80 De ceremonie meester

DE CEREMONIE MEESTER


Hand in hand stonden Walter en Willy voor’t altaar,

hij als de bruidegom, zij als de bruid -

al kon men dat niet aan hun trouwtenue afzien,

want dat stichtte lichte confusie;

daar Walter verscheen in een maagd’lijk wit rokje,

zag hij er - op pumps - eerder zijachtig uit,

en daar Willy op haar beurt in pandjesjas liep,

trok men snel een verkeerde conclusie.

Doch de dominee liet zich niet kennen,

had al zoveel gezien mettertijd,

hij begon doodgewoon aan zijn rede

met als slot ‘tot de dood jullie scheidt’.

Ook al waren zijn klanten wat anders,

aan zijn tekstboek veranderde niets,

met genoegen voltrok hij het huw’lijk

op z’n contemporain travestiets.

Als immer dus vroeg hij eerst háar

- in dit geval die met de hoed en de stropdas -,

zoals het gebruik’lijk en kies in zijn job was:

‘Willy, wilt gij’ - en zo verder.

Er was eigenlijk nauw’lijks verschil.

Maar ho! Daarmee ging hij voorbij

aan het feit dat niet híj de broek aanhad, maar zíj;

hij sprak: “Willy”, maar vóor zijn vervolgend ‘wilt gij’

viel ze hem al in de rede

met een zeer pertinent “Ja, hij wil!”

© Vin 2006