Claudia Roden
Dit vochtige Spaanse gebak is met room erbij een lekker nagerecht
Voor 10 personen
150 g pure chocolade of couverture (bijv. van Menier), in stukjes
3 el water
150 boter, in stukjes
4 grote eieren, gesplitst
100 g fijne kristalsuiker
100 g gemalen amandelen
1 theelepel bakpoeder
4 eetlepels rum
boter voor de vorm
bloem voor de vorm
Voor het eventuele glazuur
50 g pure chocolade, in stukjes
2 eetlepels water
50 g fijne kristalsuiker
25 g boter
Bereiden
Verwarm de chocolade met het water in een glazen kom of pannetje boven een grotere pan met water op laag vuur; het pannetje de kom mag het water niet raken (dat is een bain-marie). De chocolade moet bijna gesmolten zijn. Voeg de boter toe en laat ze allebei smelten.
Meng in een kom de dooiers grondig met de suiker, de gemalen amandelen, het bakpoeder en de rum. Roer flink de gesmolten boter en chocolade erdoor. Klop de eiwitten met een elektrische klopper stijf en spatel het eiwitschuim door het chocolademengsel.
Beboter een springvorm van circa 23 cm (liefst zonder antiaanbaklaag) en bestuif hem met bloem. Giet het beslag erin en zet de vorm circa 35 minuten in een tot 160 C verhitte oven; het moet stevig worden. Laat de koek afkoelen en haal hem uit de vorm.
Smelt de chocolade voor het glazuur in een kommetje of pan boven kokend water (zie hierboven). Voeg de suiker en boter toe en laat hem smelten. Roer goed en bestrijk er het gebak mee.