Joep Habets
Ingrediënten
2 grote of 3 kleine, zoetzure, niet-moezende appels (bijvoorbeeld jonagold)
het sap van 1 citroen
een beetje gesmolten boter
een beetje bloem
200 gram zachte boter
200 gram fijne kristalsuiker
3 grote eieren
200 gram zelfrijzend bakmeel
een flinke snuf zout
2 eetlepels abrikozenjam
Bereiding
Laat alle ingrediënten op keukentemperatuur komen. Schil de appels. Snijd ze, afhankelijk van de grootte in zes of acht partjes. Verwijder het klokhuis. Maak aan de bolle zijde overdwars inkepingen op regelmatige afstanden ter dikte van een munt van twee euro. Die gaan bij het bakken iets openstaan en hebben een decoratief effect. Besprenkel de appelpartjes royaal met citroensap.
Verwarm de oven voor op 180 graden. Bestrijk een springvorm (doorsnede 24 cm) met de helft van de gesmolten boter. Bestuif hem met wat bloem.
Klop met een handmixer of in een keukenmachine de boter met suiker en zout in een minuut of acht tot een romige massa. Voeg al kloppend een voor een de eieren toe. Klop daarna nog een minuut door en doe er de gezeefde bloem bij. Zorg dat alles goed is gemengd.
Giet het beslag in de springvorm. Strijk de bovenkant glad met een spatel of de bolle kant van een lepel. Leg de appelpartjes in twee ringen met de bolle kant naar boven op het deeg en druk ze er iets in. Ze mogen er bovenuit steken want het deeg rijst nog om de appelpartjes heen. Gebruik de grootste partjes voor de buitenste ring en halveer indien nodig de partjes voor de binnenste ring om een regelmatig patroon te krijgen.
Laat de taart gaar en bruin worden in 60 á 70 minuten. Haal de taart uit de oven. Laat hem tien minuten afkoelen in de vorm.
Bestrijk ondertussen de appelpartjes met de rest van de gesmolten boter. Los de taart en laat hem verder afkoelen op een rooster.
Verwarm als de taart is afgekoeld twee flinke eetlepels abrikozenjam in een pannetje en bestrijk daarmee royaal de bovenkant van de taart.
Nederland - Gebak