31 januari – 22 februari, Simon's Town, Vals Baai, S.A. Tijdje niet geschreven, het is alweer 12 februari. Maar dat wil niet zeggen dat we niks te melden hebben. Josien is jarig geweest. Om tien uur hadden we een verrassingsbezoek van de Dalwhinnies, mèt gebak.
Nou, wij natuurlijk een lekker Hollands bakkie gezet. 's Middags een mooie wandeling naar Boulder Beach en de pinguïns. 's Avonds samen uit eten in de Jachtclub.
Vorig weekend zijn we met Bea, de moeder van David Rae (North Sails) op stap geweest. Ze komt oorspronkelijk uit Groningen en vond het heerlijk weer even onder Hollanders te zijn. Ze heeft ons Houtbaai en Kalkbaai laten zien waar leuke indoormarkten en tweedehands winkels zijn. En natuurlijk prachtige natuur. Ook nog met haar hond in de bergen gewandeld,
een indrukwekkende ervaring, met kundige en betrokken uitleg van ex-gevangenen die nu fungeren als gids; het zien van Mandela's cel en de sleutel in de handen van de gids, oeff.
Omdat we aan dek van de reserve-ferry (een oude sleepboot) moesten, met veel wind, zijn we allebei flink verkouden geworden van het bezoek.
Twee donderdagavonden hebben we meegedaan met Trivial Persuit, dat door de FBYC, (False Bay Yacht Club) voor leden en gasten wordt georganiseerd. De cruisers deden mee met twee tafels van acht. De eerste keer zijn we eerste van de cruisers geworden, de tweede keer gedeeld laatste. Tegen de vaste leden was niet op te boksen, die doen het iedere week met aan fanatiek grenzend enthousiasme.
Tussen alle verenigingswimpels van "all over the world" in de Yachtclub herkende ik twee Nederlandse. En laat die nu net van de twee Hollandse clubs zijn waar ik lid van ben: de Victoireclub (aangebracht door Blauwe Pinquin) en de Karperskuijl (wie weet wie die heeft opgehangen? Kees Tilet waarschijnlijk).
Deze week zijn de nieuwe zeilen en buiskap geleverd, zien er mooi uit. We gaan ze testen tijdens de trip naar Kaapstad. De buiskap was nodig omdat de vorige leverancier (Palmer in Nieuw Zeeland) slechte kwaliteit ramen had geleverd die verkleurd en bros waren geworden. Maar anders dan zeilmaker UK-de Vries heeft Palmer ons, na reclamatie, keurig het grootste deel van het geld (NZ$ 600) terugbetaald. Zo kan het dus ook! De twaalfde hebben we met een gezellig etentje (voorlopig) afscheid genomen van Frans en Lucia (Dalwhinnie). Ze gaan weer op safari en als ze terug komen, zijn wij vertrokken naar Namibië. Maar we zien ze vast nog terug, want hun vaarplan lijkt erg op het onze.
Daarna was het tijd om zelf ons vertrek voor te bereiden, met de vaste onderdelen voorraad inslaan, diesel en water op peil en afrekenen in de haven. De staalman hier heeft onze windvaan ter elfder ure gerepareerd, dus die doet het ook weer en we hebben nog wat laatste klussen gedaan zodat Inísh weer helemaal klaar is voor een grote oversteek.
Dinsdag de 17e gaan om zes uur de trossen weer los voor een lange dagtocht rond Kaap “Die Goeie Hoop” naar Kaapstad waar we een paar dagen willen blijven om uit te klaren en laatste boodschappen te doen. Eerst met veel wind, later met heel weinig en tegen de tijd dat we Cape Point naderen (de Kaap is eigenlijk een dubbele) met 14-20 knopen wind, zeilen we op een knobbelige zee, samen . . .
. . . met Sunflower (op de foto Cape Point op de achtergrond). Alles gaat goed, afgezien van af en toe een golf over dek, totdat ik “out of the blue” een wit waas voor m'n ogen zie en dan niets meer boven dek. In één veeg zijn mast, tuig en zeilen over boord. Inísh dobbert wat, de verstaging zaagt aan reling en voetrail en de bemanning is even helemaal van de wereld. Wat gebeurt híér??? We blijven eigenlijk allebei vrij rustig en ik pak de marifoon om een pan-pan uit te zenden. Maar daar komt geen reactie op en even later realiseer ik me dat de marifoonantenne ook in zee ligt, dus geen bereik! Hetzelfde geldt voor de SSB. Maar we hebben nog de hand-marifoon en daarmee kan ik Sunflower bereiken, die al naar ons onderweg is. Toby onderhoudt het contact met reddingboot en ons. En blijft bij ons tot een uur later de reddingboot is gearriveerd en dan nog tot we op weg terug naar Simon's Town zijn. Klasse Toby! Je hebt ons geweldig geholpen!
Als de reddingboot er voor ons gevoel na een eeuwigheid is, terwijl we maar zitten te piekeren wat we kunnen doen, maar nog niet goed kunnen nadenken (wel knip ik met onze draadschaar achterstag en grootschoot door, als een mes door de boter, zodat Inísh wat beter vrij blijft van mast en tuig) en er een rubberboot achteraan is gekomen, klimt er een man van de jachtclub bij ons aan boord om te helpen met het vrijmaken.
We maken voorstag en wanten los, knopen de genuaschoten aan een vrije val en daaraan een fender om de mast later terug te kunnen vinden en laten het allemaal gaan. Wat doet dat zeer! Zeker als we tot onze schrik zien dat de boei (fender) onder water verdwijnt. Daar gáát ons houvast. Met ons kleine anker waaraan wèl voldoende lijn, maakt de reddingsbootbemanning een tweede markeringspunt terwijl wij vast, geheel ontdaan, op de motor terug naar Simon's Town tuffen, we hebben nog wel de exacte positie van de mast genoteerd. Onderweg belt het duikbedrijf al met de melding dat ze alles klaar hebben om morgen te gaan bergen. Dat is me wat snel, ik wil eerst contact met de verzekering en de havenmeester. Maar als dat 's avonds geregeld is en ik de berger terugbel krijg ik geen gehoor. En de volgende dag kunnen ze niet vanwege een kanaal-behandeling van een kies. En daarna teveel wind. Ray en Nadia, onze buren hier in de haven, willen niet hebben dat Josien gaat koken en nemen ons mee uit eten om een beetje van de schrik te bekomen. Dat verzet de zinnen een beetje. Verder krijgen we heel veel bemoedigende reacties vanuit de haven en jachtclub, de zeilers-communie is behoorlijk geschrokken, want dit kan hun ook overkomen.
En hoe is het nou gekomen? We dachten net alles zò goed voor elkaar te hebben in verband met het oversteken van de Atlantic. Splinternieuwe zeilen, alle tuigage in Nieuw Zeeland en Thailand vernieuwd en verzwaard. De zwakke schakel blijkt dit keer een hele kleine geniepige: de onderwant-putting aan bakboord is uit het dek gerukt. Eén los onderwant heeft dit keer het complete tuig over de reling getild en zonder schade aan dek (alleen zee-reling, voetrail en wrijfhout zijn beschadigd) in zee gegooid.
Sinds dinsdag proberen we van alles te doen om de mast naar Simon's Town te krijgen, maar de duikers vinden de zeegang bij de Kaap nog te ruig om zonder verdere schade te bergen. Verder zijn we bezig om onze visa te verlengen. Ik zal jullie de details besparen, maar zo'n vreselijke bureaucratie kun je er eigenlijk niet bij hebben, al begrijp ik dat er heel veel belangstelling is om naar Zuid Afrika te komen. Vrijdag zaten we de halve dag in het kantoor in Kaapstad, tot het computersysteem down ging, maandag weer. We krijgen nog foto's van de berging maar ik zet dit toch maar vast op de site. We houden jullie op de hoogte. En heel erg bedankt voor alle steunbetuigingen!