Zaterdag 16 mei – zondag 19 mei 2013, Town Basin, Whangarei – Urquehart Bay, 13 mijl. Nou, vertrekken vòòr 9 mei is er niet van gekomen. Dus hebben we verlenging van onze visa aangevraagd en gekregen, tot 20 juni ditmaal. En het werd snel en soepel geregeld door de immigratiedienst. We horen vaak indianenverhalen over ze, maar wij hebben alleen maar goede en snelle service van ze gekregen, wel moesten we opnieuw alle formulieren invullen en van pasfoto’s, paspoortkopieën en bankgegevens voorzien (die hadden ze toch al?), alsmede een artsenverklaring. We komen tot de ontdekking dat Renée en Jaap van bridgen houden, dus die laatste paar weken wordt er om de andere dag gebridged op de Ware Jacob of Inísh. We eten veel samen met ze en ook met Frank en Els, die ons zelfs in hun mooie huisje aan de rand van Whangarei uitnodigen.
We varen met Frank mee op zijn door hemzelf prachtig gerenoveerde houten visserschip Stella Maris van 50 ft. om die naar de hardstand (op het droge) te brengen voor onderhoud aan zijn onderwaterschip. Josiens wonden genezen langzaam maar zeker en uiteindelijk besluiten we om zondag de 19e te vertrekken uit het vriendelijke gastvrije Whangarei.
De Ware Jacob is donderdag al vertrokken, richting Palmerston (eindbestemming Alaska!!) en zaterdag vertrekken Happy Bird en Evergreen. Wij gaan samen met Dirk, die zijn Sail Away moet afleveren aan nieuwe eigenaar Marijn in Marsden Cove. Maar eerst nog afscheid nemen van Brian en Sharron de havenmeesters, en van alle achterblijvers die we inmiddels hebben leren kennen. Steeds weer valt ons op dat alleen mannen (aan mannen) handen geven bij het afscheid. Meer dan eens staat Josien met haar uitgestoken hand er wat verdwaasd bij. Laatste boodschappen, laatste klussen, laatste rommel opruimen, Inísh vaarklaar maken met lifelines en schoten, oliepeil controleren en dan de motor starten . . . de startmotor doet het, maar de diesel slaat niet aan. Shit, dat hebben we nou nog nooit meegemaakt, vorige week deed ie het nog toen we de boot omdraaiden. Ik duik meteen de motorruimte in, want ik denk dat er lucht in de brandstofleiding zit, gauw ontluchten, maar er spuit meteen brandstof uit. En dan sla ik me voor de kop: de handel van de motorstop is uitgetrokken gebleven, daarom start ie niet! Motorstop indrukken, dan de startknop. . . lopen . . . zucht van verlichting. Geholpen door de buren die ons van het ponton wegduwen (er staat een fors windje achterop) gaat Inísh eindelijk weer mijltjes maken. Nog niet zoveel, want onze bestemming is Urquehart Bay aan de monding van de Hatea rivier, dezelfde waar we bij aankomst in november ook geankerd hebben maar dan aan de andere kant vanwege de wind, die nu heel nadrukkelijk uit het noordwesten blaast: op zee tegen dus (bij het afzakken van de rivier hadden we wind mee). Morgen gaan we zee op en een baaitje verderop tot ie uit een ander vaatje tapt: dan klaren we uit in Opua en steken over naar New Cal zoals ze dat hier noemen.
Intussen hebben we voor het eerst, nog wat onwennig, kunnen genieten van het gemak van de elektrische ankerlier. De ketting rammelt er woest doorheen (ff schrikken) maar het gaat allemaal goed, zonder zweet op de kop, zonder “pas op voor je rug”. Dan lekker relaxen in de kuip in de zon terwijl in de verte de buien langs trekken en om half zes heerlijke NZ rib-eyes (laatste keer?) en het Pacific Driftersnet op de SSB, dat nu heel goed doorkomt. Om zeven uur hebben we zelfs even SSB-contact met Renée van de Ware Jacob, die zijn al driehonderd mijl richting Palmerston, wel met 35 knopen wind voor. . . eh . . achter de kiezen, maar achterop een goed schip, dat scheelt. ‘s Avonds blijft het waaien tegen de voorspelling in en het regent. . . hopelijk morgen beter.
Maandag 20 mei, Urquehart Bay – Tutukaka Bay, 21 mijl. Wat een genot om na het ontbijt met een druk op de knop je ankertje te lichten! Ik moet nog wat wennen aan de fijne kneepjes maar het gààt toch makkelijk. Ankeren wordt een vreugde zo en de ketting voelt toch een stuk safer dan de lijn. We houden jullie op de hoogte van de verdere ervaringen ermee.
Met een zonnetje en bijna zonder wind tuffen we met vier knoopjes de baai uit (we ontdekken Happy Bird aan de andere kant, ze slapen nog) en ronden Bream Head, waarna we de kust volgen naar het noorden. Te weinig (tegen)wind om te zeilen, dus bij de eerstvolgende baai, Tutukaka Harbour gaan we naar binnen en laten weer heerlijk relaxed ons ankertje zakken in vijf meter helder water. De baai is aardig, met een marina aan het eind en rondom bebouwd. ’s Middags blazen we onze nieuwe Aakron dinghy met opblaasbodem op en ik roei naar de kant voor een wandeling. Maar het natuurschoon valt wat tegen (we zijn nu zo verwend), na een halfuurtje “wend ik de steven” en loop en peddel terug naar Inísh. Met een goed boek in een mooie baai achter je betrouwbare ankergerei is het ook goed toeven. We krijgen geen SSB-contact meer met Ware Jacob, maar het Pacific Drifters Net is goed te volgen en ik meld me eenmalig om te laten weten dat we nu nog kustvaarders zijn, maar na uitklaring in Opua bij ze inchecken tijdens onze oversteek.
Dinsdag 21 mei – donderdag 23 mei, Tutukaka Bay - Whangamumu Bay, 26 mijl. Vandaag weer een mooie dag, maar de wind zit nog in de noordwestkoek, pal tegen dus. We kunnen wel zeilen vandaag, want hij neemt toe van 6 knopen tot 20, zodat we het laatste stuk hoog aan de wind moeten kruisen met een gereefd grootzeil en half ingedraaide genua, nou, kunnen we er meteen weer een beetje inkomen. Ware het niet dat we ontdekken dat er een jerrycan diesel staat te lekken in de bakskist en wel zo erg dat er door het laveren ook nog eens overal onder vloer plasjes diesel ontstaan. En de voorraden onder de vloer ook allemaal bedieseld! Shit, shit, shit!
Als we om vier uur de prachtige baai van Whangamumu weer indraaien (zie verslag Opua-Whangarei) hebben we nauwelijks oog voor al dat moois maar gaan we verwoed de troep en bijbehorende stank te lijf. Om zes uur is het eindelijk redelijk schoon en dan is het al donker en regent het en moet Josien nog aan het eten beginnen. Petje af dat ze daar nog de energie voor heeft.
Aangezien er twee dagen harde (tegen)wind komt, blijven we hier lekker liggen, genieten van de rust, het natuurschoon en donderdag ook van het zonnige weer, al giert de wind soms door het want. Woensdag ga ik met de dinghy op onderzoek uit. Bekijk het verlaten walvisstation, beklim één van de heuvels en maak een praatje met een groepje wandelaars. Een Aussie jacht, Freychenett II, dat we al kennen Whangarei, is dinsdag voor ons binnengekomen en ligt een paar honderd meter verderop voor anker. Donderdag komt tegen de avond nog een jacht met Frans sprekende bemanning (New Cal?) binnen.
Vrijdag 24 mei, Whangamumu Bay - Russel, 20 mijl. Na de harde wind van de laatste dagen, waar we door de beschutting van de baai overigens maar weinig last van hadden, is het weer een stralende dag met bijna geen wind meer. Zo weinig zelfs dat we na een uurtje de motor weer moeten starten en zo de Bay of Islands in tuffen. Naar onze volgende ankerplaats, bij het oudste stadje van NZ, ooit even de hoofdstad, Russel, droppen we weer ons anker en roeien even later met de nieuwe dinghy naar de jachtclub (vergane glorie) waar we wel makkelijk aan land kunnen en een kwartiertje naar het stadje wandelen. Dat ziet er aardig en toeristisch uit, al kun je merken dat het seizoen over is. We zijn hier inmiddels al ver in de herfst. We kuieren langs de waterkant, over de stadssteiger en doen boodschappen in de kleine supermarkt. Dan wandelen we terug naar boord, want Josien loopt slecht vanwege een pijnlijke heup.
Zaterdag 25 mei, Russel - Opua, 7 mijl. Om half acht ’s morgens meldt het marifoonweerbericht een nieuwe storm voor de komende dagen, met windstoten tot 50 knopen. We kijken elkaar eens aan en zijn het er direct over eens: naar de marina in Opua. Dat is nu de beste plek. Bovendien hebben we zin in een douche en internet. Dus gaat meteen het anker eruit en stomen we de rivier op naar Opua. Ik roep via de marifoon de marina op en ze hebben plaats voor ons. En na anderhalf uur varen zijn we terug waar we onze NZ-ervaring begonnen. We krijgen een goede box met eerst wind achterop maar als straks het echte zware weer komt waait’ie op kop. We zien diverse oude bekenden: Båten Anna, Niña, Wigwam, Anni Nath, Happy Bird, en later horen we via de marifoon nog veel bekende bootnamen. We doen boodschappen en gaan heerlijk douchen.
Zondag 26 mei – woensdag 29 mei, Opua. Tja, de laatste dagen. We doen laatste klussen om over te steken, zoals water en diesel tanken (we kopen twee nieuwe cans), een nieuwe ankerrol monteren, dinghy weer opbergen, route naar New Cal inprogrammeren en vooral veel weerberichten en gribfiles uitpluizen. Het lijkt wel of de halve vloot hier hetzelfde doet en iedereen is van plan om woensdag te vertrekken. Tientallen jachten schatten we. Meestal naar Fiji, Vanuatu of Nieuw Caledonië, waaronder Inísh? Wat zullen de Customs het druk krijgen.
Op een avond begint ineens de GPS te piepen. Wat is dat? Er staat geen ankeralarm aan! Ik kijk op het scherm en zie: “no fix”. Nu wordt ik toch echt zenuwachtig, want de GPS is ons zenuwcentrum, ons belangrijkste instrument en in al die dertien jaar hebben we er geen enkel probleem mee gehad. Ik ga naar het satellietscherm en zie dat we maar van twee tot drie satellieten enige ontvangst hebben. Is nie goe. Maar het is al laat. De volgende ochtend ga ik de antenne controleren, eerst de aansluiting binnen bespuiten met contactspray en weer aansluiten. Geen verbetering. Josien gaat bij het scherm zitten en ik haal buiten eerst de sok van het antennekapje (daar aangebracht om UV verwering tegen te gaan). En met het verwijderen van de sok doet de gps het weer als vanouds. Ik denk dat het probleem is veroorzaakt door de grote hoeveelheid water in de sok, die het satellietsignaal afgeschermd of verstoord heeft. Einde paniek. Net als ik bezig ben om de antennes op de hekstoel weer netjes te ordenen, hoor ik: “goeiemòrge..” ..verrassing! Els en Frank op de steiger, die zijn helemaal van Whangerei hierheen gereden om ons nog even uit te zwaaien. Dàt is leuk! Maakt het weer extra moeilijk om te vertrekken.
En dat gaan we woensdag doen. Dinsdagavond stormt het nog zwaar met een paar forse donderklappen, veel zware buien met windstoten tot boven de 50 knopen, maar woensdagochtend is de rust weergekeerd en schijnt de zon volop. De halve haven stroomt leeg, heel veel cruisers vertrekken, waaronder Inísh.
We zijn tien tot veertien dagen onder zeil.