriand flambé à la maison,
een beroepsdiscretie die ik ten zeerste waardeerde,
een faveur die ik op prijs stellen kon.
Ik had toch reeds te kampen met een golf van gepeupel
dat zich ophoopte, buiten, voor het venster, alwaar
men zich overgaf aan welhaast elk vulgair euvel;
het plebs trok gezichten, wees: dáár!
Dat ‘daar’ betrof mij, dat was helder.
En ook binnen werd schielijk gespied.
Het waren mijn nekharen die het feit registreerden,
want openlijk dorst men het niet.
Mij leek de commotie edoch
volkomen misplaatst, overdreven.
Mijn corpus leek aanstoot te geven,
maar niettemin hield ik mij toch
eenvoudig aan de reeglen des huizes;
had mij van mijn kleding ontdaan,
en zat dies ‘in optima forma’
( op jaeger slip, sokken en snor na ),
voldeed dus geheel aan de norm qua
fatsoen, etiquette.
Zieaan!
Discreet wees ik dan ook de ov’rige gasten
op het bordje dat zich naast de ingang bevond,
waarop onmisverstaanbaar,
in heldere letters,
‘No smoking’ te lezen stond.
© Vin 2013