Wintertriathlon Groningen

Plaatsingsdatum: Nov 04, 2018 7:58:56 AM

Gisteren heb ik meegedaan aan de wintertriathlon in en rond Kardinge. Deze wedstrijd stond al een tijdje in mijn agenda. Na drie winters geleden twee wintertriathlons gedaan te hebben, had ik mijn schaatsen nog slechts een enkele keer aan gehad (afgelopen winter alleen op een kerstijsbaantje op het Vrijthof in Maastricht; tijdens het winterweer eind februari/begin maart was ik ziek). De timing van deze wedstrijd was echter prima. Vier weken geleden was het NK run bike run in Spijkenisse. Qua fietsen en lopen was ik dus al top getraind. Ik had dus alle gelegenheid me te focussen op het schaatsen.

De afgelopen weken ben ik tien keer wezen schaatsen in Kardinge. Helaas was de ontwikkeling die ik ervoer geheel anders dan ik in gedachten had. De eerste keren ging het heerlijk. Een testje tijdens de tweede sessie deed vermoeden dat ik bijna op het niveau zat van maart 2016 (toen ik een hele winter lang twee keer per week geschaatst had). Daarna raakte ik “het” echter kwijt. Het liep niet meer, het voelde stram en het belangrijkst: het ging alleen maar langzamer. De laatste test, afgelopen zondag, gaf een ontluisterend beeld. Vergelijking van de data met die van de laatste test in 2016 leverde een prognose op van een schaatstijd (over 20 km) die zo’n 3 minuten langzamer zou zijn dan destijds.

Echt met vertrouwen stond ik gisteren dus niet aan de start. Voordat ik het ijs op zou moeten stappen waren er echter eerst nog 10 km hard te lopen en 42 km te fietsen. Schaatsen was dus van later zorg. Met de loopvorm bleek gelukkig niks mis. Ik liep behoorlijk soepel de (kleine) 10 km (volgens mijn GPS 9,8 km) in 35.15. Dat was vergelijkbaar met de eerste 10 km in Spijkenisse. Hiermee liep ik ruim op kop en dat geeft sowieso wel een prettig gevoel. Het fietsen ging wat minder soepel. Toch duurde het pas tot halverwege het tweede rondje (van de twee) voordat ik werd ingehaald. De man die dat deed was Jeroen Lute, de huidige Nederlands kampioen en ook een prima schaatser. Ik wist toen dus meteen dat winst er niet meer in zat. Dat was eerlijk gezegd nogal een opluchting. Tijdens het fietsen begon ik namelijk steeds meer op te zien tegen het schaatsen. Ik wist van de vorige keren nog wel hoe lastig de overgang van fietsen naar schaatsen zou zijn en met de huidige schaatsvorm zou dat er vast niet beter op zijn. Er begonnen al scenario’s in mijn hoofd op te doemen dat ik in gewonnen positie het ijs op zou gaan, eigenlijk zou moeten aanklampen bij de betere schaatsers, dat niet zou redden, ze dan ronde voor ronde dichterbij zien komen om uiteindelijk toch het hoofd te moeten buigen. Die druk was er nu in ieder geval van af.

Na 42,4 km fietsen in 1.06.48 (ik bleek later de derde fietstijd te hebben; dat viel me alleszins mee) ging ik als tweede de wisselzone in. In tegenstelling tot de wissel van lopen naar fietsen, die ik met de verschillende run bike runs die ik de afgelopen jaren gedaan heb redelijk onder de knie gekregen heb (ik had nu de snelste tijd!), liep de wissel naar het schaatsen allerminst soepel. Ik had besloten geen softie te willen zijn door bij zonnig weer en 10 graden met handschoenen te gaan fietsen, maar de prijs die ik daarvoor betaalde was wel dat ik door enigszins verkleumde handen eerst mijn schoenen nauwelijks uit kreeg en daarna mijn schaatsen maar met moeite aan. Ondertussen was ik ingehaald door Richard Kramer (eindigde in 2016 één plekje voor me en ik wist dat hij ook een betere schaatser was). Ik ging dus als derde het ijs op, in de wetenschap dat Teun Sweere, meervoudig Nederlands kampioen en een topschaatser, net achter me zat (hij had zijn schaatsen al bijna aan). Een podiumplek zou dus lastig worden, maar daar had ik vooraf ook niet op gerekend.

Het schaatsen was verschrikkelijk. Zeker de eerste helft. Er waren in het begin natuurlijk nog maar weinig schaatsers op het ijs en degenen die er waren reden in een groepje me veel te hard voorbij om aan te klampen. Op het bord met rondetijden zag ik allemaal schaatsers met rondjes 37, behalve ik die rondjes 44 reed. Rondjes 44 zouden niet eens voldoende zijn om het verschil met mijn schaatstijd van 2016 binnen de 3 minuten te houden. Tot overmaat van ramp kwam er maar niemand het ijs op waar ik een mooi groepje mee kon vormen. Ze gingen ofwel veel te hard ofwel veel te langzaam. Op een gegeven moment schaatsten er wel een aantal achter mij, maar als ik ze over liet nemen bleken ze dat niet te kunnen. En dan was er ook nog het rondebord waarop van elke schaatser weliswaar de rondetijd en het aantal gereden rondjes geprojecteerd werd, maar geplaatst was op de doorkomstlijn en al uit beeld als je naam verscheen. Aangezien het bord maar een beperkt aantal namen kon bevatten, waren je gegevens al weer weg op het moment dat je langskwam voor de volgende doorkomst. Alleen bij de allereerste rondjes heb ik mijn rondetijden kunnen zien en wat het vervelendste was: ik had al snel geen flauw idee hoeveel rondjes ik had gereden en dus nog zou moeten. Ik lette in eerste instantie maar op de rijders waarvan ik wist dat ze voor me zaten. Zolang die nog schaatsten wist ik dat ik ook nog door moest. Door de toegenomen drukte kon ik gelukkig wel meer schuilen in groepjes, maar het bleef lastig om groepjes te vinden die niet te hard of te langzaam gingen. Toen ik zag dat de eersten gefinisht waren begon ik maar eens langs de kant te kijken of ik aanwijzingen kon vinden voor hoeveel rondjes ik nog moest. Er leek zowaar iemand naar mij te roepen. Ik meende op een gegeven moment te begrijpen dat ik nog één rondje moest. Omdat ik niet helemaal zeker wist of ze het tegen mij had, ben ik toen nog drie rondjes doorgeschaatst. Daarna maar gestopt. Inderdaad bleek ik toen 56 rondjes gedaan te hebben, twee meer dan de benodigde 54.

Ook bleek ik tijdens het schaatsen nog door drie man ingehaald te zijn en dus als 6e te zijn geëindigd. Mijn schaatstijd was 38.03 (in 2016 was dat 35.16). Gezien het verloop viel me dat nog mee. Mijn eindtijd was 2.25.07. Na meer dan de helft van de race op kop te hebben gelegen, had ik toch een wat katterig gevoel, hoe ingecalculeerd het verlies bij het schaatsen ook was (tegen beter weten in hoop je toch altijd op meer).

En nu voorlopig rust. Althans, geen doelen en schema’s meer. Even een tijdje datavrij sporten (dus voorlopig ook geen posts op Strava). De laatste 7 à 8 jaar heb ik steeds een doel gehad of flink doorgetraind omdat er wel weer een doel zou komen. Tijd voor even bezinning. Ik zie wel voor hoelang. Voelt nu al onrustig trouwens. Ik denk dat ik zo maar even ga lopen.

Mathijs