Vaarbericht Inísh 2010-03, Eyemouth - Fraserburgh.

Dinsdag 08-06-10, Eyemouth. Johnny staat al vroeg op de steiger naast Inísh. Het is goed om hem weer te zien en het doet hem duidelijk ook plezier. Hij drinkt koffie met ons in de kajuit en maakt zich weer vrolijk over het feit “that Dutchmen leave the spoon in the cup when they’re drinking coffee”. Hij vertelt dat hij bezig is aan een nieuw project, namelijk om met vrijwilligers (zoals werklozen) per havenplaats aan de oostkust een lichte roeiskiff te bouwen om daarmee later onderling competitie te varen. Belangrijk nevendoel is natuurlijk om mensen samen te brengen. Hij nodigt ons uit om het project te komen bekijken en dat doen we later ook. Verder verkennen we Eyemouth opnieuw en voelen ons snel weer thuis. ’s Avonds lees ik de laatste bladzijden van de Larsson trilogie (nog bedankt voor deel 1, Udo en de boekenbongevers voor de andere twee). Als één thriller de moeite waard is….

Woensdag 09-06-10, Eyemouth. ’s Morgens gaan we naar de bieb om te internetten, te mailen en ons tweede vaarbericht op de site te zetten. ’s Middags brengen we een bezoek aan Johnny’s prachtige huis, dat hij na z’n pensionering na veel ambtelijk gedoe mocht zetten op de plaats van een voormalige poortwachterwoning op een landgoed nabij Eyemouth. We maken ook eindelijk kennis met Helen, zijn vrouw. We hadden vaak over haar gehoord en ik had haar al een keer aan de telefoon, maar gezien nog nooit. Het klikt meteen, een lieverd is ze, al heeft ze zichtbaar moeite met Johns gedrevenheid en onuitputtelijke energie. Ook Maggy, de hond, leren we kennen, een lieve bordercollie (uit deze streek zijn die afkomstig) door haar eerste eigenaar helaas getraumatiseerd, en één van Johnny’s zoons die snel weer vertrokken is.

het roeiskiff-project, ze lijken erg op whaling-skiffs (zie Azoren)

Donderdag 10-06-10, Eyemouth. Vandaag opnieuw naar de bieb, met de hond gewandeld door het park, (rode) diesel getankt en afgerekend, en afscheid van Johnny en Helen genomen. Het weer was slecht: nat en erg koud, met veel wind uit het noorden, maar verbetert nu langzaam, dus morgen weer zeilen?

Vrijdag 11-06-10, Eyemouth-Arbroath, 46 mijl. Vandaag staan we vroeg op om mijlen te kunnen maken. We weten nog niet precies waarheen, het zal Arbroath of Montrose worden. Aangezien er voor de nacht veel wind wordt verwacht kiezen we al snel voor Arbroath. Het nadeel is dat je in een dok ligt waar je met laag water niet uit kunt, het voordeel is dat je er safe ligt. In Montrose lig je aan een hoge damwand die eigenlijk is bedoeld voor een groot vrachtschip (zie vaarbericht 2009).

En . . . Arbroath is nieuw voor ons.

Na een wat saaie tocht met grotendeels het motorretje derbij maar wel mooi weer met fijne vergezichten op Schotse heuvels en het eiland May lopen we al vroeg de haven van Arbroath binnen. Het blijkt een lieflijk plaatsje met goed verzorgde openbare ruimte.

Er is een heuse kleine marina in de binnenhaven en met halftij gaat inderdaad de dokdeur dicht. Niemand kan er meer in of uit. Lekker rustig wel. Ik wandel in m’n eentje wat door het havengebied en maak wat foto’s want Josien heeft erg veel pijn in haar linker arm en schouder. Later moet ze het doen met de foto’s die ik gemaakt heb.

Zaterdag 12-06-10, Arbroath-Stonehaven, 35 mijl. Een half uur van deze tocht, die rustig begint met een beetje halve wind en zachtjes het prutteltje bij, krijgen we gezelschap van een hele school dolfijnen, die aan beide boorden met Inísh mee zwemmen. Dat is weer genieten natuurlijk. Het doel was eigenlijk Aberdeen, maar omdat we halverwege de wind tegen krijgen, die ook nog eens toeneemt tot af en toe 30 knopen (schijnbare wind, kleine 6 bft) wijken we uit naar Stonehaven en dat hadden we beter niet kunnen doen, want we doen ’s nachts bijna geen oog dicht omdat er zo’n zware swell (deining) de haven binnenkomt, terwijl de Reeds toch zo lovend was over deze haven. We liggen te rollen naast een eveneens rollende vissersboot en om even over vijven ’s morgens ben ik het zo zat dat ik er uitga, ontbijt maak en om even over zessen kunnen gelukkig te trossen los en gaan we met regen maar zonder wind op de motor op weg naar Fraserburgh, waar we maandag een afspraak hebben met de Furuno dealer voor de radar.

Zondag 13-06-10, Stonehaven-Fraserburgh, 53 mijl. Dankzij het vroege vertrek hebben we bijna de volle zes uur stroom mee tot Peterhead, waar we om 12 uur langs varen, zeilend met een béétje motor bij.

Vlak voor Peterhead is een kaap, Buchan Ness, waar de stroom behóórlijk begint tegen te lopen, meer dan 3 knopen, het is tenslotte springtij. Ik maak me al zorgen over de volgende kaap en het traject Peterhead-Fraserburgh, omdat we daar nog meer tegenstroom kunnen verwachten en als wij 6 knopen lopen en we hebben gedurende 15 mijl 3 knopen stroom tegen, dan betekent dat 6-3=3 knopen snelheid ofwel nog 5 uur te gaan, oef!

Maar . . wie niet sterk is moet slim zin, dus ga ik tussen de kapen dicht onder de kust varen. En dat loont! Hoewel het bij Rattray Head, de volgende kaap, ook dik 3 knopen tegen stroomt, hebben we ertussen soms zelfs de stroom mee, zodat we om even na drieën de “Fraserburgh Port Control” toestemming kunnen vragen om binnen te lopen. En dat mag, we krijgen een plekje langs een oude bewierde kademuur, waar we goed liggen, gelukkig, zodat we ons tekort aan slaap weer kunnen aanvullen, al moet Josien wel weer een paar pillen slikken tegen de pijn, helaas.

Eerst gaan we nog lekker op z'n zondags dineren met rumpsteak, bloemkool, gebakken aardappeltjes en yoghurt toe, daarna maken we een wandelingetje door het centrum, maar het enige bezienswaardige zijn een paar stomdronken jongelui, verder is Fraserburgh een saaie grijze stad vinden we. Met wel veel oude en nieuwe vissersschepen. Morgen Furuno en Nederland-Denemarken, hopelijk hebben we beeld.