Baanwedstrijden en de 7 van Martenshoek

Plaatsingsdatum: Oct 01, 2019 3:20:28 PM

Na bijna 3 jaar blessureleed en ook drie jaar zonder baanwedstrijden, ging het afgelopen winter eindelijk beter (met dank aan de sportarts en aan de fysiotherapeut). Dit voorjaar kon ik ook wat meer doen dan alleen kleine beetjes joggen. En tegen de zomer kon ik ook wat meer aan snelheid doen, zij het met eerst nog flink de rem erop. Omdat ik de baanwedstrijden wel miste ging ik half juni voor een 1500m naar Ommen. Daar zijn 4 x per jaar laagdrempelige baanwedstrijden waar heel jong en zeer oud bij elkaar in 1 of 2 series starten. Raar is het niet om daar op de 1500 ver in de 5 of 6 minuten of zelfs boven de 7 minuten te lopen. Maar ook lopen er genoeg mannen en vrouwen die rond de 5 of in de 4 minuten lopen. Ik ging uit van 6’00”, dat moest haalbaar zijn gezien de trainingstijden. Ik kwam toch in de snelste van de 2 series, nadeel daarvan was wel dat ik meteen al alleen achteraan bungelde. Maar mijn tussentijden bleken wel steeds net wat sneller dan het 6’00“-schema. De laatste ronde had ik nog over om nog eens 9” daarvan af te snoepen. Eindtijd 5’46,4”, volgende dag geen spierpijn, de probleempees hield zich goed.

Op 5 juli was het in Wageningen, net als in Ommen trouwens, prachtig weer, voor mij wel belangrijk om op de baan goede tijden te lopen. Ik had een perfecte warming-up, en de steigerungren en sprintjes liepen erg lekker. Na Ommen wilde ik nu 5’40” proberen te lopen. Fokie en Jacob waren er ook en die gaven mij de rondetijden door. Het liep boven verwachting, ook door een serie waarin ik, meer dan in Ommen, flink voordeel had van medeatleten, maar ook omdat ik een vlakke race kon lopen. Drie jaar geleden liep ik nog 5’11”, nu werd het 5’36,86”, maar gezien het dal waar ik uitkom, been ik daar zeer tevreden mee.

In Utrecht op 30-8 schreef ik me in voor een 800. Er is daar voor de deelnemers e.e.a. verbeterd: wavelights die per serie op een bepaalde tijd worden afgesteld, een extra 6-laans kunststofbaan van 60-80 meter voor sprintjes en loopscholing (met ook een polstokhoogspringinstallatie om te kunnen inspringen), de mogelijkheid om tijdmeting en start aan beide kanten van de baan te doen, zodat afhankelijk van de wind per keer kan worden beslist aan welke kant wordt gestart en gefinisht (m.n. van belang voor de sprintnummers). En last but not least, betere software met als gevolg veel minder vertragingen in het schema, zodat je, zoals ik ook merkte, veel zekerder kunt zijn van de starttijd van je serie en dus niet nog 15 of 30 minuten moet wachten terwijl je er eigenlijk al helemaal klaar voor bent.

In augustus waren de trainingen dan wel steeds beter gegaan, zodat het de moeite waard was om een keer een 800 te proberen, maar een echt goede warming-up is voor mij dan wel een absolute voorwaarde. Alleen al om de kans op blessures natuurlijk zo klein mogelijk te houden, maar ook voor de focus. Voor mij houdt dat in: 70 minuten, te beginnen met 25’ ontspannen joggen, vervolgens losmaakoefeningen, een uitgebreide loopscholing, startjes, beetje rusten en wandelen tussendoor, tijd voor schoenenwissel, en als de wedstrijdschoenen aan zijn, enkele sprintjes en steigerungen, en tot slot 3 x 150 meter voluit.

In zo’n warming-up, vooral als dat weer voor het eerst is na drie jaar, blijft het afwachten hoe de korte en lange sprintjes aan het eind van de warming-up gaan aanvoelen: nog wat moeizaam of houterig, of gemakkelijk en heel licht. Inderdaad liepen ze heel gemakkelijk, en met een lekker gevoel stond ik even later aan de start. De ambiance was ook heel goed: veel deelnemers en bezoekers, ideaal weer (25 graden) en geen zuchtje wind. Mijn start vanuit baan 7 ging vlot, maar heel wat lopers en loopsters in de binnenbanen gingen mij hard voorbij. Toen de 200m-lijn in zicht kwam, zag ik dat de wavelights, afgesteld op een tijd van 2’34”, niet meer dan 5-10 meter voor mij uit- ‘liepen’. Dus dat gaf vertrouwen, en nadat ik in de tweede bocht al iemand kon inhalen ging de eerste 400 in 82”. Zo’n rondje had ik in de trainingen nog niet gelopen, maar ik voelde me goed en had de energie om te blijven pushen. Ik haalde in de tweede ronde nog 4-5 lopers in, en finishte als 5e in de serie. En toch was ik niet zo leeg als in 800 meters in eerdere jaren. Mijn tijd was 2’44,56”, wel vlak gelopen, maar vergeleken met 3 jaar geleden natuurlijk wel 12-14 seconden langzamer (7 seconden met de agegrading meegerekend). Het goede gevoel dat ik aan deze wedstrijd (en ook aan de andere twee) heb overgehouden vond ik het belangrijkste, en geeft mij alleen maar meer motivatie om volgend jaar weer de baan op te gaan.

Afgelopen zondag bij de 7 km van Martenshoek was van een behoorlijke warming-up niet bepaald sprake; het regende nog pijpenstelen toen ik aankwam. Maar toen ik eens uit de verkleedtent keek, kon ik toch mijn jack uitdoen; het miezerde alleen nog wat, en ik kon nog 10’-15’ inlopen en een paar semi-sprintjes doen. Na de start ging het toch meteen lekker, en ik kwam vlot in een geschikt tempo. Gelukkig bleef het ook nagenoeg droog. De laatste 4 km liep ik elke km. iets sneller dan de voorgaande en bleek ik als 2e te zijn geëindigd bij de 60-plussers, in 32’20”. Ook over hoe het hier ging was ik, ondanks het herfstweer en een matige warming-up, heel tevreden.

Ondanks het kille weer (of misschien juist daardoor) liep bij de mannen Niek Blikslager trouwens nog een parcoursrecord (20’13”).

Frans