Maakt ca. 65 koekjes

Ingrediënten

Voor de koekjes

• 375 g patentbloem, plus extra om te bestuiven

• 1 tl bakpoeder

• 1 tl fijn geraspte (onbespoten) citroenschil

• 125 g lichtbruine basterdsuiker

• 250 g koude gezouten boter, in kleine blokjes

• 1 groot ei, losgeklopt

Voor de topping

• 2 tl gemalen kaneel

• 50 g demerarasuiker

• 1 ei, losgeklopt

Bereiding

• Zeef de bloem en het bakpoeder in een kom. Voeg de citroenrasp en de basterdsuiker toe.

• Wrijf de boter met je vingertoppen door het bloemmengsel tot het op grove kruimels lijkt.

• Werk het losgeklopte ei erdoor en kneed het deeg daarna op een licht met bloem bestoven werkblad ongeveer 2 minuten tot een samenhangend deeg.

• Verpak het deeg in folie en laat het minimaal 1 uur rusten in de koelkast (of een hele nacht).

• Verwarm de oven voor op 200 °C (hetelucht 180 °C / gasstand 6).

• Bestuif het deeg licht met bloem en rol het dun uit tussen twee vellen bakpapier.

• Verwijder het bovenste vel bakpapier en steek vormpjes uit van 5–6 cm. Leg de koekjes op een met bakpapier beklede bakplaat (bak in porties).

• Meng de kaneel met de demerarasuiker. Bestrijk elk koekje met losgeklopt ei en bestrooi met het kaneelmengsel.

• Bak de koekjes 9–10 minuten, tot ze goudbruin zijn.

• Laat afkoelen op een rooster.

Bewaren

• Bewaar de koekjes in een luchtdichte trommel; ze blijven tot 4 weken goed.