Het lopen van de Via Alpina werd zorgvuldig gepland. Dat wil zeggen met voor bejaarden voldoende trein-, bus-, en lift-alternatieven ingeval van letterlijk en figuurlijk "slecht weer" scenario's. De krenten uit de pap werden de werkelijkheid. Het weer zat niet echt mee en niets moet en alles mag was immers de invalshoek. Uiteindelijk zijn wij in Gstaad en niet in Montreux geëindigd. De alternatieven hebben ons buiten het mooie van de Via Alpina nog meer moois laten zien met de hulp van het OV. Toch was het geen appeltje eitje tocht. Op drie mooie dagen na was het guur en regenachtig weer. De mooie dagen vielen wel goed. De Eiger Trail, Muerren en de Ochinensee waren zonovergoten. Over de gastvrijheid hadden wij geen klachten. Of de reden de leeftijd, het voorseizoen of toch Zwitserse gastvrijheid was, is geen vraag. Het was het laatste.
29 juni NL - Meiringen (Rosenlaui )
De zondagsrust van wegwerkzaamheden zorgde voor een voorspoedige reis. Alleen het laatste stuk de bergen in was wat bewerkelijk. Hotel Rosenlaui was gekozen uit uitvalsbasis. In de planning was op de heenweg de beroemde Reichenbach Fall waar Sherlock Holmes in de strijd tegen professor Moriarty zijn eigen dood ensceneerde niet opgenomen. Het hotel klopte met het plaatje. Een groot gedateerd onderkomen dat ons in de tijd van Sir Arthur Conan Doyle terugbracht. Een minpunt was dat de parkeerplaats bij het hotel gemeentelijk was en dus ook in Zwitserland betaald. De automaat kwam gelukkig of jammer genoeg niet verder dan een weekkaart. De uitbaatster wist hier ook geen oplossing voor maar beloofde dit probleem ingeval van controle op te lossen. De rest was zoals gebruikelijk drankje, eten, pakken voor de volgende dag en met het rijdende auto gevoel in het lijf onder zeil.
30 juni Meiringen (Rosemlaui ) - Grindelwald (Lehmann's Herberge)
Het weer was bij het opstaan niet om naar huis te schrijven en dat bleek blijvend. Na een goed ontbijt werd de klim naar de Grosse Scheidegg aangepakt. Een goed lopende klim met nog een morgenkoffie in Restaurant Zwartzwaldalp. Onderweg was het stil of beter gezegd doodstil zodat wij in alle rust konden genieten. Op de Grosse Scheidegg was het een beestenweer dat uitnodigde om zo snel mogelijk af te dalen. De bushalte met de aangeplakte dienstregeling en de gereedstaande bus boden een bijna niet te versmaden mogelijkheid. Toch bleven wij lopend tot Hotel Wetterhorn weerstand bieden aan deze verleiding. Pas daar gaven wij ons over aan "Het busje komt zo".
Grindelwald was niet uitgestorven en zeker de Japanners niet. Het was dus even wennen aan de drukte. Daarna was het een onderkomen zoeken voor een nacht. Lehmann's Herberge bleek uitstekend te voldoen. Vriendelijk, schoon en voldoende comfort. De herberg verschafte echter alleen maar ontbijt en dus mochten we s'avonds uit eten gaan. Met de vele eettentjes in het toeristiche Grindelwald was dat geen probleem..
1 juli Grindelwald (Lehmann's Herberge) - Kleine Scheidegg (Restaurant Eigernordwand )
Bij het opstaan bleek het prachtig weer te zijn en dat paste in het plan om de Eiger Trail te lopen. Bij nader inzien bleek het routeplan iets te ambitieus. We zouden geen tijd over houden voor enig genieten van de zon en omgeving . De SBB bood daarvoor gelukkig. Door met de bergtrein van Grindelwald naar Apiglen te rijden en vandaar de Eiger trail naar de Klein Scheidegg te lopen werden meerdere vliegen in één klap geslagen.
De treinreis was een toeristische belevenis. Rustig naar boven boemelen door een prachtig met vergezichten aangekleed landschap. Na het uitstappen in Apiglen was bijna jammer. Na de de koffie in Berghaus Apiglen werd vol goede moed aan de trail begonnen en ook dat werd ook een belevenis. Prachtig traject in de zon onder Eigernordwand langs met schitterende uitzichten. Op de trail was het lang heel rustig. Pas bij het naderen van de Skibar Schreinerei kwam er wat tegemoetkomend verkeer van onbekommerd dribbelende dagjesmensen op de gympen. Onze behoedzaamheid bij het lopen over een steile richel stak wat af bij de loslopend huppelende kinderen met ouders..
De Skibar Schreinerei was helaas dicht maar het terras was open. Na wat genieten op het zonnige maar verlaten terras werd via een van de vele ski wegen afgedaald naar de Kleine Scheidegg. Het was daar even zoeken naar een onderkomen anders dan het majestueuze maar prijzige Hotel Bellevue des Alpes. Na enig rondlopen vonden wij in Restaurant Eigernordwand een prima onderkomen. Mooie kamers met met uitzicht op de Eigernordwand. De gezamenlijk toiletruimte was geen probleem want wij waren de enige gasten. De Feierabend van het restaurant was ook geen probleem. Wij kregen van de vriendelijke uitbaatster gewoon de de sleutel van de zaak en konden zodoende bij het bergbaan station eten. Voldaan werd de slaap gezocht.
2 juli Kleine Scheidegg (Restaurant Eigernordwand) - Muerren (Hotel Regina)
Het ontbijt in het restaurant was uitgebreid en goed. Een extra dag daar zou niet gek zijn. Toch kwam de Junkfrau Bahn niet aan de orde. De prijs is een ding maar opgaan in de Japanse toeristen horde is een ander ding. De planning bleef dus staan. De gids was het niet eens met de fotosessie maar de als altijd onverstoorbaar glimlachende Japanse toeristen wel.
Na een fotosessie werd met goede moed op pad gegaan. Het weer was helaas omgeslagen. Wind, kou en van tijd tot tijd regen was ons deel bij de afdaling naar Wengen, Deze liep min of meer parallel met het treintracé en liep ook als een trein. Het enige probleem was het missen van de ochtendkoffie omdat Hotel Wengeralp potdicht was. We moeste het doen met een koffiesnoepje als surrogaat.
Onze entree in het dorpscafé van Wengen als verzopen katten baarde nogal wat opzien. Zelfs zodanig dat de koffie met korting werd gedronken. Het gepast betalen duurde de bediening namelijk te lang zodat wij de fooi kregen.
De verder afdaling van Wengen naar Lauterbrunnen was mooi, mede omdat het intussen droog, zonnig en warm was geworden. De afdaling volgde min of meer het oude trace van de bergbahn tussen die plaatsen. Het pad eindigde bijna pal voor de lift naar Grutschalp. Hier naar toe lopen via steile wand klimmen had gekund maar die was in de planning al geschrapt. De lift kwam uit bij het treinstation naar het autovrije Muerren en de trein nemen leek een prima alternatief na het schravelen van deze dag. Het autovrij zijn is overigens geen beleid maar er loopt gewoon geen weg naar toe.
In Muerren liepen wij weer wat rond voor een onderkomen maar nu als ezels tussen hooibergen. Mogelijkheden genoeg maar erg gelikte onderkomens stonden ons als passanten niet aan. Het werd Hotel Regina. Het meer dan 100 jaar oude en zeer rustieke en statige hotel was pas weer open en nog niet echt in vol bedrijf. Voor ons geen probleem want het water was warm en de bedden schoon. Boven alles ging echter het uitzicht op de Eiger. De Britse officieren die hier in de oorlog als uit Duitsland gevluchte krijgsgevangen geïnterneerd waren toch maar bofkonten.
3 juli Muerren (Hotel Regina) - Muerren (Hotel Regina)
Het weer was bij het opstaan zonovergoten en niets stond de oversteek van de Hohtürli in de weg. De aanloop liep makkelijk maar verzandde in ongemak dat tot terugkeer dwong. Wij deden daar niet moeilijk over en maakten van de zonnige dag een zonnige dag. Rond Muerren luieren en zonnen op het eigen terras met een fabelachtig uitzicht is ook niet te versmaden.
5 juli Muerren (Hotel Regina) - Lauterbrunnen - Kandersteg (1174 m) - Ochinesee (1578 m)
De volgende dag was alles onder controle. Na het ontbijt besloten wij op naar Grutsalp te lopen en daar de lift te nemen en om te rijden naar de Ochinesee.. Dat werd ondanks het mindere weer eerst een mooie wandeling door een bloementuin naar de lift. Het station van Interlaken lag onderaan de lift en de treinen in Zwitserland lopen regelmatig en op tijd. Het werd een mooi ritje Zwitserland dat eindigde in een tragicomedy. In Kanderstegg miste ik plots de kop van mijn rugzak met de veronderstelling dat ik deze in de trein had laten liggen. Ergo gevonden voorwerpen SBB en onmisbare dingen inkopen. Bij het opbergen hiervan in de rugzak vond ik de weggezakte kop onderin terug. Na dit veel gedoe om niets waren wij klaar voor de klim.
De klim van ca 400 m was mooi maar redelijk pittig en het boven komen gaf dus een goed gevoel. Dat deed Berghotel Ochinensee ook. Uitzicht op de See tegen het decor van de aanpalende bergen met vriendelijk personeel en goed eten en drinken. Een goede uitvalsbasis om de gemiste Hohtürli pas (2778m) morgen van de andere kant zoveel als mogelijk te benaderen.
6 juli Ochinesee (1578 m) (Berghotel Ochinensee ) - Ochinesee (Berghotel Ochinensee )
Ontbijt buiten in stralend weer en dan op pad. De See rondlopen is door de steil oplopende rotsen alleen voor steenbokken en gemzen weg gelegd. Half rond de See omhoog lopen richting Unten- en Oberbärgli richting de pas was het plan. Dit werd behoorlijk gedwarsboomd door het mooie weer en de vele pleisterplaatsen met adembenemende uitzichten en dito bloemententoonstellingen. Sjouwen was het niet want de voor de dag ingepakte rugzak droeg als een veertje in vergelijking met de volle bepakking. In Untenbärgli was het koffietijd. Het uitzicht op het terras lokte voor een dagverblijf maar wij weerstonden de verleiding en trokken gestaag verder.
Voorbij Oberbärgli kregen wij het massief van de pas in het oog en dat vonden wij voldoende. Om terug niet heen te maken werd nog een rondje ingelast dat de voor ons onbekende Skilift Bire aandeed. Dit bestaan verklaarde dat het beperkt aantal andere gasten zich niet naar boven hadden gesleept maar zich hadden laten slepen. Dit leereffect hebben wij bij terugkomst met de uitbater besproken. Ja, hij reed met een busje naar de lift en dat deed hij morgen ook. Kansen zijn om te pakken, zeker in het licht van de komende etappe. De rest was weer eten, drinken, een avondwandelingetje en slapen.
7 juli Berghotel Ochinensee - Adelboden (Haus Alpengruss)
Na het ontbijt was het busje al gekomen en konden wij samen met de rolkoffergasten instappen. De aansluiting met de lift was natuurlijk goed getimed en zo stonden wij binnen de korste tijd in Kandersteg. Het was nog even zoeken naar de Luftseilbahn Kandersteg-Allmenalp (1744 m). Het bleek bij aankomst een groot woord voor een klein maar fijn liftje. als alternatief voor de als zwaar te boek staande klettersteig, Het pad naar de Bundercrinde pas was aanvankelijk duidelijk maar in de buurt van Rychäbärgli raakten we het spoor door gebrek aan aanwijzingen een tijdje bijster maar dat ging na enig heen en weer geloop weer over.
Intussen was het weer omgeslagen. Kou, wind en regen spanden duidelijk samen. Daar deed ook het pad naar de Bundercrinde (2385 m) van harte aan mee. Omhoog traverseren op een smal pad langs steile hellingen van brokkelend en nat Schifferstein is niet echt leuk.
Het bereiken van de pas monterde ons weer op, evenals de daar plots opduikende twee Amerikanen. Zij hadden kennelijk een andere aanloop gekozen. Na een kort fotomoment en even praten gingen zij ons naar beneden voor, in een tempo dat ons sleets onderstel niet meer toeliet. Het voordeel voor ons was een mooi mikpunt voor de afdaling in het kille en mistige landschap
De ene kant van een pas is nooit de andere kant en dus kregen wij na het eerste paar virages een makkelijke maar lange afdaling. Bij Berghaus Bunderalp annex kaasmakerij dronken wij een opwarmertje en bewonderden het kaasmaken. De nog lange afdaling en het slechte weer was reden om de uitbater te polsen over transport mogelijkheden. Gelukkig was hij bereid om ons tegen een alleszins redelijke vergoeding naar Adelboden te rijden en zo konden wij onderweg onze Amerikanen nog vrolijk toewuiven. Meeliften om de kosten te delen was met de volle auto helaas geen optie.
Adelboden bleek redelijk gevuld te zijn met in het slechte weer ronddolende toeristen. Het vinden van een onderkomen voor beperkte tijd verliep dus zo stroef dat wij de hulp van het plaatselijke Verkehrsverein moesten inroepen. Gelukkig klikte het gelijk tussen de zeer vriendelijke dame en het stelletje natte zwervers, Haus Alpengruss bleek een schot in de roos met een mooi uitzicht op de Bundercrinde . Wij verrasten de gastvrouw Ruth Klopfenstein bij het verven en zij verraste ons met het kordaat uit handen nemen van het drogen van de kleding en de schoenen. 's Avonds, bij het uit eten gaan, troffen wij onze Amerikaanse vrienden die knopen er af hadden. De afdaling was inderdaad erg lang en zeer taai geweest. Enige jaloezie op onze luie aanpak moesten zij wel bekennen.
8 juli Adelboden (1350 m) (Haus Alpengruss) - Adelboden (Haus Alpengruss)
Het snertweer hield ons in Adelboden. Pas in de middag kon min of meer droog rondgewandeld worden. Niet echt vervelend in vergelijking met het alternatief van lijden onder kou, wind en regen hoog in de bergen. Tijdens het rondwandelen bleek dat voetbal nog andere manier is om het zonnig in te zien en droog te houden.
De avond verliep gelijk aan de vorige avond maar niet na het besluit om hoe dan ook verder te trekken.
9 juli Adelboden (Haus Alpengruss) - Lenk (1068 m) (Hotel Sternen)
De etappe Adelboden - Lenk via de Hahnenmoos (1950 m) is lang en bij het nog altijd slechte weer te lang. Het besluit om vanaf het eerste liftstation van de Silberbuehl (1491 m) te vertrekken had dus zin. Daarbij was de korting met de gastenkaart, die onze gastvrouw compleet met een retourenvelop meegaf, meegenomen. Meestal is het doorkruisen van een skigebied een treurige aanblik. De uitzondering op de regel werd bevestigd door langs de rechterkant omhoog te gaan. Het werd ondanks het treurige weer best een mooie klim.
Op de Hahnenmoos (1950 m) kon de wereld niet troostelozer zijn. Het enige lichtpunt was het open zijn voor de koffie van het verder uitgestorven Berghotel Hahnenmoos. Daarna bleef de tocht ondanks het weer mooi door de afdaling langs de rechter dalkant. Zonder al te veel problemen bereikten wij in goede doen Lenk . De mindere uitstraling dan Adelboden deerden ons niet. Een goed onderkomen om op te drogen en bij te tanken had de eerste prioriteit. Dat werd gevonden in Hotel Sternen waar wij kennelijk niet de enige Nederlanders waren maar denkelijk wel de enige niet-voetbalgekken.
Wat drinken, rondslenteren, wat etenswaren voor morgen, eten en met de kippen op stok was de verdere dagbesteding. Bij het rondslenteren werd ook het station van Lenk betrokken. Weer een pas in het slechte weer was niet aantrekkelijk. Zo ontstond het plan om via de befaamde bergtrein naar Gstaad te gaan en vandaar naar de dagbestemming Lauenen te lopen.
10 juli Lenk - Gstaad (1050 m) - Lauenen (1252 m)
Na het ontbijt werd het station opgezocht. In de bergen is van A naar B rijden echter niet zo eenvoudig, Eerst het dal uit naar Spiez en daarna het andere dal in naar Gstaad. Zonder haast is dat geen straf en zeker de klim met de trein naar Gstaad is eerder een beloning. Met de rugzak in Gstaad bivakkeren is een bijzondere gewaarwording. Iedereen loopt daar op zijn paasbest rond om gezien te worden. Het willen nuttigen van een kop koffie in een Konditorei moest afgebroken worden omdat de bediening een rolberoerte van de zwervers kreeg. Gelukkig was de bediening van de koffiebar van de COOP Supermarkt minder fijn besnaard. De drukte had ook te maken met het strandvolleybal toernooi dat gaande was en de muziekweek die net geweest was.
Na wat op en neer meeflaneren in de druilerige hoofdstraat zochten wij het pad langs de Louibach op naar Lauenen. Een mooie en zeer rustige wandeling met een pittige klim van Im Boden naar het oord als toetje. Zo druk als Gstaad was zo stil was Lauenen. In Hotel Wildhorn was men vriendelijk maar dicht voor koffie, eten en slapen. Het Hotel Geltenhorn werd aangeraden met de boodschap dat het pas in de namiddag tot leven zou komen. Het werd dus een verlengde wandeling met uiteindelijk koffie in Hotel Alpenland. De aanrader was een schot in de roos. Een rustiek maar gerieflijk onderkomen met een keuken om de vingers bij af te likken. 's Avonds werd de strategie voor de terugreis besproken met als uitgangspunt de bushalte voor de deur.
11 juli Lauenen (Hotel Geltenhorn) - Meiringen (Rosenlaui )
Na een goed ontbijt stonden wij stipt op tijd klaar bij de bus die eveneens stipt op tijd was. De treinreis Gstaad - Spiez bleek ook in omgekeerde richting een beleving te zijn. Spiez is een spoorwegknooppunt en snel overstappen naar Interlaken leek de beste oplossing. Interlaken bleek de moeite waard met als speciale oosterse attractie een vijver met koikarpers. Daarna boemelden wij bij wijze van Rail Away langs allerlei plaatsjes door naar Meiringen. De bus frequentie naar Rosenlaui dwong ons om ook Meiringen te bekijken en ook dat was ook best leuk.
De busreis naar Rosenlaui was gelijk aan de autorit daarheen. Nu deed echter de buschauffeur het werk zodat wij konden genieten. In Rosenlaui bleek de auto, zonder bekeuring en wielklem, nog ongeschonden op de parkeerplaats te staan. Verder was Rosenlaui onveranderd en dus het verblijf ook. Om de vermoeienissen weg te spoelen bezochten we nog even de bron. De gedenksteen van de ontdekking stond in schril contrast met het prozaïsche plastic slangetje waaruit het elixer getapt moest worden.
12 juli Meiringen (Rosenlaui ) - Meiringen (Rosenlaui )
De laatste dag werd besteed aan rust. Dat wil zeggen wandelen met onder anderen een bezoek aan de Gletscherschlucht Rosenlaui. Van hieruit stroomt het water naar de Reichenbach Fall waar Sherlock Holmes en zijn aartsvijand professor Moriarty al vechtend aan hun einde kwamen. Buiten de discussie met de Obergefreiterin van de grot die het niet eens was met het teruglopen voor een foto en mij zodoende tot baldadigheid aanzette, verliep de dag rimpelloos. Mogelijk had de heilzame werking van het bronwater hieraan bijgedragen.
13 juli Meiringen (Rosenlaui ) - NL
De terugreis was als de heenreis. Ondanks het niet kunnen realiseren van de planning door het wat tegenvallend weer (en onze luiheid) keken wij tevreden terug. Pensionati hoeven zich niet meer te bewijzen en dat biedt ruimte voor avontuur door af te wijken van de planning.