279 Quasi gebocheld

QUASI GEBOCHELD


‘Een speling der natuur’, zegt men.

‘een curieuze zeldzaamheid’.

Dat mag zo zijn, mij kwelt het feit

dat mensen wijzen, staren.

Ik loop ermee voor bultenaar,

die bobbel aan mijn achterkant.
Waar ik verschijn, men lacht er, want

geen ander heeft zo’n rare

opvallende anomalie.

Geef mij maar flapoor, roomse knie,

of onderkin, het deert me nie.

U merkt wel da’k geducht snak

naar correctieve chirurgie,

een kundig medisch vakman die

mijn lot verlicht, ik vind ‘t drie

keer niks. Misplaatst, zo’n rugzak.


© Vin 2020