De oversteek van de Alpi Orobie west naar oost bij Foppolo was evenals vorig jaar het draaipunt in de planning. De bedoeling was om de door sneeuwval gemiste etappe Foppolo - Carona alsnog te lopen. Hiervoor was de lange etappe Madonna della Neve - Foppolo vervangen door de al even lange etappe Rifugio San Marco 2000 - Foppolo. Het voor de tweede keer overnachten in Foppolo en Carona namen we hierbij voor lief. De slaapplaatsen waren namelijk uitermate gerieflijk geweest.
Helaas speelde het weer ons ook dit jaar parten. Slecht weer in Rifugio Tavecchia hield ons met onweer en hagel op het pad van het pad af. De pensionati willen nog best wat maar niet tegen elke prijs. Dus werd met veel plezier gemotoriseerd van Rifugio San Marco 2000 naar Carona gereisd. Deze dip in de planning werd goedgemaakt met een aansluitende dagbesteding in het zonnige en warme Carona. Verder liep alles redelijk volgens plan met de uiteraard de dagelijkse verrassingen die een bergtocht zo leuk maken.
NL - Bergamo - Pasturo
NL - Bergamo is met het vliegtuig weinig meer dan een busreis van 1,5 h. De rugzakken in de stufzakken, zelf inchecken en geen handbagage maakten het vliegen bijna aangenaam. Het vervoer in Bergamo is goed geregeld. De shuttle van het vliegveld rijdt elk kwartier naar het station van Bergamo. Het aansluitend treinvervoer in Italie combineert op een voor de NS verrassende wijze Zwitserse precisie met lage prijzen. Goedkoop, op tijd en comfortabel materiaal van inderdaad AnsaldoBreda. Al met al duurde de reis naar Pasturo 2 uur. Dus ruim op tijd voor een drankje als voorbereiding op een goede Italiaanse maaltijd. .
Pasturo ligt op 500 m aan de voet van Pian Bobbio op 2000 m. 's Winter een skigebied en 's zomers een wandelgebied voor de regio Milaan en een beperkt aantal vreemdelingen die het gebied ontdekt hebben. In het voor- en naseizoen is de lift alleen in het weekend in bedrijf. Voor ons was het dus lopen geblazen. De bergwereld begint pas boven de boomgrens. Dus ook in de Alpi Orobie moeten eerst dicht beboste hellingen overwonnen worden.
Pasturo - Introbio (588 m) - Rifugio Buzzoni (1569 m)
De weergoden waren ons genadig. Strakblauwe lucht en in het dal 30 graden C. Mooi weer voor een inloopdag van ruim 1000 m klimmen via zwaarbeboste hellingen. Het eerste stuk van Pasturo naar Introbio was lekker wandelen. In Introbio (588 m) benutten wij de koffietijd om het vocht vooraf aan te vullen en te vragen naar het begin van het pad. De bewegwijzering in de Alpi Orobie is namelijk op zijn Italiaans en de kaarten zijn niet altijd nauwkeurig, De vraag werd een zaak voor het hele dorpscafé waarbij het aantal alternatieven evenveel hoofden als zinnen telde. Achteraf bleek dat de broer van de tante al aan de neef van de vrouw van de uitbater onze komst had aangekondigd. Dat bleek niet beperkt tot Rifugio Buzzoni (1569 m. Wij werden dus tot en met Rifugio FALC als nieuwe oude bekenden ontvangen.
Net bij het in devoot verlaten van Introbio gaf een van mijn stokken de geest. Vroeger wandelden wij zonder deze hulpmiddelen onbekommerd rond in de sneeuw en op duizeling wekkende smalle paadjes. Nu is het een steun die wij niet kunnen missen. Onze nieuwe vrienden in het dorpscafé schoten onmiddellijk te hulp. Tijdens de verbouwing van het restaurant aan de overkant bleek de verkoop van bergspullen gewoon door te gaan. De logica van de samenhang ontging ons maar het resultaat van nieuwe en zeer trendy stokken telde.
De mooie klim was niet zwaar maar lang en werd op het laatst door het intussen tropisch geworden bos taai. Net toen het water op was kwam de rifugio in zicht. Het bleek een kleine en eenvoudige rifugio midden in het oerwoud te zijn waar een jong en vriendelijk stel de scepter zwaaide. Met koud bier en het warme water van de douche werden wij weer snel mens. Wij bleken de enige gasten te zijn en dat verbaasden ons niet. Geen mens had ons pad gekruist. 's Avond aten wij samen de "Gestore". Het werd een vrolijke avond met over en weer veel bergverhalen in een mix van steenkolen Engels en Italiaans. Na de afsluitende grappa was de nachtrust dus zeker geen probleem.
Rifugio Buzzoni (1569 m) - Rifugio Grassi (2000 m) - Rifugio Tavecchia (1495 m)
De gastheer spoorde ons aan om vroeg te vertrekken om zodoende de eerste klim nog in de schaduw te kunnen doen. Deze viel mee en al snel kwamen op het hoogtepad naar Rifugio Grassi (2000 m). Een pad met schitterende uitzichten. De diepe afgronden bij Passo del Toro vormden het hoogtepunt. Die pas leek bij de voorbereiding moeilijker dan het was. Op de goede plaatsen kettingen die op het sneeuwvrij pad eigenlijk niet echt nodig waren.
Tijdens de picnic bij Alpe Foppabona begon de lucht te betrekken en werd het fris. Zelfs zo dat wij in Rifugio Grassi aan de warme chocolademelk gingen. Deze hut ligt mooi centraal tussen Rifugio Tavecchia, Piano Bobbio en Rifugio Begnini en bleek aardig bezocht.
De afdaling naar Rifugio Tavecchia was aangenaam tot en met de picnic op het verlaten terrein van Casa Alpina Pio X (1689 m). Daarna bewezen we ongewild dat de kortste afsteker het langst duurt. De kaart was niet duidelijk over het pad en zo kozen we de afsteker van een lange slinger. Het werd dus een toetje van rotsklauteren. Gelukkig lag Rifugio Tavecchia wel aan het eind van het pad.
Behalve in Rifugio Grassi hadden wij de hele dag slechts anderhalve man en een paardenkop gezien. De overgang naar de drukbezochte Rifugio Tavecchia was dan ook groot. Toch bleken wij aan het eind van de dag alweer de enige gasten. De drukte werd veroorzaakt door dagjesmensen die met jeeps vanuit Introbio werden aangevoerd plus hulptroepen die bezig waren om de finish van een mountain bike wedstrijd op te bouwen. Wij zaten dus die avond alweer met de "Gestore"aan tafel en weer was het erg gezellig.
Rifugio Tavecchia 1495 m - Madonna della Neve 1595 m - Rifugio Tavecchia
Bij het opstaan was het weer er niet beter op geworden. Dreigende luchten en gerommel in de bergen voorspelden weinig goeds. De pensionati stammen echter uit een tijd dat een nat pak krijgen heel gewoon was en gingen dus welgemoed op pad. De "Vrouwe van de sneeuw" bestaande uit een kerkje met wat huizen bereikten wij nog net droog. Daar barstte echter een onweer los zoals het alleen in de bergen doet. Gelukkig was het echtpaar dat vroeger de inmiddels gesloten rifugio beheerden juist doende om in en rond de kerk de zaak te kuisen. Het kerkje werd dus een echte schuilkerk maar onze opgestoken kaarsjes voor beter weer wierpen geen vruchten af. De hagel kleurde het landschap steeds witter en het pad dat ons naar boven zou moeten voeren veranderde steeds meer in een woeste bergbeek.
Besloten werd om ons terug te laten spoelen naar Rifugio Tavecchia en dat deden wij dan ook letterlijk. De smeltende hagel liep gewoon onze hoge bergschoenen in. Als verzopen katten kwamen wij na een uur of twee weer terug bij af waar wij met alle begrip hartelijk werden ontvangen.
's Middags klaarde het op en konden wij de deur uit voor een wandeling rond de rifugio. Dit leverde naast een aardige kijk op het boerenleven ook vers uit de pers komende ricotta op.
Rifugio Tavecchia 1495 m - Rifugio Santa Rita 1986 m - Rifugio FALC 2120 m
De volgende dag gingen we op herhaling. Het weer was iets beter geworden. Slechts af en toe een bui uit een nog steeds zwaarbewolkte hemel. De klim naar Rifugio Santa Rita was een makkie. De lekker warme rifugio werd gedreven door Italiaans-Nederland "Gestore". Het eten en de gesprekken liepen dus wat uit.
Op het pad naar Rifugio Santa Rita waren we nog twee andere stervelingen tegen gekomen die boven hun verbazing over de doorstomende pensionati maar niet te boven kwamen. Naar Rifugio FALC hadden we het pad geheel voor ons zelf. Alleen vlak voor de rifugio moest even geklommen worden. Verder was het een makkelijk lopend hoogtepad. Bij aankomst in Rifugio FALC troffen wij de "Gestore " Amos van Rifugio Grassi aan die even voor wat loodgieterswerk bij de uitbaatster Elisa Cielok langskwam en een vuilnisophaler die even naar boven was gekomen om het afval weg te werken. De rifugio was klein maar fijn en de basic voorzieningen stoorden ons niet. Ook hier bleken we weer de enige gasten. Dit stond echter een genoeglijke avond met de aanvankelijk wat stille uitbaatster niet in de weg.
Rifugio FALC 2120 m - Piana di Fenile 1320 m
De bedoeling was om naar Rifugio Benini 2222 m lopen. Het weer zag er beneden beter uit dan boven en na een paar sombere en kille dagen wilden we wel wat bij bruinen. Daarom werd besloten om al zonnebadend naar Rifugio Salmurano op 1850 m te lopen. De rifugio zou open zijn en de situering als liftstation gaf vooruitzicht op een warme douche. Het werd een mooie tocht langs de trapsgewijs liggende stuwmeren.
Bij het dalstation van Rifugio Salmurano kregen wij in de bar de boodschap dat de rifugio dicht was. Met enig kunst en vliegwerk konden wij de barvrouw aan het zoeken krijgen voor een onderkomen en die vond een mooie albergo wat verder dalwaarts. De laagste loodjes wogen zwaar maar de ontvangst in het prima onderkomen was hartelijk. Het verdere verloop van de dag was standaard. Biertje in de zon, opdoffen, eten en gaan slapen. Het gewoel van een logerende groep werkers rond het EK Voetbal ging zodoende aan ons voorbij. Het leek sowieso niet verstandig om het uitschakelen van Italië aan de orde te stellen.
Piana di Fenile 1320 m - Rifugio San Marco 2000 2000 m
Italiaanse uitbaters kunnen het lopen van hun gasten met een rugzak op niet aanzien, Ook nu was het geen discussie. Bij het onderste liftstation van Rifugio Salmurano werden wij keurig aan het begin van het bergpad afgezet. Het werd een prachtige klim via alweer een stuwmeer naar Passo di Verrobbio. Daar belandde wij in het oorlogsgebied van Oostenrijk en Italië uit de eerste Wereldoorlog, Onvoorstelbaar wat daar allemaal uitgehakt, gegraven en opgetrokken was. Daarna was het rustig traverseren richting de rifugio. Deze bleek prachtig te liggen en van alle gemakken voorzien te zijn.
Rifugio San Marco 2000 (2000 m) - Carona - (1130 m)
De verloren dag moest hoe dan ook worden ingelopen om de grote lijn van de planning aan te houden. Het traject Rifugio San Marco 2000 via Foppolo naar Carona is hiervoor heel geschikt. Hetzij als trail runner hetzij met de bus. De pensionati waren ooit in het verleden goede trail runners maar kennen in het heden hun beperkingen. Het werd dus via de auto van de gastvrouw die haar kleinkinderkroost naar school moest brengen en via de lijnbus een mooie gemotoriseerde tocht naar Carona. Het enige gevaar van de dag vormde de buschauffeur. Hij moet een belangrijk man zijn geweest, althans aan het doorlopend bellen en appen met een hand aan het stuur op een kronkelende bergweg. Voor Locanda Dei Cantu waren we te laat met uitstappen maar een halte verder lag Albergo Carona op ons te wachten. Alweer de enige gasten in een meer dan uitstekend onderkomen. De dag werd verder besteed aan een uitgebreide wandeling met een bezoek aan de botanische tuin. Een absolute aanrader. De dag eindigde zoals gebruikelijk.
Carona (1130 m) - Rifugio Calvi (2020 m)
Met de etappe Carona naar Rifugio Calvi lagen we weer keurig op schema. Voor de keuze van route volgden wij het advies van de beheerder van de botanische tuin in Carona die ons gisteren zo enthousiast in de nog gesloten tuin had rondgeleid. De afsteker vanuit Carona had hij ons ontraden. Het pad had te veel geleden van de voorjaarsregens. Het pad had ons toch al niet aangetrokken. De offroad weg naar de Rifugio Calvi lag meer in een open landschap en de kans op verkeer leek en zo bleek achteraf te verwaarlozen. Het werd een prachtige wandeltocht omhoog. Eerst door het dal en later langs het stuwmeer.
Rifugio Calvi bleek een goed onderkomen en mooi te liggen. Hier waren wij niet zoals gewoonlijk alleen. Nu geen schoolkamp maar studenten uit Milaan die ijverig aan een opdracht werkten. Zij deden dat met veel en levendig overleg maar gelukkig met minder verbaal geweld dan brugpiepers van vorig jaar..
Rifugio Calvi 2020 - Rifugio Laghi Gemelli 1968 m
De routekeuze bleef lang open. Via Passo d'Aviasco of via Lago Sardegnana was de vraag. De vraag werd al lopend opgelost bij de aftakking naar Passo d'Aviasco. Waarom eerst steil omhoog en weer naar beneden te gaan als je ook op hoogte kan traverseren naar het zelfde punt. Afgezien van wat klimmen en dalen en hier en daar wat leuning-, touw- en kettingwerk was het een ontspannen ochtend wandeling. Bij Lago Sardegnana werd gegeten en daarna werd het merengebied snel bereikt. Verder naar Rifugio Gemelli was het bekend terrein. Met het gesloten zijn in 2015 hadden wij een mooie hut met een vriendelijke bezetting gemist. Voor de verandering waren er zelfs twee andere gasten en dat gaf bij het eten extra aanspraak. Met de wijn en de tocht in de benen was het daarna goed slapen.
Rifugio Laghi Gemelli - Rifugio La Valle del Drago 900 m
Het links laten liggen van Rifugio Alpe Corte was gezien de ervaring van 2015 bij het uitzetten van de tocht een voorwaarde geweest. In plaats van de Passo dei Gemelli stond dus Passo di Mezzeno op het programma. Deze werd makkelijk genomen
De afdaling naar Roncobello was wel korter maar toch ook bewerkelijk. Twee honden hadden hier deel aan. Eerst een wandelaar met een loslopende herder die blaffend schijnaanvallen op een smal bergpad uitvoerde en later een bouvier die, met het parkeerterrein als zijn/haar werkgebied, een afgesloten caravan bewaakte. Dit deed hij of zij met meer dan schijnbewegingen. De stokken bleken gelukkig een goed afweerwapen.
De kans toen wij op het parkeerterrein bij Baita Mezzeno een wandelaar zijn bergschoenen voor auto schoenen zagen verwisselen lieten wij niet lopen. Nee heb je en ja kan je krijgen en het werd het laatste.
In Roncobello lieten wij ons vol verwachting bij de bekende Albergo Alpina afzetten. Helaas was deze omgetoverd in een asielopvang voor hangende en bellende jong volwassen Afrikanen van het mannelijk geslacht. Bij de bar en de koffie zochten wij troost en inspiratie voor plan B. Het terras moest hiervoor wel eerst deels ontruimd worden want het hangen en bellen met de benen op de stoel, echter zonder te consumeren, ging hier door. Gelukkig was Rifugio Valle del Drago in de buurt en die bleek een goede plaatsvervanger te zijn voor Albergo Alpina. De rest was met een biertje uitpuffen in de zon, eten en nog wat rondwandelen.
Rifugio La Valle del Drago 900 m - Piazza Brembama - Bergamo
De geplande morgenwandeling naar het busknooppunt in Piazza Brembana werd ons ontnomen door de gastheer. Hij moest er toch heen en je gasten kan je dan toch niet laten lopen. Ons tegensputteren (voor de vorm en een goed Italiaans gesprek) had geen zin. Na het afzetten was het tijd voor de koffie en het kaartjes kopen bij de koffiebar. Het Italiaanse systeem om de buskaartjes door de bar te laten verkopen is gewoon briljant. De rit naar Bergamo bleek, net als vorig jaar, een toeristisch tripje via mooie dorpjes langs de afzakkende rivier.
In Bergamo was nog ruim tijd voor sightseeing. Ook hier bleek het "wir schaffen dass" zijn uitwerking te hebben. Ook hier in vergelijking met 2015 het zelfde verschijnsel als in Roncobello. Wel met het verschil dat hier al Capo di Capi onder hen waren opgestaan, althans aan hun handelen en optreden af te meten..
Bergamo - NL
Bijtijds werd de bus naar het vliegveld genomen. De procedures werden daar snel doorlopen en daarna was het wachten geblazen met op afstand zicht op de gate. Toch werden wij verrast door het omroepen van onze namen. Staar en/of middagdutten deed ons bijna de das om. Gelukkig streek de piloot voor de stewardess en dus voor ons zijn hand over zijn hart. Het was dus letterlijk instappen en wegwezen. De rest verliep zonder calamiteiten volgens plan