Maandag 23-01-12, Flamenco anchorage, Panama City. We willen weer verder, het kriebelt en we hebben tot gisteren betaald voor het dinghydock, dus we mogen niet meer aan land. Maar we moeten nog uitklaren en boodschappen doen. Dus gaan we toch naar het dinghydock en ik probeer een verlenging voor twee dagen te krijgen (kost hier $5/dag, te betalen voor de rest van de week tot zondag, dus $35 voor twee dagen je dinghy aan de wal vastknopen! Na veel soebatten lukt het me om voor twee dagen te betalen. We doen boodschappen in de grootste shoppingmall die ik ooit gezien heb, maar een wetsuit voor Josien is niet te krijgen. Na de boodschappen terug naar Inísh en daarna op zoek naar de Portcaptain om uit te klaren. Ik kan hem niet vinden, ga dan maar naar immigratie in Flamenco, maar die hadden vrijdag al moeilijk gedaan en nu wéér (een medezeiler had ons ook al gewaarschuwd: ”don’t go to Flamenco, bo to Balboa!”). Ze sturen me door naar de stad in verband met één of ander zegel in Josiens paspoort. Ik dus onverrichter zake terug aan boord. Dan morgen maar weg en nog eens informeren waar die Portcaptain precies zit. Kunnen we meteen nog even op verjaardagsbezoek bij Yvonne van de Happy Bird. We hadden haar ‘s morgens al toegezongen toen ze langs kwam, samen met haar man Roderick, in hun dinghy, maar nu hebben we ook nog een heel gezellige avond met het kleine Hollands smaldeel van de ankerplaats: Victory, La Luna, Happy Bird en Inísh. Lekker weer eens ouderwets je moerstaal praten, Josien vervalt af en toe zelfs in het Jutphaas’ met Jan Bart (rasechte Domstadter, die zich van nu af JB gaat noemen voor de buitenlanders). Josien had een heerlijk krentenbrood voor Yvonne gebakken en er gaan veel boeken over in andere handen. Om tien uur terug naar Inísh want we leven hier vroeg.
Dinsdag 24-01-12, Flamenco anchorage – Taboga, 7 mijl. Vandaag kan ik de Portcaptain vinden, die efficient voor $13 onze papierwinkel afhandelt. Hij moet wel weer twee kopieën van paspoort, crewlist, cruisingpermit en originele zarpe van ons hebben! Waar laten ze al die kasten vol kopieën van al die zeilers? Dit is toch het computertijdperk? We krijgen een nieuwe zarpe voor Ecuador, de Las Perlas eilanden mogen we uitgeklaard aandoen volgens iedereen en Colombia slaan we waarschijnlijk over in verband met de stroming en misschien is het er toch niet helemaal veilig? Dan door naar customs/immigratie, maar niet meer in Flamenco! We gaan naar Balboa waar een vriendelijke, omvangrijke dame in een hokje waar wij nauwelijks bij kunnen ons in vijf minuten (no charge) aan onze paspoortstempels helpt, zonder ook maar ergens moeilijk over te doen. Al moet ze wel twee kopieën . . .
We gaan nog even internetten bij de Chinese winkel, treffen o.a. een mailtje van Piet (van Noord): de kolk van de Noordersluis in IJmuiden is aanzienlijk groter dan de kolken in het Panamakanaal (400 x 50 m.), maar het is er maar één (hier 3x op en 3x neer) en het verval in IJmuiden is aanzienlijk minder (alleen het tijverschil), terwijl het hier bijna 10 m. per kolk is, dus een totaal van bijna 30 m!
We gaan afscheid nemen van Happy Bird (met medeneming van een aantal foto’s van Rodericks getijdeboek, het tijverschil is hier 5 m. bij spring) en van Victory (met achterlating van Josiens krentenbroodrecept) en dan ankerop en de zeilen gehesen voor een ontspannen zeiltochtje met eerst weinig wind en dan tot 20 knopen naar Isla Taboga, tussen tientallen geankerde schepen door van alle soorten en maten. Om 16:30 arriveren we bij de pier van het eiland en roepen of we daar mogen ankeren. Onmiddellijk komt er een bootje naar ons toe met een vriendelijke eilander, Timo, die ons voor $7 een mooring aanbiedt op het beste plekje van de baai.
Woensdag 25-01-12, Isla Taboga. Goed geslapen op vlak water (in Flamenco gingen de pilotboten, ferry’s en strijkijzers af en aan, meestal plankgas), relaxt opgestaan bij dit prachtige eilandje, gezwommen en overal gebeten door minuscule kwalletjes, dus snel er weer uit (het water is hier verder lekker, wat kouder dan in de Carib). Ik zag dat het onderwaterschip alweer aardig is aangegroeid, boenen dus in Las Perlas.
Om elf uur gaan we het eiland verkennen, lopen het dorpje door en nemen een pad, waarvan we verwachten (beloofd door de cruising guide), dat het naar de top gaat, maar dat zich in werkelijkheid (wrong crossroad?) tussen de heuvels doorslingert naar de andere kant van het eiland waar we wel een mooi uitzicht op zee en Panamakust hebben. Terug in het dorp nemen we nog een heerlijke papayamilkshake (goed gesprek met shaker in rudimentair Spaans, van ons dan, en gebarentaal) en roeien terug naar Inísh, om half zes weer naar de wal voor een gebakken visje. De avond met een goed boek en bijwerken verslag.
Donderdag 26-01-12, Isla Taboga – Isla Contadora, Las Perlas, 35 mijl. Na het ontbijt gaat de dinghy op het voordek en, Inísh los van de mooring en onder zeil. Later moet toch een poosje het dieseltje erbij wegens gebrek aan wind. Maar na een uurtje of twee wordt dat gebrek gecompenseerd met een dikke 4, af en toe 5 (tot 20 knopen). Mooie halve wind. Zodat we een heerlijk zeiltochtje hebben op vlak water en een blauwe zee die hier barst van het leven, de vissen springen regelmatig boven het water uit. We krijgen bezoek van een vijftal dolfijnen en de roggen springen af en toe meters hoog het water uit. Ook zeevogels zijn er veel: jan van genten (hier donkerbruin met blauwe snavels), pelikanen, aalscholvers, fregatvogels, pijlstormvogels en zelfs ordinaire meeuwen, heerlijk! Er gaan twee vislijnen overboord, met aan één ervan een kampioenskunstaas, gefabriceerd voor ons door Jan Bart (JB). En jawel hoor, na een uurtje of twee, net als Josien er over begint te denken om in te halen, krijgt ze me toch een ruk aan haar lijn, natuurlijk die met het aas van JB! Trekken en spartelen dat beest. Ze (het is een vrouwtjesdorade) moet op de kleine schootlier worden binnengedraaid. En dan komt ook de “gafhook”, die we van die aardige Hollander in Turtle Bay kregen, goed van pas, al vind ik het nog steeds zielig, al dat geprik en gesteek in zo’n vis. Maar op advies van Jan Bart steek ik haar dapper in de kop tussen de ogen en dat helpt. Meteen uit haar lijden verlost. We bewaren de vis zolang in een emmer zout water. Ze is niet zo groot als haar Caribische neef, maar toch zo’n 50 cm. Straks op de ankerplaats komt het fileren wel.
Als we het noordelijkste eiland van Las Perlas ronden neemt de wind even nog verder toe en krijgen we een raar knobbelig zeetje, maar eenmaal om de hoek wordt de zee rustiger en neemt de wind weer af. Als we de ankerplaats van ons nieuwe eiland naderen zien we daar al een zestal jachten en een paar strijkijzers liggen. Vrijdag komt daar nog een aantal bij, het weekend nadert. De zeiljachten ankeren aan stuurboord van de air strip, de motorjachten nemen links een mooring. En ’s avonds heerlijk smullen van de dorade.
Vrijdag 27-01-12, Isla Contadora, Las Perlas. Om een uur of tien gaan we met de dinghy naar de kant roeien, trekken haar het strand op en wandelen het eiland over, eerst langs de air strip naar de oostkant, waar we een compleet spookvakantiecentum aantreffen, lege en instortende appartementen, het ziet er zielig uit, blijkt van twee ruziënde Israëlische broers te zijn. Aan de andere kant van de air strip treffen we een paar winkeltjes en restaurants. In één ervan kopen we een heerlijk ijsje, en ernaast, in de dive-shop voor $20 dollar twee gebruikte wetsuits die ons prima passen, goed dat het in Panama niet gelukt is! Daarna nog even naar de minisupermarkt en een deel van de rest van de dag besteed ik aan het schoonschrapen van het toch wel weer aangegroeide onderwaterschip. Volgende keer de rest. We ontdekken dat het stiksel van de buiskap (was eerder ook al) op diverse plaatsen is verteerd, zodat we aan het hand-naaien moeten. Contact met andere zeilers is er niet, iedereen op zichzelf.
Zaterdag 28-01-12, Isla Contadora- Isla Bayoneta, Las Perlas, 13 mijl. Na het yoghurt-muesli-ontbijt (brood is op) gaan we nog een keer de kant op voor nog wat boodschappen en om de westkant van het eiland te verkennen. Dat ziet er een stuk luxer uit. Veel bungalows, vaak chique, met grote muren erom, soms een mooi
We zien de school en de kerk en in het bos een chert en een capibara, we hadden er gisteren ook al één gezien. Na een uurtje weer naar Inísh en ankerop voor ons volgende eiland, ditmaal een onbewoond. We vinden er een prachtig beschut ankerplekje, vlak water en rondom eilandjes en rotsen, waar maar één catamaran ligt. En die beschutting heb ik bewust gezocht omdat de gribfiles tot 25 knopen wind voorspellen de komende dagen. Josien heeft een heerlijk rozijnen-walnoten-kaneelbrood en een volkoren-roggemeel-brood gebakken. In de avond krijgen we inderdaad een aantal flinke windvlagen maar de ankerplaats blijft vlak en comfortabel.
Zondag 29-01-12, Isla Bayoneta, Las Perlas. Naast genieten van de rust en het mooie uitzicht en het vogelleven rondom ons besteden we een groot deel van de dag aan het naaien van de buiskap. Omdat het een stiksel is dat er midden overheen loopt, moeten we het samen doen, Josien binnen en ik buiten. Eerst is het even wennen, maar na een uurtje lijken we wel een menselijke naaimachine (geen rare associaties aub). Josien is het spoeltje zegt ze. Na 4 uur hebben we allebei een kromme rug en beurse vingers, maar wel een dubbele naad met verse dubbele draad. Net op tijd, want als’ie helemaal was losgetornd, hadden we het een stuk lastiger gehad. Veel zon is heerlijk, maar die uv-straling geeft wel veel schade, het stiksel was helemaal broos en verpulverd, de buiskap is pas twee jaar oud. Van ons geplande dinghytochtje komt niet veel meer. Morgen dan maar.
Maandag 30-01-12, Isla Bayoneta, Las Perlas. Eerst schoondochter Anna bellen om haar te feliciteren met haar verjaardag en meteen te informeren naar de thuissituatie, gelukkig gaat het goed met (klein)-kinderen. We hebben geen internet maar wel gsm-bereik. Dan de vraag: gaan we verder of blijven we nog een dag. We blijven en gaan met de dinghy de nabijgelegen onbewoonde eilandjes verkennen. Dat beperkt zich tot het strand want het “binnenland” is ondoordringbaar zonder goede kleding en machetes, maar op het strand is genoeg te beleven. We zien scholeksters, prachtige purperreigers, tientallen grappige heremiet-kreeftjes in mooie gedraaide schelpen die allemaal voor ons wegvluchten en in hun sche(u)lp kruipen als we toch te dichtbij komen. We nemen een paar mooie (lege) trompetschelpen mee voor de kleinkinderen en dwalen als R. Cusoë en Vrijdag over het verlaten strand. Geweldig is het, wat voel je je vrij, onbezorgd en spiritueel op zo’n moment. Terug aan boord gaan we aan het poetsen en klussen. We eten spaghetti met corned beef uit blik, best lekker eigenlijk.
Dinsdag 31-01-12, Isla Bayoneta – Isla San José, Las Perlas, 16 mijl. We moeten om half twaalf ankerop om het tij mee te hebben, maar oom half elf kriebelt het dusdanig dat we gaan. Met alleen de genua uitgerold gaan we met het stroompje al mee op ons gemak naar het zuiden, naar een grote baai aan de zuidoostkant van een eiland zo groot als Texel dat eigendom is van één persoon. We weten niet wat voor persoon, maar dat ‘ie stinkend rijk moet zijn is wel duidelijk. Alleen voor eigen genoegen heeft hij een wegennet aangelegd en onderhouden en zelfs een air-strip. Hij zal ook wel het nodige personeel hebben rondlopen, maar het enige teken van leven dat wij zien is een 4wheeldrive op het strand en een vliegtuigje dat landt op de air strip. Ja, natuurlijk ook een rijk vogel- en onderwaterleven, de roggen springen weer meer dan een meter het water uit. We ankeren in het mooiste hoekje van de baai, er ligt maar één catamaran veel verderop. Even later zien we een rare waterbeweging op enkele tientallen meters van Inísh, en als we nog eens goed kijken blijkt het een (niet gekarteerde) rots die met laagwater af en toe net zijn topje laat zien. Wij dus snel weer ankerop en een paar honderd meter verder ankeren. Oef, dat loopt weer goed af gelukkig. We gaan met de dinghy naar het strand en ontdekken twee kleine beekjes die vanuit de heuvels het strand op en de Pacific in stromen. Morgen gaan we die verkennen. We eten zuurkool met knakworst uit blik, ook best lekker, al past het beter bij de winter dan bij 30°.
Woensdag 01-02-12, Isla San José, Las Perlas. Na ons muesli-ontbijt (het brood is op) gaan we met de dinghy naar de kant, binden die boven de hoog waterlijn aan een aangespoelde boom en gaan de beekjes langs het binnenland in. Bij de eerste loopt het begaanbare pad dood maar langs de tweede is een (verderop) duidelijk aangelegd, met kokospalmen omzoomd pad wat we volgen, even later stapt Josien bijna op een gifgroene slang, die gelukkig nog banger is dan wij en snel wegvlucht. Na een kwartiertje komen we bij één van de half verharde wegen van de eilandbewoner. Die weg volgen we een paar kilometer dwars door het regenwoud. We zien weer de mooiste bomen en planten en af en toe horen we dieren, maar zien er eerst weinig. Tot we weer gescharrel horen en een gordeldier ontdekken dat haastig voor ons wegvlucht.
Even verderop is een groepje (wilde?) schapen dat een zijpad in vlucht. Na anderhalf uur komen we bij een snelstromende beek waar we een paar hagedisjes verrassen en dan besluiten we maar om terug te gaan, want we hebben geen idee hoever deze weg nog gaat. Uiteindelijk zal hij bij het verblijf van de eigenaar uitkomen, maar wanneer? Als we teruglopen betrappen we het gordeldier weer en ditmaal kan ik heel zachtjes zo dichtbij komen dat hij tegen mijn wandelschoenen (die we deze keer maar hebben aangetrokken) op botst voor hij zich lam schrikt en er vandoor gaat. Maar dan heb ik hem inmiddels al vereeuwigd. We volgen de weg tot bij de air strip en gaan dan terug naar Inísh met medeneming van een lekkere kokosnoot (die hier toch maar liggen te rotten) en een paar limoenen van een (waarschijnlijk) verwilderde boom. Als we net aan boord zijn zien we twee nieuwe jachten binnenkomen. Eén onder spinnaker, die me bekend voorkomt. En jawel hoor, blijkt de Victory te zijn, die op exact dezelfde plek gaat ankeren waar wij gisteren zijn weggevlucht. Ik dus snel de dinghy in om ze te waarschuwen en welkom te heten. Een halfuurtje later komt JB ons uitnodigen voor een borrel om vijf uur. Josien bakt nog snel een brood, zodat we makkelijk laat kunnen eten. We hebben een gezellig uurtje met JB en Monique en leren weer veel over vissen. We zien een foto van een glunderende Jan Bart met een gevangen zeebaars van anderhalve meter! Zij gaan binnen een paar dagen door naar Galapagos. Wij volgen in april.
Donderdag 02-02-12, Isla San José – Esmeralda – Rio Cacique, Las Perlas, 16 mijl. Na afscheid van de Victory en een mooi zeiltochtje op het vlakke water van tussen de eilanden ronden we het zuidelijkste puntje van Las Perlas, Punta Cocos, waarna we moeten opkruisen (inmiddels ongewoon) naar de ankerplaats bij de kleine pueblo Esmeralda, waar alweer snel een kano met een dorpeling zijn diensten en spullen komt aanbieden. Twee jongetjes in een andere kano ontfermen zich op hun verzoek voor een dollar over ons vuilnis (we hopen maar dat ze het naar de officiële stortplaats brengen) en wij gaan maar eens gebruik maken van de diensten van (naam vergeten). Voor tien dollar helpt hij ons aan zestig liter glashelder, heerlijk drinkwater uit de dorpskraan en aan zes bananen en twee papaya’s. Een horde kinderen helpt met sjouwen en een vuil maar schattig meisje van een jaar of acht verzorgt de doppen van de jerrycans en laat Josiens hand niet meer los. Wat een droppie! Jammer dat we geen camera bij ons hebben. Nadat we ook nog tien biertjes hebben gekocht in de kroeg met oorverdovende gettoblaster en een prijslijst van: 1 bier 0,85, 2 bier 1,70, 3 bier …enz. helpen alle kinderen om de dinghy van het strand weer in zee te duwen en worden we hartelijk uitgezwaaid. De ankerplaats is nogal rolly, dus gaan we een beter plekje opzoeken in een goed beschutte baai bij de Rio Cacique, die we morgen willen opvaren met de dinghy. Bij het wegvaren zien we de stoere jongens van het dorp heel hard richting strand varen met hun open boten met outboard, een seconde voor ze het strand bereiken klappen ze snel de outboard omhoog en stuiven zo een meter of vijf het zand op voor ze stilvallen! Goed om de aangroei te verwijderen maar slecht voor de bodem lijkt ons. We hebben helaas nergens gsm-bereik hier, we hadden graag Henk, Josiens zwager, willen feliciteren met z’n verjaardag.
Vrijdag 03-02-12 – zondag 05-02-12, Isla San José – Isla Cañas, Las Perlas, 20 mijl. Om tien uur is het halve vloed en gaan we met de dinghy de rivier op. Vroeger hadden we ook niet moeten gaan want zelfs nu nog lopen we af en toe bijna vast vanwege het ondiepe water. We moeten eerst door de branding en nadat een golf ons heeft opgetild duikt het boegje zo diep in het golfdal dat we een flinke bak water binnenkrijgen. Gelukkig kan een opblaasbootje niet zinken (tenzij lek natuurlijk) en is er strand vlakbij . . .
. . . zodat we op het strand de boeg optillen en het water er uit laten lopen, we hebben wel vier natte billen. Daarna drijven we voorzichtig om niet vast te lopen met de vloedstroom mee het riviertje op. Het is minder mooi dan de vorige in Kuna Yala, alleen maar mangrove en weinig wildlife. Wel een hele mooie houten kano.
Als we na een uurtje onze doorgang grotendeels geblokkeerd zien door een omgevallen boom geven we de brui eraan en varen terug. Het is dan net hoogwater, maar nog steeds ondiep en nu moeten we bij de ingang tegen de brandingsgolven in. We weten er goed tussendoor te manoeuvreren, zodat we opgedroogd Inísh bereiken. Een uurtje later komen er twee nieuwe jachten binnen in de baai en na een halfuurtje komt er een dinghy naar ons toe met . . . Steve, onze Australische line-handler en op het andere jacht is onze “reserve” line-hander (zie vaarbericht 12-2). We hebben weer een gezellig uurtje in de kuip en ’s avonds gaan we nog een uurtje naar de Forever Free van Mandy en Greg (het andere Australische jacht). Maar eerst ga ik nog gewapend met plamuurmes op steel en dekwas de aangroei op het onderwaterschip te lijf, totdat Josien me roept omdat er een haai rondzwemt, die af en toe even een waterfontein veroorzaakt, maar als die steeds verder van Inísh wegzwemt, ga ik maar weer verder. Ik ben nog heel.
Vrijdag zwaaien we naar de Australiërs en gaan ankerop naar een baai aan de zuidkant van Isla Cañas, zaterdag door naar een beschut plekje tussen Cañas en Isla Del Rey, het grootste eiland van de archipel. Een mooi plekje en voor het eerst helemaal swell-vrij, we liggen als in de Grashaven. Vóór ons ligt een grote kajuitspeedboot en als we net klaar zijn met ankeren komt er een heuse helikopter landen op het strandje en neemt een deel van de bemanning van het jacht mee de lucht in. Waarschijnlijk is hun tijd te belangrijk om met de boot terug te gaan naar Panama (voor hun vast wel twee uur varen) en de kennelijk in dienst zijnde bemanning vaart even later met de boot achter ze aan. Nog een uurtje later zien we een inlandse boot met outboard naast ons drijven terwijl een bemanningslid met een hemd zwaait. Die hebben kennelijk hulp nodig. We hangen ons motortje aan de dinghy en ik vaar erheen. Ze blijken inderdaad motorpech te hebben en de Pueblo is te ver om te peddelen, dus begin ik dapper te trekken met ons kleine opblaasbootje. Dat gaat niet echt snel, dus even later komt een van de mannen bij mij aan boord en samen varen we naar de Pueblo waar hij een sterkere sleepboot regelt en ik vaar terug naar Inísh. Ik krijg nog een tros van een onbekend soort bananen cadeau en maak van de gelegenheid gebruik om uien te kopen, vis hebben ze niet op zondag in dit vissersdorpje. En weer betreur ik het dat mijn Spaans niet beter is. We zwerven nog wat langs het strand en willen morgen naar Contadora terug, omdat we daar kunnen internetten voor we vertrekken naar Ecuador.
Maandag 06-02-12, Isla Cañas - Contadora, Las Perlas, 18 mijl. Als we om 9 uur ankerop willen komen de mensen die gisteren naast Inísh gestrand zijn twee lekkere bonita’s brengen. Die moeten eerst nog even worden schoongemaakt en gaan de koelkast in. Daarna zeilen we met tegenwind naar Contadora. Na een uurtje moet de motor erbij omdat de wind steeds verder afneemt.
Al van verre zien we dat het druk is op de ankerplaats van Contadora. Kennelijk zijn de jachten van de 'ARC-round the word rally' zich hier aan het verzamelen voor een volgend traject, meest nieuwe mega-jachten. Maar er ligt ook nog wat gewoon volk tussen. We herkennen een Canadees jacht, waarvan we met de bemanning pizza hebben gegeten in Flamenco en de Viatrix (bekend van Curaçao en Flamenco) ligt er ook. En een paar jachten die hier al lagen toen wij vertrokken naar de andere eilanden. Gelukkig is ons oude plekje nog vrij en gelukkig hebben we ook nu weer internet hier. Goed voor de gribfiles, contact met Ecuador en thuisfront en voor het uploaden van dit vaarbericht.