Vaarbericht Inísh 2011-10, Bonaire-Curaçao.

Dinsdag 31-05-11 – vrijdag 03-06-11, Kralendijk, Bonaire. Vandaag (dinsdag) zouden we fietsen. Maar het is vandaag slecht weer. Daar reken je niet op, want het is bijna altijd mooi weer. Vandaag zijn er buien, en daar komt dan meteen een hoop water uit. Dus stellen we de fietstocht uit tot morgen en gaan vandaag luieren. Gisteravond gelukkig even illegaal internet gehad, net genoeg om ons vorige vaarbericht te verzenden, nu is het weer niets. Woensdag is de zon er weer en gaan we vroeg naar de fietsenverhuurder, die van Texel blijkt te zijn en daar in den Burg tot zes jaar geleden een viskraam had. Hij heeft de warmte opgezocht met medeneming van een aantal verhuurfietsen, weer naar een eiland. We fietsen het dorp uit en komen al gauw in een gebied dat prima als decor voor een western zou kunnen dienen, we zien de gringo’s en sombrero’s in gedachten al rondrijden op hun paarden en ezeltjes. Die ezeltjes zijn hier in het echt volop.

Verderop rijden we langs een swamp, waar we de eerste flamingo’s van dichtbij spotten, wat zijn ze statig en kleurig.Aan de andere (wind)kant van het eiland is een soort lagune vol windsurfers: vlak water en veel wind en de zee is hier zo mooi turquoise. Zo helder hebben we het nog nergens gezien. Vandaar ook dat Bonaire geroemd is als duik- en snorkeleiland. Dat doe ik inmiddels regelmatig rond de boot. Overal koraal en de mooiste veelkleurige vissen. Bij de lagune spreken we andere Hollanders die fietsen hebben gehuurd. Ze vertellen ons dat ze ook een tocht met een auto met gids hebben gemaakt door het natuurpark en zijn er erg enthousiast over. Dat willen we ook. We hadden gepland om daarvoor een auto

te huren, maar het terrein is veel te slecht en een gids kan je de mooiste plekjes laten zien. Via de zoutpannen die we ook al vanaf zee zagen fietsen we terug naar Kralendijke en dan is het ook wel weer mooi weest, want de wind maakt het fietsen best zwaar, en meestal is ’ie tegen, toch? Als we de fietsen terugbrengen informeren we meteen naar de park-tour en krijgen een telefoonnummer. Aan boord ga ik het meteen regelen. Morgen kan niet i.v.m. Hemelvaartsdag, maar vrijdag gaan we. Half negen aan de wal.

Als we vrijdag om tien voor half de dinghy vastmaken staan onze gidsen (Alsie van Bonaire, een stoere zwarte chauffeur en Anja van Rotterdam, zijn witte vriendin) ons al op te wachten. Het klikt meteen en na een kwartiertje word er honderduit gekletst in de witte fourwheeldrive met bakkie die je hier veel ziet ten behoeve van de duikspullen. Bij ons zit er alleen een koelbox in (het bakkie), want koude drankjes en sandwiches zijn inclusief en prima verzorgd door Anja. 

We rijden via Rincon, het mooie oudste dorp van Bonaire, naar de ingang van het park en daarna wordt het een soort safari door de prachtige natuur van Noord-Bonaire. Een beetje woestijnachtig met veel vulkanisch gesteente en opgestuwde koraal. Onverharde wegen met hellingen van veel procenten. Mooie vergezichten op heuvels, rotsformaties, stranden en zee. 

Heel veel hagedissen en leguanen, waarvan sommige bijna uit je hand komen eten. 

En heel veel vogels, waarvan we sommige nog nooit gezien hebben en andere hier nog niet gezien hebben, zoals de purperreiger, soort eenden, soort aalscholvers, kleine witte zilverreigers, kwakken. 

Maar vooral ook veel flamingo’s, paartjes groen met gele parkieten, onbekende roofvogels en roepia’s (prachtig zwart met oranje en een markante roep). En veel wilde geiten lopen hier rond.Als we om drie uur ’s middags weer in Kralendijke worden afgezet hebben we een prachtige tocht gehad. Daarna varen we met Inísh naar de jachthaven, want we hebben water nodig en walstroom om de fotobatterijen op te laden. Van daaruit gaan we nog even lekker spareribs eten bij Bobbejan, erg lekker, en daarna merken we, terug aan boord, dat de marina ’s avonds is vergeven van de muggen, daarom is het hier natuurlijk zo leeg. We hebben er een slechte nacht van. 

En morgen willen we nog wel varen, naar Curaçao.

Zaterdag 04-06-11, Kralendijk - Spaanse Water, Curaçao, 38 mijl. Er is nog veel te doen voor we kunnen vertrekken. Ik was helemaal vergeten dat er moet worden uitgeklaard, en vanuit de marina is dat twee keer een half uur lopen. En Inísh moet ook weer vaarklaar worden gemaakt, en er moet nog worden afgerekend, maar eindelijk, om elf uur, gaan toch de trossen los en al gauw zeilen we met een heerlijk bakstagwindje 4 richting Curaçao. In de middag passeren we Klein Curaçao, een laag eiland met een prachtige vuurtoren, waar we toch maar aan voorbijvaren omdat we niet weten of we er op mogen en omdat er bijna geen ankergelegenheid is. 

Om half zes verkennen we de nauwe ingang van het Spaanse water, een diepe inham waar het prachtig gratis ankeren is, wel een kilometer of tien van Willemstad. Om half zeven hebben we een mooi ankerplekje gevonden, genieten weer eens van Josiens heerlijke zelf onderweg (!) gebakken brood en krentenbrood en om zeven uur worden we opgevreten door de muggen, een ware plaag. We jeuken nog steeds overal op ons lijf. We vluchten de kajuit in maar daar is het bloedheet. Tot laat in de avond blijven we de mepper hanteren, maar ze zoemen natuurlijk toch nog de hele nacht rond de kop. 

Zondag 05-06-11 - 15-06-11, Spaanse Water, Curaçao. We besluiten om ankerop te gaan en een plek te zoeken die wat verder van de muggen en wat dichter bij de landingsplaats voor dinghy’s is. Onze Amerikaanse buurvrouw, waar we eigenlijk te dicht naast lagen, komt ons nog achterna met haar dinghy en geeft ons een uitdraai met veel zeilersinfo over het ankergebied, inklaren, bus-tijden en nog veel meer. Erg handig. We kunnen het direct gebruiken als we met de bus naar Willemstad gaan om in te klaren en voor een eerste kennismaking. De bus is redelijk op tijd en niet duur. Willemstad vinden we erg mooi. De douane- en immigratie-ambtenaren zijn behulpzaam en vriendelijk. Eigenlijk maakt alles hier een prima indruk op ons. We zullen het wel een tijdje uithouden. 

We zien ook de beroemde schipbrug over de Annabaai,

moeten er meteen overheen om bij immigratie, havendienst en Radio Holland te komen, die hopelijk onze radar gaan repareren. Maar vandaag zijn ze dicht, de havendienst ook. We denken dat we hier morgen met Inísh naartoe varen, lijkt ons makkelijker voor Radio Holland en kunnen we meteen naar de havendienst en boodschappen doen. De kade lijkt erg vervuild met stookolie, maar het water is schoon, dus wagen we het erop. Maandagochtend bellen we meteen met Radio Holland en de monteur heeft vandaag tijd,

dus ankerop en naar Willemstad. De schipbrug draait voor ons alleen en we krijgen toestemming om bij Radio Holland voor de deur af te meren. Nou, daar gaan we spijt van krijgen! Zo schoon als het water gisteren leek, zo vervuild blijkt het vandaag en als we een paar uur later terugvaren naar het Spaanse Water zitten Inísh en dinghy onder de oliesmeur, we balen vreselijk, want net in Trinidad hebben we de boot helemaal schoongemaakt en in de was gezet! We kunnen weer helemaal opnieuw beginnen en hoe krijg je die vuiligheid eraf vanuit je dinghy op bewegend water, ik ben helemaal niet blij. Nog minder als Radio Holland meldt dat Furuno geen garantie meer wil geven omdat onze radar al in 2008 de fabriek heeft verlaten. Ik stuur meteen een emotionele mail naar Dekker Watersport die al snel geruststellend terugmailen dat zij en Radio Holland NL instaan voor de garantie, dat is tenminste één opluchting.

De dagen daarna besteden we aan pogingen om de boot weer schoon te krijgen, eerst de dinghy want die hebben we het meest nodig, dat lukt redelijk met thinner, ik draai het bootje gewoon ondersteboven in het water en ga erop zitten in zwembroek, Daarna Inísh, maar dat is een stuk lastiger, want het gaat steeds harder waaien en vanuit de dinghy is het een rotklus, ik doe beetje bij beetje en na een dag waait het zo hard dat ik het werk moet onderbreken.

We doen boodschappen, brengen de was weg en gaan nog een dag winkelen en sight-see-en in Willemstad.

We leren wat mede-ankeraars kennen, o.a. tijdens het happy hour dat hier iedere vrijdag- en dinsdagavond bij de snackbar aan de wal is. We krijgen bericht dat de onderdelen van de radar a.s. dinsdag (de 14e) uit Nederland worden opgestuurd. Dus we zijn hier nog wel een weekje. In de supermarkt krijgen we een lift naar Inísh aangeboden van Gerrit en Tineke, twee tukkers, op bezoek bij hun dochter. We nemen ze mee naar Inísh voor een kop koffie, waarbij we allemaal kletsnat worden van het buiswater in de dinghy, het waait weer eens hard. Gerrit is bij PUM, een (BZ-)overheidsorganisatie die (technische) deskundigen uitzendt naar de gekste landen voor het geven van advies. Misschien ook wat voor mij als we straks terug zijn. We hebben een heel gezellig uurtje in de kuip en worden uitgenodigd voor een tegenbezoek. 

We huren drie dagen een autootje en toeren daarmee het eiland rond, bezoeken het natuurpark dat lang niet zo mooi is als dat van Bonaire. En we kopen een plaatje watervast multiplex als nieuwe vloer voor de dinghy want de latten zijn nu allemaal verbrokkeld. 

Dinsdagavond ontmoeten we tijdens het happy hour onze Duitse buurman, Georg, waar we op Bonaire ook al naast lagen. Hij is met z’n vrouw onderweg in het Caribisch gebied, op een stalen tweemastschoener van 14 meter, de Lisbeth II. We misten haar al een paar dagen en maakten ons wat zorgen, maar ze blijkt voor een paar weken naar Duitsland te zijn gevlogen, omdat hun geadopteerde gehandicapte zoon (een twintiger, die nu op een boerderij werkt, maar voorheen probleemloos meezeilde) een nieuwe begeleider krijgt.

Curaçao is een groter en levendiger eiland dan Bonaire. Willemstad is een heuse stad met een rondweg en industrieterreinen. En je kunt hier alles krijgen, maar het is niet goedkoop. Overigens mogen we wel voor $10 hier, in het Spaanse Water, drie maanden achter ons anker blijven liggen.