Vorige dag Volgende dag
Het doel van de dag was het Cho Oyu BC. Na het prima ontbijt rukte de expeditie welgemoed uit. Een rit door een imponerend landschap in goed weer en met prachtige uitzichten op de Cho Oyu. Het BC werd voorspoedig bereikt en bleek een BC als alle BC's te zijn. Een wat chaotisch gebeuren van tenten en mensen die allemaal iets van plan zijn of zijn geweest. Het centrum van het geheel was een tent met een fier wapperende chinese vlag.
Wij zochten een plekje en Kami en Sonam begonnen kamp te maken terwijl onze veel geprezen gids de officiele plichtplegingen deed.
Daarbij ontstond al snel verwarring waar iedereen aan deelnam.
Na enige tijd kwam onze geprezen Chinese gids terug en sprak zijn standaard zin uit: "We have a problem". De Chinese machthebber in de vorm van een twintig jarige ambtenaar met met hoed had problemen met onze permit. Het wat en hoe kon onze gids niet uitleggen in zijn Engels. Kami en Sonam probeerden hem in het Tibetaans te begrijpen maar dat liep ook stuk. Genieten van de chaos was het enige dat overbleef.
Na veel geharrewar werd het duidelijk dat wij ondanks alle papieren niet welkom waren in het BC. Het half ingerichte kamp werd dus weer ontmanteld en in de truck gestouwd. Weer kon het herplannen beginnen. De volgende halte zou het Everest BC worden en daar konden we komen door via Tingri daar heen te rijden want vanuit het Cho Oyu BC daar heen lopen kon ook niet. Dat laatste leek wel leuk maar hoe sleep je het kamp mee. Yaks waren niet te bekennen en de truck stond naast ons. Het werd dus via Tingri.
Aan het eind van de middag bereikten wij Romghpu na eerst nog een fietser van de uitdroging te hebben gered. Het is mogelijk om naar Rongphu te fietsen maar denkelijk gaat dat lopend beter. In Rongphu zetelden wij ons in afwachting van de truck voor de thee eerst in de enige lodge die het rijk was. Deze was bomvol met vers via Lhasa ingevlogen toeristen die vol verbijstering en met veel hoofdpijn hun georganiseerde reis ondergingen. Zij zouden overnachten in de lodge, of in het gloednieuwe hotel een eindje verder of in het klooster zelf.
Het wachten op de truck duurde zo lang dat wij ook maar aan een avondmaal begonnen. Het dagmenu bestond uit droogvoer dat met heet water in een niet onsmakelijke maaltijd soep veranderde.
Daarna dook onze gids weer op en sprak alweer zijn bekende woorden "We have a problem". De truck met de spullen was om onbekende redenen niet komen opdagen. Dus geen kamp, geen kleren, geen slaapzakken, dus helemaal niets. Na veel heen en weer gedraaf en veel onderling gepalaver kwam er een oplossing. Wij zouden de koude nacht doorbrengen bij Boeddhistische nonnen.
Ons onderkomen bleek een half onder de grond liggend kamertje te zijn met een soort voorportaal met allerlei gerei. Het was verlicht met een olielampje en in dat schijnsel ontwaarde wij ligbanken met stapels kapokdekens. Koud zou het dus niet worden maar of het zou gaan kriebelen wisten wij nog niet. De communicatie verliep stroef zeker nadat ik een ruil van een Chinese zaklantaarn tegen een LED koplamp had afgeslagen.
Daarna verdween de non met onbekende bestemming. De thee noopte inmiddels tot een sanitaire stop die buiten plaats diende te vinden. De deur was echter op slot vanwege kennelijk ontsnappingsgevaar. Goede raad was niet duur want wij vonden een soort schaal van een halve autoband en dat werkt ook. Later kwam zij terug en blies de olielamp uit voor de nacht.