Wat heeft de EU te maken met de Nederlandse pensioenen?
#Gemini: Hoewel pensioenstelsels in de EU primair een nationale verantwoordelijkheid zijn, heeft de Europese Unie (EU) wel degelijk invloed op de Nederlandse pensioenen op verschillende manieren:
Regelgeving voor pensioenfondsen (IORP II-richtlijn):
De EU ziet pensioenfondsen als financiële instellingen, waardoor Europese wetgeving van toepassing is. De belangrijkste richtlijn hierin is de IORP II-richtlijn (Institutions for Occupational Retirement Provision).
Deze richtlijn stelt minimumeisen aan het bestuur, toezicht en de communicatie van pensioenfondsen in de EU. Dit heeft bijgedragen aan de verdere professionalisering van de Nederlandse pensioensector.
Nederlandse pensioenfondsen en premiepensioeninstellingen (PPI's) moeten voldoen aan deze richtlijn.
De richtlijn heeft als doel om grensoverschrijdende activiteiten van pensioenfondsen te vergemakkelijken en de bescherming van pensioendeelnemers te verbeteren,
mocht hun pensioenregeling naar een ander EU-land verhuizen.
Grensoverschrijdende mobiliteit en sociale zekerheid:
De EU coördineert sociale zekerheidsstelsels om ervoor te zorgen dat mensen die in verschillende EU-landen hebben gewerkt, hun pensioenrechten behouden.
Als u in meerdere EU-landen hebt gewerkt, bouwt u in elk land pensioen op. Elk land waar u minstens één jaar verzekerd bent geweest, betaalt u een ouderdomspensioen wanneer u de nationale pensioengerechtigde leeftijd bereikt. U vraagt uw pensioen doorgaans aan in het land waar u woont of het laatst hebt gewerkt.
Deze regels gelden ook voor invaliditeitspensioenen en pensioenen voor overlevende echtgenoten of wezen.
Toezicht door Europese instanties:
De European Insurance and Occupational Pensions Authority (EIOPA) speelt een belangrijke rol in het Europese toezicht op pensioenfondsen. Ze vullen EU-regelgeving in, coördineren nationaal toezicht en voeren stresstesten uit.
Ook de Europese Centrale Bank (ECB) heeft invloed, aangezien hun rentebeleid de financiële positie van pensioenfondsen beïnvloedt.
Europese beleidsagenda en gemeenschappelijke uitdagingen:
Alle Europese landen kampen met vergelijkbare pensioenuitdagingen, zoals vergrijzing en een veranderende arbeidsmarkt. Dit zet de houdbaarheid van pensioenstelsels onder druk.
De Europese Commissie heeft pensioenen op haar beleidsagenda gezet, met als doel om adequate, veilige en duurzame pensioenen te waarborgen voor alle EU-burgers en een armoedeval onder ouderen te voorkomen.
Er is echter géén sprake van het oprichten van een Europees pensioenstelsel; elk land behoudt zijn eigen stelsel. De EU wil nationale beleidsmakers ondersteunen met beleidsoriëntaties en initiatieven.
Regulering van financiële markten en duurzaam beleggen:
Pensioenfondsen beleggen om een goed pensioen te realiseren. Een goede regulering van de financiële markten is daarom van belang. De EU heeft wetgeving voor financiële markten in hoge mate geharmoniseerd.
De EU stimuleert ook verantwoord en duurzaam beleggen. Pensioenfondsen moeten voldoen aan nieuwe Europese informatieverplichtingen over de duurzaamheidsaspecten van hun beleggingen (bijvoorbeeld de EU-Taxonomie en de CSRD).
Nederlandse positie en lobby:
Nederland heeft een groot en relatief robuust pensioenstelsel (multipijlerstelsel met AOW en aanvullend pensioen), dat vaak als voorbeeld dient.
De Nederlandse pensioensector en de overheid lobbyen actief in Brussel om ervoor te zorgen dat Europese wet- en regelgeving proportioneel is en geen onnodige belasting vormt voor het Nederlandse systeem, bijvoorbeeld door zware kapitaaleisen te voorkomen.
Kortom, de EU heeft geen direct zeggenschap over de inhoud van de Nederlandse pensioenregeling (bijvoorbeeld de hoogte van de AOW of de pensioenleeftijd), maar beïnvloedt wel de kaders waarbinnen pensioenfondsen opereren, de rechten van grensoverschrijdende werknemers en de bredere economische en financiële context waarin pensioenen functioneren.