Zaterdag 10-11-2012 – zaterdag 17-11-2012, Opua, Nieuw Zeeland. Zaterdag worden we uitgerust wakker onder een stralende zon en ik voel me helemaal euforisch, relaxt, in deze veilige marina in een prachtige omgeving waar je zomaar al je benodigdheden makkelijk kunt krijgen, iedereen goed Engels spreekt en je steeds andere zeilers tegenkomt die datzelfde gevoel hebben. Er wordt veel geknuffeld en gefeliciteerd, maar er is ook werk aan de winkel. Vooral Josien stroopt de mouwen op en maakt Inísh weer helemaal schoon, terwijl ik nog een beetje aan het lummelen ben met andere zeilers, inschrijven en . . .
Er komen nog regelmatig schepen binnen van de oversteek, die ook verwelkomd moeten worden. We wachten met spanning op Victory, want in hun weblog (ook onderweg via SSB) hebben we gelezen dat ze nog meer wind hadden dan wij, ruim 40 knopen (9bft, storm) en dat ze waterlekkage hadden.
Deze hele week is het hier feestweek, allpointrally geheten, georganiseerd door de plaatselijke watersportbedrijven, vandaag te beginnen met inschrijven en een worstjes-bbq, tevens gezellig samenzijn, vanaf 17 uur. Na afloop ga ik nog even naar de havenkant en tuur de rivier af. En wat zie ik, daar komt net Victory aanvaren. Die moeten nog tot morgen aan het Q-dock, maar ik zwaai ze vast enthousiast binnen.
Zondag staat Josien op met veel pijn in haar lijf. Ze begint last van haar reuma te krijgen omdat het hier best koud is, vooral ’s nachts. Jammer is dat, we waren net van plan om een mooie lange wandeling langs het kustvoetpad te maken, die moet ik nu helaas alleen doen. Tegen de avond gaat het weer iets beter, zodat we wel naar het samenzijn met de andere zeilers kunnen en bijpraten met Jan Bart en Monique. Hun lekkage bleek vanuit een ontluchtingspijp te komen, ze hebben het onderweg ontdekt en provisorisch gerepareerd. Maar we doen vandaag niet mee aan de bbq, in plaats daarvan gaan we heerlijk uit eten in de jachtclub, waar het ook erg gezellig is.
Maandag gaan we met een taxibusje naar het dichtstbijzijnde stadje, Josien naar de kapper, ik wandel langs het strand en bezichtig de kerk en later doen we eindelijk weer eens op z’n westers boodschappen in een welvoorziene supermarkt. Daarna nemen we deel aan de georganiseerde seminars en tropical evening van de allpointrally.
Dinsdag hebben we even genoeg van het georganiseerde gedoe. We gaan alsnog samen wandelen, maar het pad is zwaarder dan ingeschat, na een uurtje liften we terug naar de marina en ’s avonds blijven we lekker in de kajuit.
Woensdag huren we een auto, waarmee we eerst de marina in Whangarei, onze “overzomer-ligplaats”, verkennen, valt niks tegen, gezellig midden in de stad en toch rustiek. Daarna genieten we met volle teugen van het wonderschone Nieuw-Zeelandse landschap, dat ons zoveel aan Schotland doet denken, maar met houten huizen en een totaal andere flora.
Vooral de vele firn-soorten, de varens, het symbool van Nieuw-Zeeland en van de All-blacks, het illustere rugbyteam. Van de fauna zien we voorlopig alleen de vogels en paar doodgereden possums. Het nationale symbool, de kiwi, hebben we nog niet ontdekt, behalve op de verkeersborden, het is een nachtdier.
en seminars, over verstaging, elektrolyse aan boord en het weer. De contacten met de andere cruisers zijn gezellig, maar we raken wel een beetje uitgepraat over alle cruisersstuff en beginnen te verlangen naar Whangarei, doch het weer werkt niet mee, en we willen nog de slot-bbq van de allpointsrally meemaken op vrijdagavond, gezellig, maar dan is er zaterdag een gale met windstoten tot 45 knopen, dus blijven we nog even waar we zijn.
Zondag 18-11-2012 – dinsdag 21-11-2012, Opua – Whangarei, 74 mijl. Zondag zitten we in dubio, gaan of blijven? We hebben geen internet meer, zijn net te laat voor het marifoonweerbericht en gisteren was de verwachting dat het de hele zondag nog hard zou waaien. Maar in de marina is het bijna windstil. Ik ga naar het havenkantoor voor een nieuw weerbericht en dat geeft aan dat het vanochtend nog 20 knopen waait met windstoten tot 30 kn., maar vanmiddag luwt het tot 15 knopen. Dus we gaan! Van Bev van (Amerikaanse) Mersoleil horen we dat zij ook gaan en dat er net om de hoek buiten de bay of Islands op 25 mijl van hier een goede ankerplaats is om te overnachten. Wij hadden eigenlijk verder gewild, maar we hebben nog tijd, dus besluiten daar ook heen te gaan. En daar krijgen we geen spijt van. Maar eerst afrekenen (schade valt mee), de “best bekenden” gedag zeggen (wie weet waar en wanneer we elkaar weer tegenkomen?) en dan de trossen los en de marina uit. En net buiten de haven blijkt het nog best te blazen, met windstoten tot 25 knopen, ik kan maar net, hoog aan de wind, de vaargeul bezeilen, onder dubbel gereefd grootzeil en puntje genua. Later krijgen we de wind wat ruimer, doch de windstoten nemen toe tot boven de 30 knopen, wel weer even wennen. Maar het water in de baai en later langs de kust is vlak, want de wind is aflandig, en als we weer zijn ingeslingerd is het best lekker zeilen. We gaan als een speer de baai uit, met zeven knopen, het zonnetje schijnt, we gijpen, . . .
. . . ronden Cape Brett, en eigenlijk te snel al arriveren we om half vier bij de prachtige, bijna “landlocked” ankerbaai, waar we naast . . .
Na een uurtje komt Mersoleil binnen en even later nog een Amerikaans jacht. De baai nodigt uit om naar de kant te gaan, er zijn zandstrandjes, kliffen, paadjes, beekjes, groene grasvelden en prachtige kromme bomen, het walvisstation en een waterval, maar de dinghy ligt gestouwd in de voorpunt en waarschijnlijk geeft de aanblik vanuit de kuip samen met de onbereikbaarheid van al dat moois wel net dat beetje extra. Josien maakt een heerlijke courgette-vissoep en ’s avonds genieten we van de absolute rust hier met koffie en een boek. Het water is inmiddels als een spiegel. Maandag staan we om zeven uur op want we hebben vandaag 40 mijl te doen. De baai is nog even betoverend als gisteren. We ontbijten en gaan meteen ankerop, om acht uur zijn we buiten, zonder wind, dus moet de diesel erbij. Op een spiegelgladde oceaan, bijna zonder swell, kachelen we naar het zuidoosten met 5 knoopjes.
In de loop van de ochtend komt er een zuchtje uit het oosten, een beetje seabreeze. De zeilen gaan erbij maar het dieseltje moet ook z’n werk blijven doen, want we willen voor donker de riviermonding bij Whangerei op. Dat lukt. Maar eerst worden we nog opgeroepen vanuit een vliegtuigje dat over ons heen scheert. We moeten de scheepsnaam opgeven en waar we vandaan komen. Als we doorgeven dat we al hebben ingeklaard in Opua, willen ze weten wanneer en kennelijk wordt het direct nagetrokken. Even later worden we vriendelijk bedankt voor de medewerking en het vliegtuig gaat op zoek naar een volgend slachtoffer.
Tot we twee knopen stroom tegen krijgen, het loopt naar laagwater. Het laatste half uur naar de ankerplaats moet nog even in de wind tegen stroom op de motor. De ankerplaats, Urquehart Bay, is ruim en met mooi vlak water. Geen swell, nauwelijks stroom en we zoeken een plaatsje naast een aantal lokale jachten aan moorings. Mersoleil ligt er al. Josien weet snel een pan spaghetti op tafel te toveren en ’s avonds genieten we nog even van de omgeving met een kop koffie in de kuip. Alleen de beloofde zon heeft het een groot deel van de dag laten afweten, het was best koud. En dinsdag is het nog kouder en om het Nederlandse weer helemaal compleet te maken valt er ook nog een motregentje uit de NZ hemel. Om negen uur gaan we ankerop met als eerste bestemming een marina dichtbij de riviermonding waar we diesel willen tanken. Want hoewel Inísh een duidelijke voorkeur heeft voor zeilen, af en toe moet ook de dorst van ons volvootje worden gestild en met een bijna lege tank willen we de rivier niet op. We hebben even moeite om de ingang van de zeer luxe maar ongezellige Marsden Cove Marina te vinden, verscholen achter een raffinaderij, maar eenmaal daar is het makkelijk binnenlopen. Alleen het tanken gaat minder makkelijk want het is zelfbediening met betaalkaarten en allebei mijn kaarten worden geweigerd. Uiteindelijk biedt een marinamevrouw uitkomst door haar kaart te gebruiken en ik betaal haar contant. Al met al is het elf uur voor we weer de rivier opdraaien, maar dan gaat het verder voorspoedig met eerst twee, later één knoop stroom mee op de vloed. Dat is ook nodig, want de laatste paar mijl kun je alleen met hoogwater bevaren.
Precies om half twee, het tijdstip van hoogwater, lopen we het Whangarei Town Basin in en meren af voor een Nederlandse kits van 53 ft, de Ware Jacob, waarvan de schipper onze touwtjes aanpakt. Dat is Jaap, en zijn vrouw, Renée, nodigt ons meteen maar uit voor de lunch bij hen aan boord. Dat is de sfeer van Whangarei, en natuurlijk de vergaande hartelijkheid van onze nieuwe vrienden.
Ook Sharron en Brian, de havenmeesters, zijn vreselijk aardig en behulpzaam. ’s Avonds is er meteen een “happy hour(s)” waar we naast minder dure drank (0,7l whiskey = NZ$40! ~ €30) een minder duur captains diner kunnen bestellen. Ja, de prijzen zijn hier Europees +, behalve scheepszaken, die kunnen we hier belastingvrij kopen. Intussen hebben we nog een week voordat mijn vliegtuig het luchtruim kiest, die we benutten met afspraken maken voor zeil- en canvasreparatie, de kant op voor het onderwaterschip, de eventuele aanschaf van toch maar SSB en meer van dat soort zaken.
Als we maandag terug op de steiger komen na boodschappen, staan er twee mensen, die Jaap en Renée van "de Ware Jacob" zoeken. Ze spreken Nederlands en ik begin al te mopperen dat we net zo goed in Nederland hadden kunnen blijven, als ik ineens de man denk te herkennen: “Ben jij soms Willem?” vraag ik. ”Ja” zegt hij, en aan haar: “Ben jij soms Corrie?” “Ja” zegt zij, “maar wie ben jij?” En ik vertel dat we ze vijftien jaar geleden in Galway hebben ontmoet toen zij nog aan zeezwerven waren met hun prachtige rode tweemast-Joshua “Terra Nova”’ en wij onze eerste tocht met “Fiddlers Green” naar Ierland maakten (toen ik dit schreef geen dig. logboek ervan, anno 2024 wel! zie 1997). Corrie heeft toen nog voor mijn 50e verjaardag een Abraham mét mosterd in de kuip gezet en met Willem zijn we naar een prachtige Ierse folk-sessie in : "the Crane Bar" geweest. Later hebben we ook nog samen langs de Engelse zuidkust gevaren en elkaar uitgebreid gefotografeerd, nog niet digitaal toen, dus kan ik geen foto’s meesturen. Jaap en Renée zijn er niet, dus wij arresteren Willem en Corrie voor een gezellig uurtje in de kuip van Inísh. Zij wonen nu in NZ, in Nelson op het Zuideiland, hebben Terra Nova moeten verkopen omdat Corrie tè veel last van zeeziekte kreeg (had ze destijds ook al). Maar verder gaat het goed met ze. Ze doen nu aan strandzeilen. En ze nodigen ons uit om in januari bij ze langs te komen in Nelson, wat we natuurlijk graag doen. Het aller-wonderlijkste is nog, dat ik net gisteren een mailtje kreeg van Francis en Ruud van de “Ran” in Hoorn (die Willem en Corrie kennen, omdat de vorige Ran ook een Joshua was) waarin ze ons onder meer schreven dat ze onlangs bij Willem en Corrie zijn geweest en of wij die ook kenden. It’s a small world for cruisers . . . wordt vervolgd. . .
En het wordt nog mooier, want overmoedig geworden denk ik, dan stuur ik ook maar een mailtje naar Sandy en Joan van de “Zeferin” die we in 2005 tijdens onze Ierse tocht met Inísh, ook al in Galway, hebben ontmoet (zie logboek 2005). Zij zijn Nieuw Zeelanders en waren toen met hún wereldomzeiling bezig. En ja hoor, de volgende dag al een mailtje terug van Sandy, ze wonen in Auckland, hebben Zeferin nog en zien er naar uit om ons te ontmoeten! We krijgen het druk hier. . . wordt vervolgd . .
Het is nu dinsdag, Overmorgen ga ik de lucht in en hoop weer veel familie en vrienden te ontmoeten, Josien heeft hier in Whangarei een goede stek, een fijn stadje en veel aanspraak van bekende zeilers die hier steeds meer komen binnendruppelen. De Nieuw Zeelanders zijn heel benaderbaar en ook het weer wordt steeds zomerser.
en we nemen afscheid van het jaar 2012, wensen iedereen fijne kerstdagen en een voorspoedig 2013 met een plaatje van de spiegel van ons andere "buurschip", de prachtige Amerikaanse antieke houten schoener Niña, waarover later meer.