Dinsdag 8 juli werd het lopen slechts kortstondig opgepakt want de intussen traditionele Vader-Zoon week stond voor de deur. Het besluit was om vanuit Bionaz dagtochten te gaan ondernemen. Het dorp ligt in een zijdal van een zijdal van het Aostadal en biedt vele dagtocht mogelijkheden. Daarnaast is in de Italiaanse berghotels het eenvoudige doch voedzame maal met een slokje wijn niet te versmaden. Hotel Valentino bood dit alles.Het oponthoud verliep dit keer zonder problemen, tenzij de regen na twee dagen zonneschijn als zodanig gezien moet worden. Achteraf lijdt mijn arm wel van een onschuldige struikeling. De punt van een kei raakte een pees en dat blijft lang nazeuren.
Woensdag 9 juli
De 1° dag werd bij stralend weer de Col de Mont Gelé opgezocht om de glijpartij van enkele jaren geleden nog eens van de andere kant te kunnen bekijken. Het werd een vlotte tocht met als enige dissonant de ongastvrijheid van de refugio Crête Seche bij een koffiestop. Er moest voor reparatiewerk een helikopter landen en dat was voor de gestreste waard reden om ons via verbaal geweld praktisch te verjagen. Gelukkig vonden wij troost bij een eigen bakkie troost want een brandertje in de rugzak is nooit weg.
Donderdag 10 juli
Op de 2° stralende dag werd via refugio Prarayer de refugio Collon belopen. Het was op deze route al net zo druk als gisteren want wij kwamen alweer vier andere stervelingen tegen die alweer Nederlands bleken te spreken.
Vrijdag 11 juli
De 3° dag oftewel de dag van de stijve spieren werd benut voor een makkelijke wandeling door het dal. Uitgerekend deze omloop werd de moeilijkste van de tocht. In een steil dal is het begrip dal relatief, zeker als het nog eens begint te donderen en te bliksemen. De eenvoudige tocht bleek een steile klim plus dito afdalingen in petto te hebben door bos en langs grashellingen. Op deze laatste soort kan je rustig skiën als ze nat zijn en dus werd het pianissimo lopen. Gelukkig kwam na de regen de zonneschijn en afgezien van een manshoge brandnetel passage bij een alm bouwval was eind goed al goed
Zaterdag 12 juli
De 4° dag stond Col de Brison op het programma. Deze kijkt uit op Ollomont en gaf de kans om de onheilsplek van twee weken geleden nog eens van de overkant te bezien. Na een fikse onweersbui werd het toch nog een zonnige en warme tocht. De col liep in lengte lang maar in de hoogte makkelijk aan en zo waren we zo snel boven dat wij besloten om naar Ollomont af te dalen. Dit mede omdat het dorp pal onder de pas onder hand bereik lag, al was dat wel 1500 m lager.
De afdaling werd daardoor redelijk taai. Zo taai dat we de smaak te pakken kregen en over de oude weg naar Valpeline zijn door gelopen. Op het terras van het dorpscafé hebben wij met een biertje rustig op de bus terug naar ons dorp gewacht.
Zondag 13 juli
De 5° dag was het plensregenen geblazen. Dit was de grondslag van het plan om in het Aostadal het Forti di Bard te gaan bezoeken. Iedereen die via Coumayeur of Aosta Italië is binnengevallen kent dit hoog boven het verkeersgedruis uittorende imposante bouwwerk. Het werd een leuk bezoek. Door de lift links te laten liggen krijg je prachtige uitzichten te zien. Het museum was wat populair maar we namen er wat van mee. Naast het fort kan je ook nog het stenen tijdperk induiken via rotstekeningen die zomaar langs de weg liggen.
Aansluitend werd een supermercado bezocht. Voorbijgaan aan de Italiaanse supermercado is voor Vader & Zoon een doodzonde. De toeristen worden weliswaar naar dure speciaalzaken gelokt maar de in eten en drinken zeer kieskeurige Italianen gaan gewoon naar de supermarkt voor alle lekkers.
Verder kwam er bij Aosta nog een prachtige distilleerderij op ons pad maar die was helaas op zondag dicht.
Maandag 14 juli
De terugrit verliep even voorspoedig als de heenrit en zo brachten wij ons jaarlijkse uitje weer tot een goed einde