Vaarbericht Inísh 2012-11, Huahine-Bora Bora.

Maandag 16-07-12, Huahine - Raiatea, Sociëty Islands, 24 mijl. Na het ontbijt denken we ankerop te gaan voor de 24-mijls-oversteek naar ons volgende eiland: Raiatea, samen met Taha'a in één lagune. Maar de ketting zit onder een koraalbrok, en niet zo’n beetje. Gelukkig ziet de buurman ons tobben, doet z’n snorkel op, duikt te water en ziet al gauw dat de ketting zich ernstig onder een brok koraal heeft gewurmd. Op zijn aanwijzing vieren we de ankerlijn zover mogelijk op en varen op de motor (voorzichtig, geen lijn in de schroef a.u.b.) met die lijn strak in de richting waar de ketting zou moeten vrijkomen. De tweede poging lukt al, wij opgelucht en dankbaar, buurman blij dat hij heeft kunnen helpen. Om tien uur zeilen we langzaam op een half uitgerolde genua de lagune uit, nagezwaaid door achterblijvende ankeraars. Eerst is het even heerlijk zeilen, de squalls van de bergen duwen ons lekker vooruit en het water is nog vlak in de luwte van Huahine, daarna is het een poosje onplezierig zeilen, met te weinig wind pal achterop, en een nog forse swell van de harde wind van de afgelopen dagen, dus flapzeilen. Gaandeweg de oversteek neemt de wind weer wat toe en gaan we lekker, stroompje mee, dus om drie uur ’s middags lopen we de opening in het rif van Raiatea binnen, net eruit gelopen door de Lafiësta, een 42 voets Catalina uit Australië met David, Angelina en Nathalie, waar we in de voor-vorige baai al naast hadden gelegen (die van het happy hour dat niet doorging). Als ze geen grote uitschuifspinnakerboom hadden gebruikt weet ik nog niet of ze ons 35-voetertje eruit gezeild hadden, maar nu moeten we een deukje in ons zeil-ego verwerken. Gelukkig worden we bij de lagune-ingang begroet door een groepje dartele dolfijnen, dat helpt. Na al het ankergedoe van de laatste week in die harde wind willen we wel eens lekker ontspannen in een marina of aan een mooring, vooral omdat ankeren op ondiep water op dit eiland bijna nergens kan. Ik had de marina al gemaild, geen – tijdig - antwoord helaas. Dus als we een marina zien lopen we naar binnen, maar zien geen ruimte, alleen wat (deels) bemande jachten die daar kennelijk al helemaal vastgeroest liggen. Niemand neemt enige notie van ons, dus maar weer naar buiten. Wat te doen? Er is nog een marina aan de andere kant van het eiland, daar zijn ook de moorings, maar we zien Lafiësta vastmaken aan de kade bij het dorp waar ook een grote supermarkt is, en aangezien we de laatste dagen niet van boord zijn geweest, lijkt ons dat ook wel een goed idee.

Er is nog een klein kadehoekje vrij dat niet aan lagerwal ligt, lastig om in te varen, maar vol zelfvertrouwen duiken we d’r toch in met de bemanning van Lafiësta klaar op de kade voor de lijnen.

En achteraf zijn we heel blij dat we hierheen zijn gegaan want het blijkt dat niemand er enig bezwaar tegen heeft dat we hier een paar dagen blijven liggen! Gratis, zo van boord af dorp, supermarkt en eethuisje in en redelijk in de luwte voor de 20 knopen windgolfjes van de lagune waar we toch weer mee te maken hebben. We praten bij met Lafiësta, wat mensen uit het dorp en gaan lekker een steak eten in de brasserie. ’s Avonds loeit de wind ons om de oren, de lijnen staan strak, maar we liggen safe.

Dinsdag 17-07-12 – donderdag 19-07-12, Raiatea, Sociëty Islands. Eerst even de kant op voor een verse baguette bij de ochtendkoffie in de kuip, heerlijk. Tijdens het ontbijt komt één van de hier vastgeroeste zeilers ons zijn diensten aanbieden als électronicien. Vertelt ons ook dat we hier best nog een paar dagen kunnen blijven liggen, deze kade was bestemd voor cruiseboten, maar door de malaise is het toerisme hier schrikbarend teruggelopen. Én er is een hele mooie wandeling naar de top van de dichtstbijzijnde berg, uurtje klimmen, dat gaan we meteen doen vandaag. Maar eerst krijgen we allerlei bezoek, van de buren, van de bemanning van Vetrix, weer van buurvrouw Angelina, die nu pas ziet dat we Hollanders zijn en meldt dat ze uit Indonesië komt en zowel Portugese als Hollandse voorouders heeft. Eindelijk, om 13 uur, kunnen het luik in de kajuitingang en wij op weg naar de bergtop. Mooie wandeling inderdaad, we zijn niet eens de enigen op deze warme middag (gelukkig waait het nogal). En de beloning is er naar:

een waarlijk schitterend uitzicht op Raiatea, het meest rechtse mastje is van Inísh.

Taha’a, omringende lagune met alle kleuren blauw, groen en geel,

en ten slotte, heiïg aan de horizon, de contouren van de parel van de Zuidzee: Bora Bora.

Als we terug zijn duik ik nog even naar de klapschroef, want Josien had een tikje gehoord, gelukkig ziet alles er goed uit onder Inísh’ buikje, alleen de zinkanode is vrij ver heen.

Woensdag halen we de vouwfietsjes uit het vooronder, maar om half tien horen we getrommel en gezang vanaf het pleintje aan de andere kant van de straat. Wij erheen en daar krijgen we geen spijt van want we worden vergast op een prachtig dans- en muziekfestijn op z’n Polynesisch.

De jongens en meisjes ogen professioneel maar stralen vooral heel veel speelvreugde uit, ze dansen prachtig, de ritmes van de trommels zijn ingewikkeld, soms opzwepend en snoeistrak, de meerstemmige zang is mooi, zuiver en soms ontroerend. Genieten!

Op de Marquises was de dans indrukwekkend en oorlogszuchtig. Hier vooral elegant en romantisch.

Na de dans gaan we fietsen naar marina, jachtwerf en ankergebied aan de andere kant van het eiland. En we kunnen alleen maar blij zijn met ons plekje aan de kade, want het is daar ver van de bewoonde wereld, ankeren is erg moeilijk omdat het water er of erg diep of te ondiep is en een plekje in de marina is duur en ze zijn nauwelijks geïnteresseerd in onze komst. We blijven dus nog maar even waar we zijn. Wel een mooi fietstochtje zo langs de kust van Raiatea trouwens. Donderdag fietsen we de andere kant op langs de kust, want we hebben gehoord dat er zo’n 8 mijl naar het oosten de grootste archeologische site van de eilandengroep is, Raiatea was vroeger het “hoofdeiland”. Na een dik uur fietsen en toenemende hellingen rusten we even uit bij het begin van een diepe baai, horen plotseling iemand gedag zeggen in het Hollands: de bemanning van de Vetrix in een huurautootje, die ook aan het rondtoeren zijn. Zij komt van st. Maarten en spreekt nog een beetje Nederlands. Ze vertellen ons dat het nog zeker 10 km. verder is naar de site, dus we besluiten terug te gaan.

Vrijdag 20-07-12, Raiatea – Patio, Taha’a, Sociëty Islands, 10 mijl. Net als we aanstalten willen maken om de trossen los te gooien horen we weer het tromgeroffel dat een dansoptreden aankondigt, nu van een andere groep, op hetzelfde pleintje als woensdag. Waarschijnlijk zijn dit generale repetities voor de competitiefinale die vanaf zondag in het dorpje Patio op het zustereiland Taha’a zal plaatsvinden. Wij er weer heen, en opnieuw genieten we van het schouwspel, de ritmes en de speelvreugde. De kostuums zij ook weer prachtig, hoewel het geheel woensdag meer variatie bood. Wat deze keer wel leuk is: het optreden van de “groten” wordt voorafgegaan aan een kinderoptreden, waarbij heel duidelijk zichtbaar wordt dat het dansen de mensen hier er met de paplepel wordt ingegoten, want de jongste dansertjes zijn misschien drie jaar oud:

De kleintjes,

de jongens,

en de meisjes.

En het publiek. Na het optreden van een uur gaan we ons toch reisvaardig maken. De Lafiësta is al vertrokken en wij gaan ook. We blijven binnen de lagune en willen naar Taha’a, o.a. vanwege de danscompetitie in Patio. Nou ligt Patio aan de noordkant van het eiland, daardoor minder beschut voor de oostenwind, nog steeds 20 knopen. Dus we proberen tot zondag eerst een beschuttere anker- of mooringplaats. In de zuidwesthoek is een mooie, goed beschutte baai, alleen is het water erg diep voor ons handbediende ankertje. Er is nog één mooring vrij, maar die blijkt voor de gasten van een parelfarm gereserveerd, dus moeten we helaas weer losmaken en door. We proberen een baai of drie maar overal gaat het van heel diep naar heel ondiep met veel koraal en daar hebben we minder goede ervaringen mee. Zo scharrelen we door langs de westkant van Taha’a tot we uiteindelijk toch bij Patio aankomen en wie zien we daar geankerd? Victory met Jan Bart en Monique. Na even gezocht te hebben naar een ondiep stukje, waarbij we met de kiel nog even koraal aanstoten, au, dat doet zeer! gaan we toch maar op diep water ankeren en ondanks de nog vrij sterke wind van tegen de 20 knopen houdt ons anker goed, blijkt het water vlak en besluiten we te blijven. Bovendien gaat de wind het weekend flink afnemen. Ik snorkel even om het onderwaterschip te bekijken, maar gelukkig geen schade, wel aangroei. J.B. & Monique komen een biertje drinken tegen etenstijd en het is fijn ze weer te zien. We blijven aan boord, morgen als het rustiger is verkennen we dorp en “dans-strijd-toneel” wel.

Zaterdag 21-07-12 – woensdag 25-07-12, Patio, Taha’a, Sociëty Islands. Na een goede nachtrust, waarbij we perfect op ons plekje zijn gebleven gaan we in de loop van de ochtend het dorp verkennen. Er is een goede supermarkt en je kunt al merken dat de competitie eraan komt,

het barst van de tijdelijke eethuisjes, winkeltjes, een kinderkermis en een paar grote tenten met “agriculture”-exposities, naar later blijkt de organisator van het evenement. Er zijn ook prachtige “artisan”werkstukken te koop, zoals houtsnijwerk, vlechtwerk van palmbladeren, bloemstukken en prachtige sieraden van schelpen. Josien heeft nog een blik hondenvoer gekocht voor een erg magere hond die niet wist hoe snel hij het moest opeten. Het danstoneel is een afgebakend en versierd openluchtstrijdperk met fijn wit zand en een tribune, waarschijnlijk voor de officials. Er slenteren al mensen rond, maar het is duidelijk nog niet begonnen. We horen nu dat het pas zondagavond begint en doorgaat tot woensdag. Maar vanaf maandag gaat het ook weer hard waaien en daarom heb ik voor maandagavond in de luwte van Bora Bora (ons laatste en mooiste Soc. Eiland) een mooring bij de jachtclub gereserveerd. We zien wel.

Sunset over Bora Bora, gezien vanaf Taha’a

’s Avonds komen de buren gezellig ouderwets klaverjassen en beide partijen winnen een boompje dus na een zeer geslaagde avond gaan we om middernacht, laat voor de tropen, tevreden te kooi. Zondag installeer ik bij de Victory het gribfileprogramma “Ugrib”, overdag blijven we met een boek in de kuip, Jan Bart en Monique pikken ons tegen vijven op om gezamenlijk te gaan eten en van het dansspektakel te genieten. Maar nu blijkt dat pas morgen te beginnen. Vanavond is er op het voetbalveld van een aangrenzend dorp de openingsceremonie vanaf vijf uur. Nou ja, Polynesisch vijf uur. We moeten wachten tot half zeven, in de tussentijd worden stoelen bijgeplaatst vanwege de grote toeloop, drumpodia opgebouwd en drankjes en popcorn verkocht. Veel eilanders lopen in exotisch traditionele gewaden en met kunstige bloemstukken in het haar, ook de mannen. Als dan eindelijk om half zeven de openingsceremonie begint met lange toespraken in het Polynesisch en Frans, begint het ook te regenen en te waaien, eerst een beetje maar na een halfuurtje met bakken uit de hemel. Dat is wel heel triest voor het vele werk wat er is gedaan en voor alle deelnemers en toeschouwers. Toch gaat de voorstelling zo goed mogelijk door, deels onder grote lappen plastic, zodat er voor ons niet veel meer van te zien is. Na het defilé zijn ze nu aan het lopen over vuur en straks is er zang en getrommel, maar wij houden het voor gezien. We eten ieder een half bordje chow-mein (soort bami) bij een mobiel eettentje (heet hier roullotte) en zijn om acht uur weer aan boord terwijl de regen op het kajuitdak klettert. Jammer van het weer.

Victory en Inísh voor anker bij Patio in twintig meter water. Let op de manier waarop de visbootjes hier zijn geparkeerd.Maandag blijven we overdag aan boord met een boek, uitgewisseld met Victory, en ’s avonds pikken JB en Monique ons weer op met hun dinghy, gaan we eerst lekker Maleis eten en dan naar de eerste dansmanifestatie.

“festival van de benedenwindse eilanden”.

Voor ons is het deels een herhaling van wat we vrijdag in Raiatea hebben gezien, kennelijk was dat een generale repetitie voor de groep van Huahine, en zien we nu de definitieve versie, met meer entourage, kunstlicht en heel veel enthousiast publiek. Door de lange toespraken vooraf in Polynesich, Frans en Engels en door de tussenacts, onder meer van een kampioen cocosnotenhakken, wordt het wel een hele zit en om tien uur gaan we scheeps-waarts. Toch heel bijzonder om mee te maken.

Maandag wandelen we een paar kilometer langs de rivier de heuvels in, wat is de natuur hier toch uitbundig, regelmatig worden we gegroet door andere feestvierders met “Iaorana” de Polynesische versie van bonjour. En als je vertrekt zeg je “Nana”. We worden onderweg nog aangesproken door een man vanuit zijn tuin die vraagt waar we vandaan komen en wat we gaan doen, als we hem een uur later op de terugweg weer zien nodigt hij ons in z’n tuin, hij heeft inmiddels een pomplemousse (grote, heel lekkere grapefruit) voor ons in partjes gesneden en biedt die aan. Als hij ziet hoe lekker we het vinden haalt hij er nog vier uit z’n boom en geeft die mee. Wat een gastvrijheid! We nemen hartelijk afscheid, Josien met wang tegen wang zoals hier gebruikelijk is. Van JB en Monique hebben we een maaltje dorade-filet gekregen, dat we ons samen met gebakken aardappeltjes en bloemkool uit de supermarkt heerlijk laten smaken en dan gaan we weer naar het feestterrein voor het tweede optreden, ditmaal van “ons” eiland Taha’a:

En deze keer is werkelijk genieten geblazen. Er straalt zoveel enthousiasme vanaf en er wordt zo mooi gezongen door het koor (de meerstemmigheid lijkt wel een beetje op die van het ANC-volkslied), zo strak getrommeld en zulke ingewikkelde patronen gedanst door de ca. honderd deelnemers dat we flink onder de indruk zijn en om half elf zeer voldaan terug naar Inísh gaan.

Woensdagochtend vertrekt de Victory, maar die zien we ongetwijfeld nog terug, ze volgen dezelfde route als Inísh naar Nieuw Zeeland. We zwaaien ze uit. . .

. . . en blijven nog een dagje want we gaan ook van de laatste dansavond genieten. Die is minder dan de dinsdag, om negen uur zijn we moe van het lange staan en gaan naar Inísh, terwijl de wind regelmatig met meer dan 20 knopen door het want giert. Maar ons ankertje weet van geen wijken. En we horen nog wel eens wie het festival gewonnen heeft.

Donderdag 26-07-12, Tahaa – Bora Bora, Sociëty Islands, 26 mijl. Met zo’n Rocna anker slaap je gerust, om acht uur wakker, bak muesli, want de baguettes zijn steevast uitverkocht met zoveel mensen op bezoek hier. Daarna dinghy aan dek en ankerop. Omdat we zo diep en vast geankerd zijn gebruik ik de mastlier om de ankerlijn in te halen en dat gaat goed, al kost het tijd. Om tien uur zijn we onderweg, eerst zo’n 8 mijl door de lagune, terug naar de passe waar we eruit kunnen en dan 280°, 15 mijl naar de zuidwestpunt van de lagune rond Bora Bora. Af en toe haalt de wind nog flink uit, tot wel 27 knopen, pal ervoor op de half ingerolde genua lopen we af en toe 6½ knoop. De deining wordt ook fors en laat ons af en toe flink rollen. Als we eenmaal om de hoek van Bora Bora’s lagune zijn wordt het water . . .

. . . weer vlak en scheuren we spectaculair dicht langs het rif in water van een paar honderd meter diep (!) naar de passe. We zien alle kleuren blauw in het water en spectaculaire brekers op het rif met een waternevel erboven, prachtig!

Vanwege het weer, de diepe lagune en onze onbekendheid hier hebben we bij de jachtclub opnieuw een ankerboei gereserveerd, die ook inderdaad voor ons vrijgehouden blijkt te zijn. Ook wel eens lekker luxe, balletje met tros oppikken en vastmaken, in de luwte van het eiland met alleen af en toe een squalletje. Voorzieningen onder handbereik, wie doet je wat. Als je gaat eten in de jachtclub is de mooring gratis, dus dat doen we. We worden door Australiër Don en Amerikaanse Debby (lagen ook aan de kade in Raiatea), die samen met nieuwe kennissen al aanzitten, uitgenodigd om erbij te komen en genieten van een tagliatelle carbonara en hun gezelschap.

Vrijdag 26-07-12 - zondag 29-07-12, Bora Bora, Sociëty Islands. Vrijdag wandelen we naar het dorp, bekijken de winkeltjes, bezoeken de toeristen- info en het haventje en doen boodschappen in de supermarkt. Omdat hier zowaar prei te koop is maakt Josien weer eens heerlijke bami ’s avonds. ’s Middags loopt Boemerang binnen, een Nederlandse Beneteau Oceanis met een jong gezin, die we al op Nuku Hiva hebben ontmoet. John leent me een poptang maar heeft niet de goede maat popnagels, verder zoeken dus weer.

Zaterdag brengen we de vouwfietsjes naar de kant en fietsen de dertig kilometer lange weg rond het eiland. Erg mooi is het hier, maar ook erg toeristisch, veel lodges met palmbladdaken rond het eiland. Het staat wel leuk, maar de bijkomende toeristentrekkers zoals squads, terreinwagens, speedboten, (water)scooters en andere herrie- en golvenmakers staan ons wat minder aan. We merken dat sommige eilanders ook wat afstandelijker zijn dan op Raiatea en vooral Taha’a, wij wijten dat aan het toerisme, maar ja, we maken er zelf ook deel van uit. Onderweg op de fiets komen we de Oostenrijker Gerhard tegen (van Papeete). Hij ligt met z’n Dehler 34 aan de zuidoostkant van het eiland achter een Motu (klein laag palmeiland) geankerd en is daar erg enthousiast over. Later zien we die plek, er liggen meer jachten, ook een paar bekende. Misschien gaan we daar in de loop van de week ook wel heen. We komen langs het piepkleine Maritiem Museum, waar we alleen maar piepkleine (model)bootjes aantreffen. Het geeft wel een leuk beeld van de schepen die deze eilanden door de eeuwen heen bezochten, waaronder een paar Hollandse en de Bounty. En er zijn modellen van beroemde zeiljachten, zoals de Joshua van Bernhard Moittessier. Zondag gaan we op de vouwfietsjes nog even boodschappen doen en op de terugweg ontmoeten we een stel zeilers uit Israël (ze spreken Hebreeuws) en Moskou (hij spreekt Engels), het is een internationaal gebeuren hier. Even later krijgt onze dinghy een sleepje van Mexicanen die we al in Papeete hebben ontmoet. Vanmiddag willen we naar de kant om water te tanken bij de jachtclub en dan door naar de lagune voor de roggen en het snorkelen. We blijven hier nog wel een weekje (of twee) en dan door via de Cook Eilanden naar Samoa, Tonga en Nieuw Zeeland. De oversteek van Tonga naar Nieuw Zeeland moet in november: daarvòòr is het te koud en is de kans op gales nog groot, het is dan nog voorjaar daar, Nieuw Zeeland ligt buiten het passaatgebied, ongeveer op dezelfde hoogte als Spanje in het noorden; daarna begint het hurricane seizoen. Wordt vervolgd.