Dinsdag 29-02-11 – woensdag 31-03-11. Ons vaarbericht van 15 maart hebben jullie moeten missen, omdat een zeker persoon (zie verderop) niet mocht weten dat we de afgelopen weken in Nederland waren. Maar hier is er weer één:
Na onze rivierentocht hebben we een paar dagen rustig aan gedaan in Domburg. Wel hebben we nog een mooie tocht naar het schuin tegenover Domburg liggende Laarwijk gemaakt, samen met de Amerikanen Don en Nancy. De oversteek deden we per korjaal met afdak en 25 pk buitenboordmotor. Aan Laarwijk kun je nog goed zien dat het een voormalige plantage is, net zoals Alliance uit het vorige verslag. De flora is weer overweldigend, dus genieten van de prachtige (fruit)bomen, planten, bloemen en al net zo kleurrijke vogels.
Ook staan er prachtige huisjes, soms vergane glorie, soms wat armoedig, maar altijd knus en schilderachtig. Er wonen voornamelijk mensen van Javaanse afkomst hier.
Eén van de bewoners brengt ons een pompelmoen en een ander nodigt ons uit om naar zijn huis te komen. Dat doen we en we worden er zeer gastvrij ontvangen met warme maiskolven en kokosmelk, zo uit de opengekapte noot, heerlijk fris bij deze warmte. We hebben een goed gesprek met Henry en z’n vrouw, maken foto’s en beloven om over een paar weken nog eens terug te komen, want ze willen ons graag nog eens vertroetelen. Bij het afscheid worden we verwend met een tros kokosnoten en een grote kam bakbananen. Later ontmoeten we beiden nog in Domburg. Mevrouw wacht op de bus naar Paramaribo en Henry op de korjaal. Ik neem hem mee naar Inísh voor een kop koffie en breng hem later met de dinghy naar Laarwijk. We wandelen met de Amerikanen langs de rivier over een bospad waar we naast de prachtige flora ook eindelijk onze eerste apen zien.
Vrijdag 4 maart gaan we weer naar Paramaribo om onze verblijfsvergunning te verlengen en onze vliegreis naar Nederland te regelen, want we gaan een paar weken in maart naar huis: we verlangen naar de kinderen en ik naar m’n kleindochter, Josien moet voor controle naar het ziekenhuis en de blauwe envelop ligt in de brievenbus. Ook willen we nog wat spullen aanschaffen c.q. vervangen in Nederland. Het belangrijkste is een SSB zender-ontvanger, waarmee we ook midden op zee eenvoudig kunnen (tekst)e-mailen en weerberichten ontvangen.
Het weekend leggen we diverse bezoekjes af bij onze medezeilers en maandag brengen Jelle en Netty ons naar het vliegveld Zanderij (uurtje rijden) waar we om 23 uur de lucht ingaan met de SLM in een grote Airbus. Na negen nachtelijke uren in een ongemakkelijke stoel landen we op een koud Schiphol (scheelt zo’n 25º met Domburg), waar het inmiddels al 12 uur ’s middags is door het tijdverschil van 4 uren. En daar staan Marije, Joost, Sara en Lotje (de Weimaraner van Joost) ons op te wachten! Een blij weerzien. Na een gezamenlijke kop koffie stappen we op de trein naar Hoorn, waar we ons weer even installeren in ons wat steriele huisje aan de Melknapsteeg. De volgende ochtend komt Josiens zoon Rogier op bezoek.
Ingrid, de secretaresse van mijn voormalige afdeling neemt net in deze periode afscheid van de Waterstaat omdat ze een andere baan heeft, en ik zal nooit haar gezicht vergeten als gevolg van mijn onverwachte aanschuiven bij haar afscheidsetentje! Ook het weerzien van en meezingen (zelfs in twee optredentjes) met Shantymen Kaap Hoorn is een genoegen en . . .
. . . door Jaap, een ex-collega word ik uitgenodigd voor een excursie naar de omleggingen van de N9. Volgende keer graag een uitnodiging voor de 2e Coen en WRW.
In Alkmaar tref ik Ilse, met wie ik een fijn gesprek heb en samen bedenken we dat het misschien leuk zou zijn om volgende keer in Haarlem voor eventueel geïnteresseerde Waterstaters een presentatie over onze tocht te houden. Er is een drempel om zomaar naar dat grote kantoor te gaan.
Josien ziet vriendinnen en doet weer naadloos mee met Tai-chi. We kopen uit overwegingen van stroom besparen en back-up een notebookje, en de laatste dagen ben ik druk met inrichten van dat ding. De SSB zend-ontvanger laten we schieten: te duur en te ingewikkeld om onderweg te installeren, bovendien zijn onderdelen niet op tijd leverbaar, in plaats daarvan kopen we een klein ontvangertje waarmee we tenminste op volle zee weerberichten (gribfiles) kunnen downloaden. Veel te snel nadert maandag 28 maart, het moment dat ik de taxi ga bellen die ons naar het station brengt voor de trein naar Schiphol. Nog een laatste groet, een laatste telefoontje en e-mail en daar gaan we weer de lucht in met SLM, nu met de zon mee, zodat we om 15 uur vertrekken en om 20 uur aankomen na 9 uur vliegen. Als we op Zanderij de vliegtuigtrap afdalen denk ik even dat de motoren hete lucht over ons heen blazen, maar het is toch echt de avondtemperatuur hier. Dat is wennen als je zo wordt overgepoot naar de tropen!
Nettie en Jelle staan ons alweer op te wachten en moe maar blij dat we weer naar Inísh gaan rijden we naar Domburg, en worden onderweg bijgepraat over de laatste ontwikkelingen hier. De Bodyguard en Bag End zijn vertrokken maar de Sally Lightfoot is er nog en er is een nieuwe Nederlandse catamaran, de Witchcraft, aangekomen. We ruimen de boel op, nemen een drankje en gaan te kooi, slapen redelijk voor een eerste nacht op de rivier. Dinsdag doen we kalm aan vanwege de kleine jetlag, we praten bij met Sofia en Ed, brengen de Hollandse boodschappen bij Nettie en Jelle en eten ’s avonds Surinaamse bami bij Rita’s zeilersrestaurant, waar we ook de “nieuwe” zeezwervers ontmoeten.
Ook woensdag nog een kalme dag, met bezoekjes aan onze fruitverkoopster en wasvrouw Irene en het bijwerken van notebook en vaarbericht. Morgen willen we nog een dag naar Laarwijk, dan nog een dag naar Paramaribo en daarna willen we weer het zeegat uit, want het begint te kriebelen, om onze nieuwe kennissen achterna te gaan die al op Tobago en Trinidad zijn.
Inísh aan de mooring op de Surinamerivier