Inleiding
Het plan leek goed maar de busdienst tussen Valpeline en Lac des Places Moulin gooide dubbel roet in het eten. De bus ging slechts tot Bionaz. In verband met het krappe schema besloten wij terug te gaan in de richting van Valpeline. Helaas reed de laatste bus vanuit Bionaz ons straal voorbij. Er zat niets anders op dan het plan aan te passen. Dit werd gedaan via een rondtocht vanuit Vaud naar Valpeline. Wij misten zodoende Rifuglo Nacamuli en Rifugio Prayayer. De rondtocht vergoedde echter veel.
Het verhaal
De reis verliep met een paar problemen. In het Autohof Shell am Aachernsee werden wij uitgenodigd om de dames daar maar te parkeren. Ondanks de kennelijke vreugde van de dames over deze mogelijkheid zijn de heren om hun moverende redenen hier niet op ingegaan.
Daarna ging het probleemloos tot aan het koffiedrinken in Saint-Oyen. Later en hoog in de bergen bleek dat Otto daar zijn broekspijpen had afgeritst, uit het oog terzijde had gelegd en daardoor vergeten was. Na afloop van de bergwandeling is dit door via Martigny naar Chamonix om te rijden weer goed gekomen.
Een onderkomen vinden in Ollemont leverde vanwege de weekenddrukte ook problemen. Uiteindelijk vonden wij na enig zoeken toch onderdak in het iets verder gelegen gehucht Vaud. De Refuge Guides des Vaud (45.86525374913458, 7.30153904692983) bleek een goede greep. Comfortabel en gelegen aan het begin van de bergpaden.
Op het programma stond een klim van bijna 1200 m naar het Bivacco Savoie. Het eerste stuk tot aan een almweg op ruim 2000 m liep makkelijk. Ook het weer zat niet tegen. Niet koud, niet warm, niet onbewolkt en niet bewolkt.
Het vinden van de juiste graat in de richting van het bivacco was wat lastiger. Wij dachten het goede pad te hebben maar na een paar honderd meter omhoog zwoegen kwamen door het in het niets verdwijnende pad tot het inzicht dat wij verkeerd zaten. Terug naar ruim 2000 m en de herkansing was de enige oplossing. Gelukkig vonden we daarna snel het pad over de goede graat
De klim over de graat was even flink doorzetten maar de beloning was er naar. Bivacco Savoie lag mooi en bood een prachtig uitzicht over het dal van Ollemont en de omringende bergen. Het bivacco zelf was wat minder mooi of beter gezegd redelijk uitgewoond. Dat kon echter de pret echter niet drukken. Met honger, dorst en vermoeidheid ga je daar snel aan voorbij. Na het omkleden, inrichten kokkerellen werd het tot het donker een aangename avond in het schamele hutje.
De morgen begon stralend en met veel goede zin vertrokken wij na het ontbijt. Van 2651 m naar Rifugio Amianthe op 2987 m. Niet veel tenzij je eerst moet afdalen. Op ongeveer 2250 m stootten we op een horizontaal pijpleiding tracee en besloten dat te volgen om geen verdere hoogte te verliezen.
Dat pakte uiteindelijk goed uit. Alleen ter hoogte van By moesten we wel even kluunen om op het pad naar de refugio te komen. Het mooie weer was intussen verdwenen en onder een bewolkte hemel werd de klim een kille bedoening.
Het laatste stuk naar de refugio bleek wat kettingwerk over gladde maar niet al te steile rotsen te zijn. Helmie moesten we wel even terzijde staan om de bibber te voorkomen. Uiteindelijk klom zij er toch makkelijk overheen.
In de lekker warme Rifugio Amianthe bleken wij de enige gasten te zijn. Het werd daar met een goede maaltijd en een lekker wijntje goed toeven.
De tocht naar Bivacco Rigondi betekende eerst afdalen tot aan By en dan min of meer horizontaal naar Balme de Bal. Het weer was aanvankelijk niet om over naar huis te schrijven. De waterkou noopte ons zelfs om in Bal de Balme een oude schuur te kraken om met wat eten en drinken op te warmen om weer mens te worden. Hierna klaarde het gelukkig op en werd de klim naar Bivacco Regondi een echt lekker lopend pleziertochtje door almweides.
Het bivacco was een aangename verrassing. Ruim, netjes, schoon en mooi gelegen aan een meertje. Het was werkelijk een droomplekje. Na het inrichten en omkleden werd in de namiddag heerlijk in de zon wat geluierd. De avondstemming was zo als gebruikelijk vreetzaam, vreedzaam en tevreden.
Het uitzicht op de Mont Gele had ons voorbereid op flink wat sneeuwstampen. Uiteindelijk kwam dat uit maar eerst moesten wij nog een waterige klim maken of beter gezegd een waterval opklimmen. Aanvankelijk stonden wij wat dralend voor de rotspartij met het neerstromende water. Ton nam echter het initiatief en platste onversaagd door het water naar boven en wij konden bij de aardsvader van het gezelschap niet achterblijven. Boven kregen als beloning een 6-baans weg door de sneeuw naar de pas.
Het zonnige weer maakte van de klim een eitje en wij liepen dan ook als in de sneeuw spelende kinderen naar boven. Halverwege vonden nog een mooi eiland om wat te eten, zonnebaden en rond te kijken.
Boven op de Col du Mont Gele werd het lang genieten en lang foto's maken. Het panorama uitzicht was een plaatje dat ondanks de vele plaatjes nauwelijks vast te leggen was.
De afdaling via de Col du Crete Seche leek ook een zo'n zacht eitje te worden. Het was de zachte sneeuw op een verborgen klein stukje ijs in het begin van de afdaling dat roet in het eten gooide. Uitgerekend onder de voeten van het vedergewicht Leny begon de sneeuw te schuiven en zij schoof mee. bereidwillig greep Helmie haar vast en zo kregen wij twee gevallen vrouwen die met toenemende snelheid niet alleen dalwaarts koersten maar ook recht op een groot rotsblok af. De lessen van op de buikdraaien en stokken in de sneeuw waren geleerd maar konden niet gepraktiseerd worden. De heren konden niets doen dan die lessen schreeuwend herhalen en dalwaarts snellen. Het werd al draaiend een glijtocht van een paar honderd meter. Gelukkig was Ton al verder gedaald en zorgde tijdig voor het rotsblok voor de afvang van de dames.
Daarna kon de opvang en vertroosting beginnen. Helaas vertroosten heren altijd met macho opmerkingen zoals het viel wel mee, het was niet echt gevaarlijk, niet langer aan denken en dergelijke. Gelukkig hadden de dames elkaar nog.
De afdaling verliep verder voorspoedig. Nadat wij ter hoogte van Bivacco Spataro de huttenwaard van Crete Seche en zijn hond troffen voelden de dames zich pas echt veilig en keerde de rust terug. Ook in Crete Seche hadden wij het rijk weer alleen en konden we ontspannen de dag verwerken. Daarbij bleek dat ieder het op een andere wijze beleefd had. Kortom, ook deze getuigenis is niet helemaal betrouwbaar.
De stemming zat er 's morgens goed in. Het mooie weer en de afdaling naar Bionaz met de bustocht naar Place du Moulin in het vooruitzicht voorspelde een makkelijke dag. De huttenhond vond dat kennelijk ook. Hij was ondanks onze verwoede pogingen niet van plan om om te keren. Via de Baita della Liberta liep hij tot bijna in Bionaz met ons mee. Toen vond hij het kennelijk welletjes en verdween uit het gezicht. Hij kende duidelijk de weg.
Het plan om met de bus naar de parkeerplaats in de aanloop naar Refugio Prayayer te gaan was mooi maar de busdienst gooide dubbel roet in het eten. De bus ging niet verder naar de parkeerplaats van Lago Place Moulin maar bleef in Bionaz. De laatste bus naar de parkeerplaats bleek al vroeg in de middag te zijn gepasseerd
In verband met het krappe schema besloten wij met de bus terug te gaan in de richting van Valpeline. Helaas reed de laatste bus daarheen vanuit Bionaz ons, ondanks roepen en zwaaien, straal voorbij en zo stonden wij daar. Er zat niets anders op dan lopen en onderweg zoeken naar onderdak. Helaas lukte dat niet. De refugio in Close bleek "closed". en na een lange voettocht stroomafwaarts bleek onze laatste stroohalm in de vorm van Le Lièvre Amoureux ook vol. In het kader van "één voor allen en allen voor één" kreeg ik de eer om vanaf Valpeline naar Vaud te mogen hardlopen om de auto op te halen terwijl de anderen op het terras van de verliefde hazen mochten bijkomen van de warme wandeling. Gelukkig hielp het opsteken van mijn duim al na een paar honderd meter en zo kwam alles toch nog goed. De Refugio's Prayayer en Nacamulia werden daarna ingeruild met een herhaald verblijf in de Refuge des Guides Vaud.
Wij besloten de laatste dag te besteden aan een hoogte wandeling richting Valpelline en omstreken. De dames hadden namelijk even genoeg sneeuw gezien en wilde voor het lopen van de Cross du Mont Blanc ook nog even winkelen in Ollemont. Verder stond op hun programma nog wat bij bruinen. Het stralende weer was daar uitstekend voor en zo gingen wij vrolijk en wel op pad.
Ondanks het feit dat wij natuurlijk verder en hoger liepen dan wij ons hadden voorgenomen werd het een mooie rondwandeling wandeling. Ton en Otto stortten zich op de fotografie, de dames blij met de inkopen en het bruinen. Hiermee werd bewezen dat je niet hoog hoeft te gaan om te genieten.