Na de Tour de Monta Rosa stond de Vader-Zoon week in de bergen op het programma. Deze week is in de loop van de jaren een familietraditie geworden. Dit jaar stond deze onder druk. Mijn werklustige zoon moest in juli nog even naar Spanje, Engeland, Amerika en Canada. Tussen Canada en de volgende bestemming Italië vond hij toch nog tijd. De ene dag terug uit Canada en de andere dag met Pa op stap. De taakverdeling is eenvoudig. Hij bepaalt de bestemming en ik vul de tocht in. De bestemming is bij definitie in Italië. Hij is opgevoed door vele Italiaanse vakanties en heeft geen vertrouwen in het eten en drinken in andere berglanden.
De gekozen bestemming was dit jaar La Palud aan de voet van de Mont Blanc tunnel bij La Palud met als uitvalsbasis Hotel Aigle. Geen slechte keuze in verband met mijn taak maar wel een lastige. Omringd door Val d'Aosta, Val Ferret, Val Veny en het Mont Blanc massief is het een kiezen van de ezel uit vele hooibergen. uit vele mogelijkheden. Via "programming by doing " kwam het volgende uit de bus:
Donderdag 28/7/2011
Ondanks zijn jetlag verliep de reis voorspoedig. Diensten van twee uur op en twee uur af schieten op. Beiden bereikten we zo goed uitgerust de Mont Blanc tunnel en dus bijna ons doel. De Mont Blanc tunnel bleek door de doseringsysteem een bijna onneembare hindernis. Toen we er na een uurtje doorheen waren gooide de douane er nog wat vertraging bovenop. Controle, papieren, uitstappen en wachten. De jongens moesten kennelijk juist de beentjes strekken toen wij er aankwamen. We hebben Schengen en vrij verkeer van goederen er maar niet bijgehaald. Voor je het weet halen ze als wraak je hele auto overhoop.
Het hotel was daarna in een paar minuten bereikt en bleek bij het eten aan de culinaire standaard te voldoen van mijn Zoon. De enige dissonant voor de Blok-Nerds was het betaalde Internet.
Vrijdag 29 juli 2011
De verantwoording van het ouderschap blijft. Een ingelopen vader met een niet ingelopen zoon was dus geen optie. Voor het inlopen werd het rondje gepland La Palud (1308 m) - Planpincieux - Rifugio Bertone (2000 m) - Villair - Courmayeur - La Saxe - La Palud . Dat wil zeggen eerst Langs de Dora di Ferret het dal omhoog in, dan klimmen tot ca 2000 m bij Mont de la Saxe, vervolgens traverseren naar Rifugio Bertone en tot slot afdalen naar Courmayeur voor terug naar af. Vooraf werd eerst leeftocht ingeslagen met brood, kaas en worst.
De weersvoorspelling was fris met buien en dus niet om over naar huis te schrijven. Deze bleek zoals gebruikelijk geheel onjuist te zijn. De zon kwam steeds meer tevoorschijn en het werd zelfs een redelijk warme dag. Val Ferret wordt in de TMB ten onrechte dikwijls overgeslagen. Het pad langs de Dora di Ferret is prachtig en ligt ver van de weg. Het eerste stuk werd dus rustig doorwandelen. De klim om op hoogte te komen was natuurlijk even doorzetten maar werd beloond met mooie uitzichten op het Mont Blanc massief en in het bijzonder de Grandes Jorasses.
Het traverseren naar Rifugio Bertone was verder het lekker kuieren volgens het Toon Hermans concept. Net voor de rifugio ligt een uniek uitkijkpunt waar gegeten werd. Hier kijkt men precies op de kuising van Val d'Aosta met Val Veny en Val Ferret. De rifugio werd aangedaan voor de koffie in de klaar staande luie stoelen. Hier raakten wij aan de praat met vier senioren die bezig waren aan de TMB. Zij moesten nog door naar Rifugio Bonatti maar zaten al heerlijk aan het bier en een copieus middagmaal. Dat leek ons geen goed uitgangspunt voor de toch nog redelijke tippel naar de rifugio. Hun verdere plannen behelsden om daar vandaan in een dag naar Chalet d'Arpette te lopen. Wij hebben hun maar gewezen op de Postbus vanuit Ferret. Wij werden nog even nog even verleid om met de helikopter naar beneden te gaan. Inclusief een rondje Mont Blanc kostte dat slechts 100 Euro p/p. De afdaling naar Villar spaarde dat uit en liep makkelijk.
Via Villair gingen we aan het ijs in Courmayeur. Via de oude weg naar La Palud was het goed teruglopen. Het pad via La Saxe bleek namelijk versperd door lawines. 's Morgens hadden we al bordjes met die waarschuwing gezien. Terug bij gingen we op het terras van het hotel aan een koel bier. De avond werd gepast met eten en drinken doorgebracht. De jetlag in combinatie dan wel berglucht deed daarna het verdere werk
Zaterdag 30 juli 2011
De auto stond niet voor niets voor de deur en dus besloten we daarmee naar de parkeerplaats bij Arnouva te rijden. De bedoeling was om vandaar via Rifugio Elena naar de Col de Ferret te klimmen en vandaar via een omweg terug naar af te gaan. Het plan was goed maar de weg bleek nog in de schaduw te liggen en tot overmaat stond er een harde kopwind. Wij besloten dus de dagtocht tegengesteld te gaan doen. Dat wil zeggen bij Chalet Val Ferret stijl omhoog en dan via de Val di Belle Combe en Pre de Bard Superiore naar de col. Bij de splitsing bij Arnouva troffen wij onze senioren van gisteren die de weg zochten naar Rifugio Elena. Over hun plannen hebben wij maar niet meer gesproken want zij lagen al uren achter op het schema.
De Val di Bell Combe zag er mooi uit. Het pad minder want het was een richel in de rotswand van zwart steengruis. Toch was het niet onoverkoombaar want op de kritische plaatsen waren touwen gehangen. Dus gewoon de handjes aan het touw en voorzichtig stappen. Het liep zo een tijdje goed met mij als voorloper toen plots en haak uit de wand brak. Gelukkig had ik het touw goed vast en zakte alleen achterover.Vader en Zoon raakten niet in paniek en in goed overleg keerde ik terug naar vastere grond. Het was toch even bibberende knieën werk. De Valle de Belle Combe hebben we maar mooi de rug toegekeerd.
Als alternatief zijn we lekker in de zon en met de wind mee richting Rifugio Bonatti gelopen voor de koffie. Tijdens onze eetstop passeerden ons een groep van zo'n 30 Japanners onder aanvoering van een licht gegeneerde gids. Al lopend werd alles op het pad gefotografeerd. Het was een optocht van foto klinkende camera's. Ook wij ontkwamen niet aan hun klikdrift. Of zij gezien hebben wat wij onder het eten zagen valt te betwijfelen.
Bij de koffie in Rifugio Bonatti troffen we onze Japanner weer onder dezelfde omstandigheden. Na de refugio zijn we doorgelopen naar Armina en daar afgedaald. Een prachtige afdaling door velden van Alpenherfsttijloos.
Daarna zijn wij door het dal teruggelopen naar de auto. Aanvankelijk over paden en het laatste stuk over de weg. Ik herinnerde mij de weg als stil maar nu was er druk autoverkeer up en down met vele praatgroepen op de weg. Wij dachten aanvankelijk aan vakantie drukte maar terug bij de auto werden we uit de droom gehaald. Het was was een groep van 650 man, vrouw en kinderen in de leeftijd van nul tot honderd. Zij waren van de Parocchia Varese en hadden een uitstapje gemaakt naar Refugio Elena. Het up en down verkeer betrof het ophalen door de mannen van de auto's om de rest van de familie op te halen. Wij hebben onze informant graag een lift gegeven naar zijn auto.
Overigens was de gebeurtenis met de haak niet het enige zorgmoment van de dag. Mijn zoon had zijn bril vergeten en zag de smalle weg soms wat van de brede kant. Het positieve van de dag was het missen van Refugio Elena. Het is een prachtige rifugio maar niet met 650 parochianen op bezoek. Al met al hadden wij bij terugkeer in het hotel voldoende aanleiding om een stevig glas koud bier te drinken.
Zondag 31 juli 2011.
De weerprofeten bleven volharden in hun dreigende voorspelling maar desondanks was het weer mooi weer. Nu was Val Veny ons doel met een rondje Visaille - Combal - L'Arp Vieille - Rifugio Maison Vieille - Rifugio Du Pre - Visaille. De beloning was dit keer het prachtige uitzicht op de gletsjers op de hellingen van de Mont Blanc zelf. Deze bleef overigens verborgen in de wolken. Ook het zicht op de Dome de Goutier was niet gegund. Dat was minder erg want daaraan heb ik geen goede herinneringen. In 1993 strandde ik daar jammerlijk tijdens de beklimming van de Mont Blanc.
"Daar zijn ze weer" geldt niet alleen voor Jan de Bouvier. Alweer troffen wij dezelfde Japanners met hun gids. Nu zaten zij te eten en fotografeerden wij. Op mijn roep om Japanese Cheese reageerden zij spontaan en zo kregen wij een mooie foto. Helaas met de Canon en niet met de Nokia 86. Bij terugkeer bleek de CF kaart te ontbreken. Stom, stommer stomst. Bij het lac Greta de Youla lieten wij ze maar voorgaan in de wetenschap dat wij ze zeker bij de Refugio Maison vieille weer aan de maaltijd zouden treffen en dat klopte.
Het sociaal treffen beperkte zich niet tot de Japanners. Net als tijdens de Tour de Monta Rosa werd ik veelvuldig geraadpleegd over het pad en de omstandigheden. Mijn Zoon wist de oorzaak. Zelf dacht ik vanwege de wijze uitstralig; Hij zocht het meer in mijn haarband die mij naar zijn waarneming mij het uiterlijk van een priester gaf.
Refugio Maison Vieille ligt mooi maar bleek overspoeld met Italiaans tafelende dagjesmensen. Het bestellen van koffie bleek daardoor een onhaalbare zaak. Met hun kraanwater zijn wij toen maar afgedaald naar Refugio Du Pre waar ons een beter lot beschoren was. Daarna was het een hoogte wandeling terug naar de auto. Gelukkig had mijn Zoon nu zijn goede bril op.
Na wat winkelen in Entreves keerden wij voldaan terug. De rest was as usual.
Maandag 1 augustus 2011
Het weer bleef mooi en dus leek het een goede dag om Col di Licony op te gaan. Wij kozen de Hermitage als startpunt. Het plan was om bij Tirnecorne niet naar La Suche af te dalen maar te traverseren naar de klim van de col. Het pad stond niet volledig op de kaart maar moest volgens de informatie wel bij de klim eindigen. In Tirnecone kwam ik tot de ontdekking dat de informatie klopte maar dat ik mijn kaart vergeten was. Mijn vaderlijk gezag over altijd goed voorbereid de bergen in lag duidelijk in gruzelementen. Gelukkig is mijn geheugen niet over de hele linie slecht want de route zat in het hoofd.
Tot Tirnecone was de klim een echte kuitenbijter door donker bos. Daarna werd het een mooie tocht en zeer stille tocht. Tot de col zijn we slechts een dame tegengekomen die op een rotspunt zat te mediteren. De enige tegenvaller was het weer. Prachtig zonnig maar de wolken bleven hinderlijk tegen de Testa di Licony hangen. De klim naar de col bleek lastig. Het pad werd gerenoveerd en dat was nodig ook. Uitgespoeld en verzakt deden ons het ergste vrezen voor het laatste steile stuk. Juist dat bleek keurig opgeknapt en werd dus fluitend genomen. Het brood met Tomme en Bresaola werd op de col met uitzicht op het Lago di Licony aan de ene kant en de Mony blanc aan de andere kant gegeten .
De afdaling ging snel en bij Freydevaz kwamen we op bekend terrein. In 1996 waren Vader en Zoon tijdens de Tour du Mont Blanc in koud en guur weer hier omhoog gekomen voor het nemen van de Col Sapin.
Op dag 1. had ik na de afdaling van Rifugio Bertone bij de parkeerplaats voor Villair een bordje Ermitage zien staan. Daar staken we min of meer horizontaal door naar de auto. Zonder kaart kwamen we dus alweer terug naar af.
Dinsdag 2 augustus 2011
De laatste dag werd het tijd om de flanken van de Mont Blanc op te gaan. Het 1e lift station met wat verlenging naar het 2e was het doel. In het geheugen stond was daar een mooi plateau met een nog mooiere botanische tuin. In bloedhitte werd aan de klim begonnen die zonder dat de lift in zicht komt mooi naar boven slingert. Dat bleef het tot ongeveer 1800 m. Een bord verblijdde ons met de mededeling dat door werkzaamheden het een provisorisch pad werd. Die werkzaamheden bleken de aanleg van een skipiste te zijn en het provisorisch pad was die zelfde in aanleg zijnde piste. Het enige positieve van de verdere klim waren de afdrukken van de stalen rupsbanden die als trappetjes konden worden gebruikt. Met veel verwensingen zijn wij boven gekomen.
Het mooie plateau bleek ook grotendeel gesneuveld te zijn in het ski piste geweld. Gelukkig vonden we na enig verder lopen de rust die wij zochten. De dagjesmensen bleven in het liftstation hangen of in de al redelijk uitgebloeide botanische tuin. Over de terugweg val weinig te verhalen. De alternatieve afdaling hebben wij links laten liggen. Aan verdere avonturen hadden wij net voor het vertrek geen trek. Het alternatief was niet duidelijk aangegeven en verdween ergens in de morenen van de Brenva gletsjer. De avondzon gaf de Monte Bianco zijn luister weer terug.
Woensdag 3 augustus 2011
De terugreis was alleen maar om weer binnen een paar dagen (Vader) en na iets meer dan een week (Zoon) naar Italie af te reizen met het vliegtuig. Het was dus eigenlijk verloren moeite maar het ophalen van schone kleren vraagt offers. De reis zelf verliep probleemloos.