250 De misogyn

DE MISOGYN

Alwéer op visite,

mijn vrouw sleept me mee.

Pleziert het me? Nee,

ik weet echt wel iets leukers.

‘K ben niet te genieten,

kijk liever tv

dan te luist’ren naar mieren- en huiskrekelneukers.

Geleuter en kletspraat,

geblaat aan m’n kop.

Wanneer houdt ‘t op,

die doffe ellende?

Oh! Hoe’k dat gezwets haat

over niets, nada, nop,

geneuzel van vage bekenden.

Ik ben ook een doetje, een watje,

om mee te gaan, mak als een lam,

al kost het haar enig gedram

me steeds weer zo krachtloos te krijgen.

Maar steevast, na ‘mannie’ en ‘schatje’,

sjok ik, onwillig en stram,

- het leven is ‘suivre la femme’ -

haar na, zonder wil van m’n eigen.

Bah! Hier zit ik weer, baal als een blikjessardien,

geklemd tussen kwabbige lijven,

gesausd en gepekeld, ontgraat bovendien.

En die wijven, zij kwijven, zij kwijven!

© Vin 2019