Dinsdag 14 juli - woensdag 30 juli, Saint Pierre, Réunion. Dinsdag staan we om tien voor acht met z’n zessen op de havendam eerst even naar de brekers te kijken. Ze zijn nog fors, maar de visbootjes gaan alweer naar buiten. Dan op naar de autoverhuurder om onze Dacia Logan Break met zes zitplaatsen op te halen en aan onze tweedaagse rondrit over het eiland te beginnen.
We wisselen elkaar af als chauffeur en de eerste shift is voor mij. We klimmen al snel tegen de berghelling en de haarspeldbochten worden talrijker en scherper. Na een uurtje slaan we rechtsaf naar de beroemde nog werkende vulkaan Piton de la Fournaise, die ook ons eerste herkenningspunt was toen op het eiland aanvoeren (zie vorig bericht). Maar nu gaan we er bovenop. Het landschap wordt weer steeds grilliger. We rijden langs rotsformaties, diepe kloven en door bos. Langzaam wordt het landschap ook minder groen. We zien steeds meer kaal vulkanisch gesteente en ineens staan we voor een grote vlakte van zwart vulkanisch zand, “Plaine des Sables”. Het lijkt de maan wel hier.
Heel onwerkelijk, maar omdat we ook al el Teide op Tenerife en de vulkanen van de Galapagos en Nieuw Zeeland hebben bezocht, zijn we inmiddels verwende toeristen en is het voor ons niet meer zó bijzonder. Nog wel steeds heel prachtig. Na een kwartiertje rijden over een gravelweg door de Plaine komen we aan bij een hoger gelegen uitkijkpunt vanwaar we goed zicht hebben op de krater van de vulkaan en we kijken bovenop een aantal bij-kraters. Je kunt er naartoe wandelen maar dat kost uren en dat vinden we een beetje jammer van de huurauto. Bovendien hebben we nog een flink programma, want we willen naar de oostkust en dan via het zuiden de kust volgen om ook de lavastromen van La Fournaise aan de zeekant te kunnen bewonderen. Nou, dat doen we allemaal.
Om zes uur zijn we terug in de haven en houden een rustige avond om morgen weer fit te zijn voor de tweede site-seeing. Die gaat eerst langs dezelfde route. Dwars over het eiland naar de oostkust. Dan een prachtige kloof in, naar de tweede cirque (de eerste was naar Cilaos, zie vorig verslag), met halverwege een samenstel van watervallen, heel bijzonder, en helemaal boven het mooie Creoolse dorpje Hellbourg met in vele kleuren geschilderde houten huisjes, mooi, mooi. En dat allemaal in een oude vulkaankrater met rondom ons weer grillige bergpieken, net zoals in Cilaos.
We lunchen er met een heerlijke omelet en salade. Daarna weer een prachtige afdaling door hetzelfde dal.
. . . en de marina van le Port, de grootste haven, eigenlijk alleen maar om het goede gevoel te hebben van “zie je wel dat wij veel beter liggen in Saint Pierre”. Nou, dat vinden we ook echt. De enige cruiser die er ligt is Solace, al bekend van het Indian Ocean Netje en van Mauritius (wel gezien, niet gesproken). Daarna verdwalen we nog een beetje op een helling met bossen, maar zijn toch rond zes uur, net ast donker wordt, weer terug in Saint Pierre, waar we met z’n allen spareribs gaan eten. Nou ja, spare ribs . . . wij verstaan er wat anders onder, maar ’t is toch wel lekker. Donderdag breng ik in de regen onze zes-zitter terug naar de verhuurder. Het was een basic auto maar deed het prima. Vanaf vrijdag zouden La Luna en Dalwhinnie een paar dagen gaan hiken in de bergen, maar het wordt ze afgeraden vanwege de regenval van de laatste dagen. La Luna krijgt bezoek van “oude” cruiservrienden uit de Pacific, die nu hier wonen en waar ze een paar dagen mee optrekken. Wij gaan zaterdag met de Dalwhinnies een mooie wandeling maken bij het bergdorp “Entre Deux”, waar ook een dorpsfeest is. Maandag gaan Etienne en Denise alsnog hiken (bergwandelen met tussenstops in berghutten)
en wij zien op het strand een ingewikkelde Hindoestaanse ceremonie, waar we weinig van begrijpen,
Inmiddels heeft onze koelbox het begeven, shite. Etienne had al even de spanning gemeten, die is in orde. Dinsdag komt een grote bestelbus voorrijden met twee koeltechnici, die de freon(gas)druk opmeten, (ook in orde) en op z’n Frans aangeven dat het de thermostaat wel zal zijn. Maar dat kan niet, omdat het probleem zich ook voordoet met kortgesloten thermostaat. Ik mail wat in de rondte met Dekker WS, de importeur, Solace in le Port (omdat daar misschien een dealer zit, niet dus, levert wel een lunch met Paul en Gina op), via sailmail met Randy (Misty) onderweg naar Madagaskar, die volgens Etienne koeltechnicus is (dat blijkt ook zo te zijn, maar hij kan vanaf een schip op zee natuurlijk alleen maar advies geven, wat hij ook doet.
Donderdag stort ik me weer op de koelbox, het mòèt iets elektronisch zijn denk ik. En dat blijkt ook, want als ik het enige kastje dat in aanmerking komt voor elektronica heb opengemaakt, bevindt zich een complete computer daarbinnen met een benedenhoekje dat aan het rotten (corroderen) is. Na het een paar keer met veel geduld te hebben schoongekrabd, –geveegd en –geborsteld en met droge lucht bespoten . . . doet ‘ie het weer! ‘K weet niet voor hoelang, dus bestel ik bij de ijskastman een nieuw kastje (later blijkt dat niet mogelijk). Als dat allemaal net gedaan is krijg ik zowaar een mailtje van de importeur dat de oorzaak waarschijnlijk in genoemd kastje moet worden gezocht. Dat klopt dus. En vanavond in ieder geval weer een koud biertje.
Vrijdag een dag aan boord en voor boodschappen, ik koop nieuwe wandelschoenen want van de oude hangen de hakken er los bij door al dat geklauter, niet meer te lijmen. ’s Avonds zien we de Luna’s uitgeput maar stralend en met mooie verhalen terugkomen van hun meerdaagse tocht naar de Cirque du Marfate ( zie hun site http://www.laluna-opzee.nl.
Dinsdag de kers op de taart, een letterlijk adembenemende wandeling op de helling van het grootste ravijn van de Cirque de Cilaos. We gaan eerst met de bus naar PeterBoth (waarom ze hier de naam van een Gouverneur Generaal van de VOC gebruiken is mij een raadsel), daar drinken we eerst lekkere koffie, dan drie uur klauteren met schitterend weer, prachtige vergezichten, griezelige afgronden, mooie bloemetjes, vogels en veel gezelligheid over een best moeilijk pad met een paar rivieroversteken, naar een andere bushalte, drie haltes terug richting bewoonde wereld. De bus deed 10 minuten over dit traject. Als we om drie uur bij de bushalte aankomen moeten we officieel nog drie kwartier wachten, maar na tien minuten komt de bus er al aan (waarschijnlijk de verlate vorige) en ook de overstap in Saint Louis verloopt vlot, zodat we even na vieren alweer aan boord zijn. ’s Avonds eten we een “bol renversée” bij een Chinees restaurant (rijst met vlees, een garnaal en groente in een kom die op je bord wordt omgekieperd). IJsje toe. Ons afscheidsmaal, want donderdag of vrijdag willen we zeilen naar Madagaskar. Woensdag voorbereidingen treffen in geheel ander weer. Een front komt over. Buien en veel wind, de swell neemt toe, en die zou wel eens maatgevend kunnen zijn of we morgen al weg kunnen of moeten wachten tot vrijdag . . .