De Groene Amsterdammer 12-11-2025 Essay: Jodenfetisj - Een gevaarlijk politiek spel
Dat Duitsland na de holocaust zijn schuldgevoelens wegdrukte door filosemitisme, liefde voor joden, is bekend. Dit gebeurt nu opnieuw in het Westen, zoals door mensen die zich een valse joodse identiteit toe-eigenen – een subtiele vorm van vernietiging.
Dit artikel van Deborah Feldman analyseert de hypocrisie van het filosemitisme (liefde voor Joden) in het naoorlogse Westen, met name in Duitsland. De auteur stelt dat deze schijnbare 'liefde' vaak een oppervlakkig en zelfzuchtig mechanisme is om schuldgevoelens over de Holocaust te onderdrukken. Dit leidt tot een gevaarlijke trend van culturele toe-eigening en een 'fetisjering' van de Joodse identiteit.
Historisch Bedrog: Het artikel begint met het verhaal van Erich Hohn, een voormalige Gestapo-officier die zich na de oorlog voordeed als Joodse concentratiekampoverlevende. Dit illustreert een vroege, absurde rolomkering.
De Roman van Hilsenrath: Dit historische geval inspireerde Edgar Hilsenrath tot zijn roman De nazi en de kapper, waarin een voormalige SS-officier de identiteit van zijn vermoorde Joodse jeugdvriend aanneemt en diens nazi-fanatisme inzet voor de zionistische zaak. De aanvankelijke Duitse weigering het boek uit te geven wijst op het subversieve karakter van de kritiek op het Duitse filosemitisme.
Filosemitisme als 'Binnenstebuiten Gekeerd Antisemitisme': De Duits-Joodse journaliste Eleonore Sterling (1965) en later historicus Frank Stern betoogden dat naoorlogs filosemitisme vaak oppervlakkig was. Men prees 'dode Joden' (zoals Einstein), maar verplaatste antisemitische sentimenten naar nieuwe doelwitten (gastarbeiders, critici). Het fetisjeren reduceert Joden tot symbolen, in plaats van hen als individuen te zien.
Steiner's Onuitgegeven Werk: De roman The Portage to San Cristobal of A.H. van George Steiner (1979), waarin een fictieve Hitler stelt dat de Holocaust Israël heeft gecreëerd, werd in Duitsland als te controversieel beschouwd en geweigerd voor publicatie. Dit toonde de grenzen van de Duitse acceptatie van Joodse kritiek op de relatie tussen slachtoffer, dader en het zionisme.
Het Homolka Schandaal: De auteur beschrijft haar ervaring met rabbijn Walter Homolka, de machtigste rabbijn van Duitsland sinds 1997, die acht jaar lang, tot een schandaal, niet Joods bleek te zijn. Dit benadrukt de kwetsbaarheid van de Joodse gemeenschap en de aanwezigheid van 'pretendians' (mensen die een valse Joodse identiteit aannemen).
'Kostümjude' en Toe-eigening: In Duitsland duiken regelmatig gevallen op van mensen die zich een valse Joodse identiteit toe-eigenen om machtsposities en politieke bescherming te verkrijgen, wat ten koste gaat van authentieke Joodse stemmen.
Bekeerlingen en de Joodse Gemeenschap: Bekeerlingen spelen een cruciale rol bij de wederopbouw van de Joodse gemeenschap na de Holocaust. Echter, wetenschappers als Barbara Steiner en Hannah Tzuberi wijzen erop dat bekeringen in Duitsland vaak gedreven worden door een verlangen om aan een schuldige Duitse identiteit te ontsnappen of als symbool fungeren in het Duitse streven naar een liberale, democratische natie. Dit kan leiden tot een 'theoretisch' Jodendom dat niet geworteld is in traditie.
Filosemitisme als Politiek Instrument: De auteur concludeert dat de filosemitische logica van symbolische vervanging zich over het Westen verspreidt. Na 9/11 wordt Joodse identiteit gebruikt als moreel schild om kritiek op westerse machtsstructuren af te doen als antisemitisme.
De Hofjude Analogie: De Joodse identiteit wordt verschoven naar die van het 'schild van het Westen'. Israël wordt hierdoor in een positie gedrukt die lijkt op die van de Hofjude (Hofjood) in vroegere tijden: een instrument van westerse belangen dat, zodra het nuttig is, tot zondebok kan worden gemaakt.
Conclusie: Het officieel omarmde, politiek gemotiveerde filosemitisme, gedreven door de westerse zoektocht naar zelfrechtvaardiging, brengt Joden op nieuwe, subtiele manieren in gevaar. De fetisjering van de Joodse identiteit, met zijn drang tot toe-eigening, vervorming en uitbuiting, zou de voltooiing van de uitwissing kunnen betekenen, in plaats van bescherming.