Bij wijze van hoogtestage als voorbereiding op de Mont Blanc Marathon van 28 juni 2009 werd een bergtocht rond de Aiguille de la Belle Combe gepland. Dit massief ligt tussen Col Grand St. Bernard en Courmayeur in. In de realisatie leek alleen het start- en eindpunt op de Col Saint Grand Bernard nog op het plan. De oorzaak was de sneeuwmuur die ons op de eerste dag belette om de oversteek naar Val Ferret te maken. De stijgijzers waren uit gewichtsoverwegingen bewust thuis gelaten. De juni sneeuw speelde ons dus parten. Geen nood want aan aantrekkelijke alternatieven was geen tekort. Plan B was dus snel gemaakt. De toon voor de onvoorspelbaarheden was hiermee gezet.
De autorit verliep met de wegwerkzaamheden buiten beschouwing gelaten probleemloos. De automaat en de cruise control aan boord droegen hier met de heilzaamheid op de gemoedsrust zeker aan bij. In Martigny bleef zelfs tijd over voor een korte sight seeing. De Romeinse arena en de harde wind die door het Rhonedal blies waren symbolen voor de strijd met de elementen die wij aangingen.
De rondtocht ging van start in het toeristisch gewoel op de Col Grand St. Bernard. De instap voor het pad naar Col de Ferret lag iets lager en daar was zeker geen drukte. Deze bleek namelijk versperd door een onneembaar sneeuwpakket. Met stijgijzers had het gekund maar met onze grippers als noodvoorziening was het een onmogelijke opgave.
Volgens zeggen was deze winter 16 m sneeuw gevallen en daar was in gecomprimeerde toestand nog behoorlijk wat van over. Met de val van vorig jaar bij het afdalen van de Col de Champillon en de glijpartij in het verleden op de Mont Gelé nog in het achterhoofd werd geen risico genomen. Bij wijze van alternatief werd dus afgedaald in de richting van het Aosta dal. Dat was geen slecht plan want het was gruwelijk koud op 2500 m en de verwachte regen/sneeuw nodigde ook al niet uit voor een langdurig verblijf. In de plenzende regen bereikten wij de bewoonde wereld in de vorm van St. Rhemy.
Tijdens de opwarmende koffie in Hotel Suisse werd besloten om daar maar te overnachten. In de stromende regen verder trekken terwijl wij daarbinnen met eten en drinken droog en warm zaten leek ons een betere start. van de hoogtestage.
Later op de middag werd het droog en konden we nog een leuke wandeling langs de rivier maken naar de in- en uitgang van de Mont Blanc tunnel bij Cuchepache, genietend van de flora en fauna onderweg,
De volgende dag stond er een koude stormachtige noordenwind. De wolken bleven echter op de Alpenkammen hangen en even verder naar het zuiden was de lucht strak blauw. Met de zon erbij deert de kou dan niet echt. Besloten werd om op ongeveer 1800 m naar Vallon de Mouline door te steken en daar verder te beslissen over de koers. Dat bleek een gouden greep want op die hoogte was juist de lente los gebarsten.
De gekozen route voerde ons op ca 1800 m bovenlangs St Oyen en Etroubles naar de brug bij Combe Germain. Op de driesprong daar was beraad over Refugio Champillon, Refugio Vieille Moline of de route touristique volgen tot Guet en daar weer afdalen naar Etroubles. Het werd uiteindelijk geen van de drie alternatieven.
De route Refugio Champillon hadden wij al in 2008 gelopen, voor Refugio Vieille Moline was het weer wel zonnig maar te guur en de afdaling bij Guet naar Etroubles liep vast in de brandnetels. We besloten de mooie route touristique maar te blijven volgen en later af te dalen of onderdak te vinden in de dorpjes onderweg. De mogelijkheden lagen echter niet voor het opscheppen. Pas na vieren konden wij bij Lo Ratele in Ville aankloppen. Helaas was deze vol maar de raad om via de afsteker af te dalen naar Maison Cerise in Allein was goedkoop en goed. Een schitterend en gastvrij B&B. Het enige probleem dat overbleef was het eten. Even zag het er naar uit dat we in de locale bar koek en zopie moesten gaan halen. Een geïmproviseerd maal van "La Mama:" met worst, salade, spaghetti en wijn bracht uitkomst. Daarna werden we besprenkeld met grappa en werden de schitterendste smokkelverhalen opgedist. De lange dag werd daardoor snel vergeten en ingeruild voor een nieuwe belevenis.
Het dagplan was om de groene bolletjes van de route touristique via Dayllon verder te volgen tot het parkeerterrein van Plan Détruit en daar af te dalen naar Ollomont. Na een hartelijk afscheid en vele aanwijzingen over het juiste pad gingen we al weer in, prima weer, op weg. Het werd gestaag klimmende tocht met doorlopend uitzicht op de Gran Paradiso en de Alpen.
Ook dit plan werd niet gerealiseerd. Tot het parkeerterrein hielden wij ons woord. Daar pleegden we woordbreuk bij het zien van het bordje dat een nog beperkte looptijd naar Rifugio Champillon. vermeldde. Na het verblijf daar in 2008 was onze tocht door een valpartij in de soep gelopen. Nu wilde wij dat trauma verwerken met een hernieuwd bezoek.
De nog steeds heerlijk warme La Stufa houtpelletkachel hield 's avonds de sneeuw en vorst goed buiten de deur. De bijdrage hieraan van de door de waardin gefabriceerde génépi likeur houden we maar buiten beschouwing.
De dag begonnen we met de afdaling naar Ollemont in een jagende motsneeuw. Deze was vorig jaar slecht afgelopen en het werd dus de ezel en de steen. De bewegwijzering bleek nog steeds op zijn minst verwarrend te noemen en dus werd het pad naar Ollemont weer gemist. Voor we het wisten liepen we op de meer gebaande en veiliger weg naar Valpolline via Doues.
De afdaling in het open en vriendelijk landschap liep makkelijk en met het dalen werd het al snel weer zomer onder de Italiaanse hoogtezon. Het werd zodoende een ontspannen dagtocht in een hinkstapsprong van stop naar stop. Even buiten Valpolline vonden we een uitstekend onderdak in Le Lievre Amoureux .
Valpolinne was bij het opstaan zomers maar in de richting van de Grand Combin bleef het duchtig spoken. De plannen om een tocht naar Bivacco Regondi te maken werden daarom bijgesteld. Besloten werd om een dagtocht vanuit dit dorp naar Col Bruson in te lassen. Echt makkelijk werd dit ook niet. De winter had fors huisgehouden en de paden waren nog bezaaid met de lawine resultaten. Ongelooflijk om te zien hoe bomen afgeknapt waren als luciferhoutjes en hellingen compleet naar beneden waren geschoven. De samengepakte sneeuw van de lawines (lees ijs) lagen nog vrolijk op ca 1600 m een probleem te zijn voor de wandelaar. Het werd een klautertocht over en onder de omgevallen bomen heen langs een pad dat ondanks de bewegwijzering op een alm in de brandnetels smoorden. .
Onder het motto "Het moet leuk blijven." aarzelden we niet om het plan bij te stellen. Wij zochten en vonden een afdaling die uitkwam op de weg tussen Ollemont en Valpolline . Ter hoogte van het Museo della fontina e centro visitatori kon het oude pad van Ollemont naar Valpolline weer opgepikt worden. Een mooie route die ons nog langs een klein maar fijn kapelletje van onze onze beschermengel Notre Dame aux Neiges bracht.
Het was heerlijk weer voor de wandeling. Deze was redelijk lang maar niet moeilijk. De weg liep aanvankelijk door allerlei dorpjes en gehuchten en later langs de helling die van verre neerkijkt op de autoweg .
Het asfalt was geen stoorzender. Het was op wat boeren na uitgestorven op de route en dus bijna doodstil. Bijna want we vonden toch nog twee slachtoffers (Westelijke Smaragdhagedis en Oostelijke Messias) langs de weg. In de middag werd Etroubles bereikt. In Hotel Ristorante Col Serena vonden we een uitstekend onderkomen. De toch behoorlijke lengte van de wandeling werd daar snel gecompenseerd met verkoelende drank.
Na een weekje was de pret op en wachtte de gang naar de Mont Blanc Marathon. Hiervoor moesten we wel eerst terug naar de Col du Grand Saint Bernard. De loopafstand vanaf Etroubles loog er echter niet om. De oplossing werd gevonden door de bus naar St Rhemy te nemen en vandaar de historische Napoleons weg te nemen. Deze begint feitelijk al in Etroubles en loopt boven het gebruikelijke bergpad geleidelijk langs de dalwand omhoog. Voordat wij aan de klim begonnen werd Saint Rhemy nog even bij zonlicht bekeken. Daarna was het vanuit St Rhemy eerst een forse klim om op hoogte te komen. Eenmaal op hoogte werd het een heerlijk omhooglopende wandeling tot Cantoniera op 2200 m.
Cantoniera is een gehucht van een paar huizen en ontleent zijn naam aan het voormalig wegwerkershuis dat er staat. Je rijdt er door zonder te weten dat je daar in dat huis kan overnachten en aansteken voor spijs en drank. Een goede mogelijkheid dus om onze gemiste koffietijd in te halen. Maria dreef deze zaak waar je bij het binnenstappen vanwege de inrichting gelijk meer dan 100 jaar in de tijd wordt teruggeworpen. Dat Maria ongeveer de leeftijd van mijn overgrootmoeder had deed niets af van haar levenslust.
Niet alleen had zij smakelijke verhalen over smokkelaars en douaniers op en rond de col maar ook over de angsthaas Napoleon die de route niet durfde te volgen vanwege een handjevol vijandelijke en meer met het terrein bekende soldaten. En passant dreef zij ook nog een bijouterie in haar huiskamer waar je niet zonder een aankoop wegkwam. Het werd dus een lange koffiepauze en pas na drieën trokken wij verder voor de laatste loodjes die niet zwaar waren. Bij Hotel Italia vonden wij weer onderdak en onze auto terug..
De verbindende autorit van de Col de Grand Saint Bernard naar Chamonix via de Col de Forclaz voor het lopen van de Mont Blanc Marathon was een rustgevend tripje. Het terras op de col werd overgeslagen vanwege de regen en de koffieprijs. In Italië is de prijs voor een espresso vastgelegd op 1 €. Onze Zwitserse vrienden durfden het drievoudige op de prijslijst te zetten.
Onze tocht sloten we in Chamonix af met de conclusie dat het van alles wat was geweest met veel wijzigingen in plannen. Regen, sneeuw en zon gehad. Hoog geklommen en laag afgedaald. Lange en korte afstanden gelopen. Al met al weer een mooie tocht beleefd.