Inleiding
Wij konden er niet genoeg van krijgen om na de Cross du Mont Blanc in Chamonix verder de bergen in te trekken. Voor dit nu vierde jaar stond op voorstel van Otto het vergletsjerde en ruige gebied tussen Valnontey en de Franse grens in de planning. Otto had als ervaren bergbok met wat schetsen de tocht uitgezet en wij argeloze bergbroekies hadden alle vertrouwen daarin. Het plan bevatte vijf cols die stuk voor stuk, zoals later bleek, door de hoogte heel sneeuwzeker waren.
Het verhaal
De afsluiting van de Cross du Mont Blanc gisteren met het DSM RunningTeam was geen belemmering om fris aan het ontbijt te komen. Hierna werd afscheid genomen van het team en konden wij aan de bergtocht beginnen. De reis van Argentiere (F) naar het startpunt voor de wandeling Uselliers (It) aan het eind van Lago di Beauregard kostte nog enige tijd. Koffie, boodschappen doen en de virages door het dal omhoog hielden ons op. Het was al na de middag toen we omhoog trokken naar Bivacco Ravelli. De klim van ruim 1000 m werd een leuke tocht in redelijk zonnig en aangenaam weer. Het bij tijd en wijle zwoegen was echter de moeite waard.
Het bivacco zag er prima uit en bood een overweldigend uitzicht. Na het installeren en soigneren werd de avond doorgebracht met koken, eten, wat kletsen en van het uitzicht genieten. Na het donker worden konden we niet veel anders meer doen dan de slaapzakken in en pitten. De ene dag de Cross du Mont Blanc lopen en de andere dag met 18 kg op de bult omhoog zeulen maakt toch wel slaperig.
's Morgens werden wij blij verrast door bezoek. Het bleek onze oude bekende matineuse Belgische wandelaar te zijn. In 1995 zorgde hij voor een zelfde verrassing in Bivacco Leonessa. Het werd een aangenaam weerzien met de vraag of toeval nu bestaat of niet.
Het doel van de dag was Refugio Bezzi. Hiervoor moesten we eerst terug naar af en dan in het dal verder omhoog. In prachtig weer daalden we af en vermaakten wij ons onderweg in de sneeuw en bij de boerderijen. Het werd een ontspannen toch die In Uselliers bekroond werd met de ochtendkoffie.
Wij kwamen vroeg genoeg aan voor een uitstapje naar Col du Rocher Blanc (Col de Vaudet). Leny pastte daarvoor. De zonnewei bij de hut was te verleidelijk en zij koos voor een bad onder de natuurlijke hoogtezon. De straf kwam als altijd na de zonde want zij werd verjaagd door de vele vliegen die dat ook deden. Intussen trok het min of meer actieve deel van de groep onwetend van haar lijden omhoog. Voor mij was het ook lijden want ik mocht namens de groep als bagagedrager fungeren.
Na al dit leed verliep de avond zoals in elke hut. Een biertje voor de dorst, eten met een glaasje wijn, wat napraten, wat voorpraten en met het donker worden naar bed.
De verrassing van de morgen was een wild zwijn dat de omgeving van de hut afstroopte. De verrassing van de dag werd de oversteek via Col Bassac Dere naar Val di Rhemes via de Haute Route Glaciere. Gelukkig was het stralend weer want het is een tocht die alsmaar dieper het keteldal van de gletsjer Gliairetta inloopt. Dat betekende eerst sneeuwplakken, toen een sneeuwdek en later een dik pak sneeuw. Voor ons gevoel liep de route vast tegen de toppen die de grens met Frankrijk vormen. De uitweg bleek de steile col te zijn die met met veel sneeuwstampen genomen moest worden. De route was niet al te moeilijk. Soms was het wel speuren naar het pad. Ook vonden we het om op de gladde stukken zekerheidshalve nodig onze grippers te gebruiken. Het zijn dan wel geen stijgijzers maar ze geven toch grip op ijzige stukken. Dit alles deden wij met veel vertrouwen van een Nederlands echtpaar dat welgemoed ons spoor op afstand volgde.
Het weer op de col was aangenaam en zo konden we rustig uithijgen, bijtanken en van het uitzicht genieten. Hierna was het weer omlaag. Aanvankelijk heel geleidelijk over een klein maar venijnig stukje gletsjer en daarna door sneeuwvelden waar wij zelfs nog een skier spotten. Pas veel later met Rifugio Benevolo al in zicht doken we steil het dal in. Rond 17.00 kwamen we in de goed uitziende hut aan en dronken daar voor de verdere plichtplegingen van eten en dergelijke tevreden een pilsje.
Otto had ons met zijn planning niet gespaard. Nu stond de doorsteek via de Colle del Nivolet naar Refugio Savoia in de Valsavarenche op het programma. Gelukkig hield het goede weer niet op want het werd een herhalingsoefening van gisteren in stijgen en dalen door heel veel sneeuw. Maar niemand gaf krimp; Sterker nog de stemming bleef er goed in. De verzuring van de Cross du Mont Blanc was uit de benen dus we konden wat aan.
Refugio Savoia ligt mooi aan het Lago del Nivole. Vergeleken met Rifugio's Bezzi en Benevolo was met name het bijgebouw van de hut wat belegen. Dat deed echter niets af aan ons goede verblijf . Met de Col di Leynir voor de boeg gingen wij dus tevreden slapen.
Vanaf rifugio Savoia zouden we via Col di Leynir weer terugsteken naar Val di Rhemes. Het werd een tocht voor de echte doorzetters. Met de bestemming Bruil voor de boeg was het eerst weer fors klimmen door een mooi maar verlaten meren gebied en later ruim 1700 m lang afdalen. Wij kwamen 's middags tegen zessen redelijk uitgewoond in de bewoonde wereld van Bruil aan. Na wat zoeken vonden daar een geriefelijk onderkomen voor de nacht met de luxe van een warme douche, eten en comfortabele bedden.
De laatste volle dag stond de oversteek via Col Finestra naar Refugio Chalet de l'Epee op het programma. We zagen dit gezien de lagere hoogte met alle vertrouwen tegemoet. Aanvankelijk ging het ook met twee vingers in de neus omhoog. Het uitzicht op de plakken sneeuw op het pad omhoog verontrustten ons niet.
Toch kwamen wij bij een klein steil stukje vast te zitten in door steengruis gesmeerde glijdende stenen. De oversteek van een steil en ijzig sneeuwveldje van hooguit 50 m leek een onneembare barrière.
verder klimmen langs de wand ging niet terwijl wij het verder sneeuwvrije pad voor het grijpen hadden. Ton werd met zijn pikkel de reddende engel.. Kordaat hakte hakte hij vaardig een pad in het ijzige sneeuwveld waarlangs wij behoedzaam en met minder of meer knikkende knieën het korte stukje overstaken. Eindelijk kreeg hij nu gerechtigheid na al onze plaagstootjes over het nutteloos meeslepen van dit instrument.
Wij moesten allemaal even bekomen maar Helmie had de bibberatie en moest voor en na het verder gaan in therapie. Uiteindelijk waren we niet in gevaar geweest maar het had wel bewezen dat een goede uitrusting van groot nut is. Daarna werd de col snel bereikt en konden wij dankzij tegenliggend verkeer met tevreden gezichten op de groepsfoto.
De andere kant bleek een makkelijke afdaling. Met nog wat rustpauzes liep het als vanzelf naar de rifugio. Deze bleek een schot in de roos. Netjes, gerieflijk, vriendelijk en bovendien waren we ook nog de enige gasten.
In de namiddag hebben wij nog wat bijgebruind en bijgedronken in het zonnetje in de luwte van de hut om te bekomen van alle opwinding. 's Avonds hebben wij ondersteund door de grappa van de huttenwaard onze tocht in stijl afgesloten.
Heerlijk in de zon werd het een makkelijke afdaling naar Usellieres. Na de koffie met evaluatie was het helaas inpakken, instappen en wegwezen geblazen voor de terugreis.
Het was met een bivacco en vijf hoge cols in zes dagen een inspannende maar hele mooie tocht geweest. Het goede weer had daar heel veel aan bijgedragen. Bij slecht weer zouden de hoge cols zeker geen pretje zijn geweest.