Zondag 31-10-10 - dinsdag 02-11-10, Cascais. Zondag, maandag en ook dinsdag nog een beetje, zijn winderig. Dus goede boeken. En internet. En een mooie omgeving voor wandelingen langs de kust, door het park en de stad. De swell is inmiddels indrukwekkend, vooral in de brekers.
We zijn niet meer naar Lissabon gegaan. Intussen besluiten we om niet rechtstreeks naar Madeira te zeilen, er zit teveel onzekerheid in het weer, het is tenslotte 4-5 etmalen op zee, en we hebben ook weer zin in de rest van de Iberische en in de Marokkaanse kust.
Woensdag 03-11-10, Cascais-Sesimbra, 26 mijl. Heerlijk om weer op zee te zijn! Het weer is weer stabiel, stralend en warm. De meeste andere southbound jachten zijn al vertrokken als wij de zeilen hijsen, enkele naar Madeira, de meeste voor ons uit. Twee ervan,
de Gabber met Ernie en Erik (www.sy-Gabber.nl) en een Duitse Dehler 31 met een jong gezin, die we voor het eerst in Figueira zagen, lopen we op in de loop van de tocht naar de volgende haven. Erik en ik maken onderweg foto’s van elkaar en dat overkomt je niet zo vaak. Helaas op de achtergrond van Inísh alleen Atlantische oceaan. En we lijken wel terug te zeilen. We ronden weer een kaap en in de luwte daarvan ligt onze volgende haven, Sesimbra, tegen een imposante achtergrond van hoge, vrij dorre hellingen met op de top alweer een Moors Castelo. We komen aan tegen donker (dat is het hier om zes uur want het inmiddels wintertijd) en gaan er niet meer op uit. De volgende morgen na het ontbijt willen we weer zeilen, dus deze haven zien we alleen vanaf het water en vanuit de marina.
Donderdag 04-11-10, Sesimbra-Sines, 35 mijl. Vandaag weer een lekkere dag zeilen. Als de onze omhoog gaan zien we de zeiltjes van de anderen alweer ver voor ons (nog wel). We trekken heel optimistisch alles uit de kast, maar de genua moet al snel weer een stuk ingerold, want hoewel het water vlak is en de windverwachting zwak tot matig, hebben we algauw 20+ knopen op de windmeter: squalls vanaf de berghellingen. We spuiten er dus lekker vandoor met tegen de 7 knopen snelheid. Langzaam maar zeker wordt de wind minder: 18, 16, 14, 12, 10 knopen en waar we eerst een half windje hadden gaat ‘ie steeds meer terug naar het noorden (de bijna vaste windrichting hier) en dus moet de spi er weer eens uit. We hebben de andere jachten inmiddels ingehaald, met de spinaker op laten we ze ver achter ons. De Dehler komt een uur en de Breewijd (31 ft en 9 ton) anderhalf uur na ons binnen in de volgende haven. En dat is er niet zomaar één. Het is Sines, de geboorteplaats van Vasco da Gama, die hier nog steeds vanaf de kliffen, naast alweer een Castelo, maar nu in brons, vol verlangen uitkijkt over de Atlantic.
’s Avonds komen Erik en Ernie van de Gabber bij ons op de koffie en foto’s uitwisselen, een gezellige avond met natuurlijk veel zeilverhalen.
Vrijdag 05-11-10, Sines. Een dag rust, boodschappen in de Lidl, rondwandeling door Sines en een bezoekje aan het kleine maar mooi ingerichte museum over de historie van de stad en (natuurlijk) Vasco, helaas veel uitleg alleen in het Portugees, een taal die we nog steeds niet geheel machtig zijn.
Zaterdag 06-11-10, Sines-Baleeira, 60 mijl. De wekker staat om zes uur. We hebben geleerd dat het beter is om de wekker nóg wat vroeger te zetten en de dingen rustig te doen. Even na half zeven gaan de trossen los en midden in de exodus van heel veel sportvisbootjes (het is tenslotte zaterdag), terwijl de hemel de dageraad aankondigt, varen we de haven van Vasco weer uit, op naar de (volgens de Reeds) mediterrane zuidkust.
Maar eerst nog 55 mijl met weinig wind, dus het motortje het grootste deel zachtjes bij, naar Cabo da Sao Vicente, het meest zuidwestelijke puntje van Europa, ofwel de sik van Iberië. Het blijkt daar een indrukwekkend rots massief. En mèt het ronden van de kaap steekt ook de wind op. Er werd voor het weekend veel wind verwacht, maar die komt voor ons wat vroeger, uit het noordwesten, aflandig, dat is niet erg. Maar er komt ook een onverwachte vervelende deining uit het oosten. Ik wilde, om niet ’s nachts te hoeven zeilen, naar een vissershaventje net om de hoek, we komen daar ook net voor donker aan, maar we schrikken een beetje van die daar zo naar binnen rollende oostelijke deining. Uiteindelijk valt het wel wat mee, maar toch liggen we af en toe lelijk te rollen achter ons anker. Het komt de sfeer niet ten goede, vooral omdat Josien graag door had gewild naar Lagos en daar niets van zegt omdat ze denkt dat ik persé wil ankeren . . .
Zondag 06-11-10, Baleeira-Lagos, 15 mijl. We slapen toch nog een paar uur, staan voor achten op, ontbijten en gaan ankerop, hetgeen nog niet meevalt want onze Bruce heeft zich stevig ingegraven, we lagen dan ook weer als een huis ondanks wind en swell. Het waait inmiddels een dikke 5 bft en met gereefd grootzeil en halve genua stuiven we in tweeëneenhalf uur naar Lagos. We hebben overwogen om vooraf te bellen, want capt. Hadley (zie Nazaré) had ons sombere beelden geschetst over de zuidkust: vol en duur. We wagen het er maar op, en het lijkt steeds waarschijnlijker dat die waarschuwingen slechts klantenbinding waren, want er is ruimte zat in de marina en de prijs is weliswaar tweemaal zo hoog als het wintertarief aan de westkust, maar niet extreem (€24 incl. water, stroom, douches). Wel is het hier veel drukker met buitenlandse jachten. Overwinteraars uit Engeland, Nederland, Duitsland, Frankrijk en andere Noord-Europese landen. De Duitse Dehler 31 (thuishaven Herkingen) eerder gezien in Figuera, Nazaré, Cascais, Sesimbra en Sines ligt er ook al weer, vannacht doorgevaren.
Maandag 07-11-10 – donderdag 11-11-10, Lagos. Veel boodschappen maandag. Naar de supermercado voor broodjes. Naar de chandler om een AIS ontvanger te bestellen. Daarmee zie je voor een redelijk bedrag alle beroepsvaart in je buurt, mèt hun scheepsnaam, richting en snelheid, iedereen die het heeft is er razend enthousiast over, als je wilt krijg je ook een alarm als ze in je buurt komen. En voor plastic slang om de verstaging, met al die voordewindse koersen slijt het grootzeil anders teveel. Daarna naar een witgoedzaak voor een elektrisch kookplaatje, want stroom is hier overal gratis en gas soms moeilijk te krijgen. En dan natuurlijk nog de gewone boodschappen. Verder verdoen we veel tijd om internetverbinding te krijgen. Stations zat, signaal genoeg, maar verbinding ho maar. Het wil niet lukken vandaag. En de andere dagen in Lagos is het ook mondjesmaat met internet, af en toe een beetje verbinding.
Dinsdag maken we een mooie wandeling langs de kust, waar de meest fantastische rots-sculpturen zijn gevormd door de Atlantic.
Woensdag zit ik om half negen in een trein die om half één in Setubal aankomt, want ik heb daar een afspraak met mijn zoon Joost, zijn Anna en kleindochter Sara, die deze week in een huisje in Portugal zitten. Zo’n kans moet je natuurlijk niet laten lopen.We hebben een paar fijne uren in het prachtige Castelo . . .
. . . waarna ik de stad nog een uurtje bekijk en weer lang in de trein zit. Om tien uur weer thuis aan boord van Inísh.
Vrijdag 12-11-10, Lagos-Faro, 42 mijl. Eindelijk weer varen vandaag. Het is een mooie dag, met bijna geen wind, zodat we besluiten om een lagune binnen te lopen een paar mijl oostelijk van Lagos, want daar is het mooi en rustig ankeren. Maar niet voor Inísh, want het loopt tegen laag water en al snel wordt het zeer ondiep en zuchten we met de kiel op een zandbank. Dus niet langer knoeien, maar terug naar buiten, jammer. Dan maar zeilen naar een haalbare marina. Eerst varen we met weinig wind aan de wind, dan met iets meer (3bft) zo’n halve wind, zodat de spi erop kan en dan gaat het lopen! Als een speer na een paar uur! We halen in de middag een gemiddelde van dikke zeven knopen met pieken van over de acht! Krenten in de pap weer. Ja, als het zo hard gaat kunnen we ook wel door naar Faro al is dat ruim veertig mijl. Wel gaat eind van de middag de zee wat opbouwen, zodat we af en toe een schuiver maken, maar tegen zonsondergang neemt de (zee)wind weer af zodat we fatsoenlijk de spinaker kunnen bergen en net na zonsondergang de lagune bij Faro binnenlopen. Maar dan moeten we nog wel in het inmiddels stikdonker bij het gepinkel van de lichtboeien een ankerplaats vinden. De eerste poging is niet zo’n succes, we komen weer op ondiep water terecht als we buiten de vaargeul willen blijven, maar dan komt er hulp van een paar (sport)vissers die ons doorverwijzen naar een ankerplaats verderop, in de luwte van het eilandje "Ilha de Calutra", waar meer zeiljachten liggen. En daar laten we in 5 meter water ons anker vallen en liggen we prima, Josien had onderweg evengoed de spaghetti al klaar, dus om zeven uur kunnen we direct aanvallen als Inísh is verzorgd. En hebben een rustige avond achter ons anker. Morgen maar zien hoe het hier oogt.
Zaterdag 13-11-10, Ilha da Calutra (Faro). Het oogt hier klein, laag, wit, zonnig en zanderig met héél veel kleine visbootjes die in en uit het kleine haventje scheuren en ons ankeraars (zo’n zes in getal) in de wash (hekgolf) achterlaten. Na de koffie gaan we het eiland verkennen. Het is klein, vlak, bestaat compleet uit zandduintjes en het dorp is bijna geheel opgetrokken uit witte huisjes van één verdieping. Het lijkt erop dat de mensen ze zomaar lukraak naast elkaar hebben gezet. Er zijn geen wegen maar betonpaden, voetpadbreed. Het wagenpark bestaat uit twee trekkers en een golfkarretje. Verder stikt het van de kroegen en er gaan een paar kleine veerbootjes naar de vaste wal (Olhão). Op het eerste het beste terrasje zitten twee Texelse vrouwen, waarvan er één al zeven jaar op dit eiland bivakkeert in een catamaran, aan de kant getrokken in een kleine lagune à la Slufter, er liggen daar tientallen. Volgens haar het laatste paradijs op aarde, ons lijkt het toch wat beperkt op den duur, en de slufter wordt ook niet mooier van al die wrakkige boten. Maar goed, als je maar gelukkig bent. De weersverwachting belooft wind en regen, dus blijven we nog een paar dagen in het waddengebied van Faro en Olhão. In de nanacht trekt de wind al aan tot 6 bft, dus slaap ik slecht al liggen we als een huis.
Zondag 14-11-10, Ilha da Calutra – Olhão, 4 mijl. Vroeg in de morgen komt de regen na de wind, een paar uur valt het met bakken uit de hemel. Tegen de middag klaart het alweer op en neemt de wind af tot 4 bft. We gaan ankerop en verder de lagune in naar Olhão. Het lijkt hier heel erg op onze wadden (in het klein) met beboeide geulen, droogvallende platen, visstokken en aan de buitenrand de zandeilanden. In de haven van Olhão zien we een paar ankeraars. Wij willen de marina in omdat we boodschappen moeten doen en douchen. Eigenlijk worden geen passanten toegelaten, maar de bewaker van de marina laat ons toch (gratis) binnen “vanwege het slechte weer” (de zon schijnt alweer). Het is gewoon een lieve Portugese jongen! “s Avonds wandelen we wat langs de wadkant en door de stad en gaan daarna eten in een eenvoudig visrestaurantje waar we voor de somma van €13 pp het grote vismenu met zes!! soorten vis (heek, zalm, goudbrasem, makreel, sardine en nog iets onbekends in kokosmelk) krijgen voorgezet. De meeste vis gegrild op een houtvuurtje. We doen verschrikkelijk ons best maar krijgen toch de laatste visjes niet op. De waardin heeft er vreselijk veel plezier in en wij ook. Waarschijnlijk ons laatste uit-etentje in Portugal, dus zeer in stijl. Een topdag al met al.
Maandag 15-11-10, Olhão - Ilha da Calutra, 4 mijl. Het weer is weer Portugees, dus mooi met weinig wind. Na het ontbijt eerst naar de Lidl, waar we onze vouwfietsjes afladen met boodschappen, want als het weer goed blijft gaan we morgen oversteken naar Rabat (ca. 36 uur varen). Na de boodschappen verlaten we de marina want die aardige Portugese jongen wordt wat zenuwachtig en we moeten weg van hem. We gaan terug naar ons ankerplaatsje bij het eilandje Calutra.