Nodig voor 2 personen:
250 g kippenlevertjes
150 g risottorijst (arborio of carnaroli)
600 ml hete kippenbouillon
1 ui
1 wortel
2 stengels bleekselderij + blad
1 borrelglas Noilly Prat (of witte wijn)
40 g boter
1 theel kerriepoeder
1 eetl bloem
zout & peper uit de molen
Snipper ui, wortel en bleekselderij in piepkleine blokjes. Fruit lang, zeker 10-15 minuten, in de helft van de boter in een pan met dikke bodem. Maak intussen de kippenlevertjes schoon en snij in stukjes.
Bestrooi met peper, zout, kerrie en bloem en hussel door elkaar. Bak in een koekenpan heel kort in een klontje boter tot het rauwe eraf is. Haal uit de pan en bewaar op een bord. Wie kippenlevertjes eng vindt, hakt ze nu nog wat kleiner, dan smelten ze straks helemaal weg in het geheel.
Doe de risottorijst bij de ui-wortel-selderij en schep 1 minuut om. Voeg de Noilly Prat toe en laat uitbruisen. Giet alle hete kippenbouillon erbij en laat 15-20 minuten garen. Proef op zout, peper en gaarheid.
Roer op het laatst stevig door elkaar en meng de kippenlevertjes plus de rest van de boter erdoor. Bestrooi met gehakte bladselderij.